Skip to main content

Als bloemen bij het graf


Geschreven: 29 september 2021
Aangepast: 29 september 2021
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

Ds. Jacob Nentjes (10-6-1818  -  16-1-1873)

predikant der Christelijke Gereformeerde Gemeente te Urk


Hier rust, hij, die een reeks
Van zesentwintig jaren,
Gods kerke heeft gediend,
Door ’t woord ons te verklaren.
Hij was een brandend licht,
’t Welk in den dienst verteerde,
Totdat hij in de schoot
Der aarde weder keerde.
Hij rust naar ’s Heeren woord.
In ’t graf als de slaapstede,
d’ Oprechten toebereid,
Geniet de volle vrede
Als ’t loon hem toegezegd.
Met al de hemelingen,
Die eeuwig voor den troon
Het driemaal heilig zingen.


Geschreven: 06 juli 2021
Aangepast: 03 september 2021
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

Bij het grafmonument van Lucas Kruidhof (1856-1913)

 

Stil wilde hij trek-
ken in pelgrims
gewaad. Tot God
hem riep in Zijn
hemelschen staat;
Hier heeft hij ge=
dragen gewillig
zijn kruis, Maar
daar is zijn wo=
ning, hij had heim=
wee naar huis.
Boven in Sion
eindigt de smart.
Ja, naar dat Sion
smachtte zijn hart.


Geschreven: 04 mei 2021
Aangepast: 04 mei 2021
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

Frederika, Dieuwke, Baudina en Margaretha Westra 

Twee zerken naast elkaar maken ons deelgenoot van het diepe verdriet dat ouders kan overkomen wanneer ze staan aan het graf van hun kinderen. Dit lot trof het echtpaar Westra-Fontein. Bovendien trof de moeder, Eva Westra- Fontein, in kort tijdsbestek ook nog het verlies van de vader, haar echtgenoot Hendrik Jans Westra in september 1831.

ACHT DOCHTERS DIE GODS GUNST MIJ GAF
NAM WEER ZIJN VADERHAND MIJ AF
DRIE RUSTEN ONDER DIT GESTEENT
DE MOEDER DIE ’T GEMIS BEWEENT
STAART NU VERBEIDEND OP DEN HEER
DAAR VINDT ZIJ EENS HAAR DOCHTERS WEER


Geschreven: 28 maart 2021
Aangepast: 28 maart 2021
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

De kerk van Oudega is van een respectabele ouderdom. Ze dateert uit het begin van de twaalfde eeuw. Wie het rijke interieur met de vele rouwborden en grafzerken beziet, beseft onmiddellijk dat Oudega een belangrijke plaats moet zijn geweest. Ooit was het de hoofdplaats van de grietenij Smallingerland. Hier zetelde de grietman. Hij bestuurde het gebied en speelde ook een belangrijke rol in de rechtspraak.


Geschreven: 26 februari 2021
Aangepast: 28 februari 2021
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

Op de stèle van Jan Idema (1876-1903) op de begraafplaats van Slochteren treffen we een bijzonder grafdicht aan:

OCH DIERBRE ZOON,
OCH WAARDE BROEDER,
WAT ZIJT G’ ONS RAS
EN WREED ONTRUKT.
IS DIT DE WIL VAN
D’ AL BEHOEDER
DAT U ZOO VROEG
REEDS D’ AARDE DRUKT.
EEN SLUIPMOORDENAAR
BENAM HEM ’T LEVEN
ZOO LAAG EN VALSCH
ALS JUDAS WAS.
ZULK SOORT MOET EENS
HET OORDEEL VREEZEN
WANT ’T LOON DAT VOLGT
DE WERKEN RAS.
GEEN RUST VOOR KAIN
WAAR H OOK DWAALT.
DE BLOEDWRAAK HEM
STEEDS ACHTERHAALT.

Jan Idema was 27 jaar oud toen hij door geweld om het leven kwam. In het Nieuwsblad van het Noorden van 9 oktober 1903 lezen we het bericht over een vechtpartij tussen hem en een bakkersbediende:

Slochteren begraafplaats grafdichtDe bakkersbediende Hommes werd Dinsdagavond door een zekere I. uit Kolham (gem. Slochteren) op den openbaren weg aangevallen; ’t schijnt, dat er een oude vete tusschen hen bestond. H. werd woedend, toen zijn rijwiel geheel was vernield, en greep naar zijn revolver. Een enkel schot trof. Heden werd H. gevankelijk weggevoerd. De toestand van I. is tamelijk gunstig.

Dat laatste bleek toch niet het geval. Idema, die was getroffen, overleed uiteindelijk toch aan zijn verwondingen. Een vraag, die bij zo’n bericht opkomt, is toch: wat doet een bakkersbediende met een revolver op zak? En waarom in het artikel eerst de volledige naam van de dader en later slechts een initiaal? In het grafdicht worden we meegenomen in de gevoelens van de nabestaanden en die liegen er niet om. Verdriet en wraakgevoelens strijden om de voorrang. Zwaar Bijbels geschut wordt aangevoerd in de persoon van Judas, die Jezus verraadde, en Kaïn, die zijn broer Abel doodsloeg. De bloedwraak wordt zelfs genoemd. Komt men in grafdichten vaak tegen dat men spreekt over de dood van een dierbare als de wil van God, in dit grafdicht wordt de vraag, al ontbreekt het vraagteken, gesteld of dit Gods wil wel kan zijn.

 


Geschreven: 28 januari 2021
Aangepast: 01 februari 2021
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

Johannes van der Schuur (1911 –1926)

 

Op de stèle van Johannes van der Schuur lezen we:

Geen ziekte neen
een ongeval
Sneed t’ jonge leven af.
Door schrikken van
de paarden op hol
Bracht hem naar
t’ stille graf

t’ is waar het valt
ons zwaar te dragen
Te missen zulk een
dierbre pand
Maar t’ is des Hee-
ren welbehagen.
Hij heeft het le-
ven in zijn hand.


Geschreven: 29 oktober 2020
Aangepast: 04 mei 2021
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

De stèle op het graf van Jannes Smit (1901- 1922) op de Zuiderbegraafplaats ademt een diep en innig beleefd geloof. Onder het gekroonde kruis zijn de onderstreepte woorden ‘God is liefde’ aangebracht. De grafsteen is voorzien van een grafdicht:


Geschreven: 24 september 2020
Aangepast: 26 december 2020
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

Loppersum

De vreugde over de geboorte van Anje Eenkema op 29 april 1841 was maar kort. Een maand na haar geboorte overleed op 28 mei 1841 moeder Juudje Pieters Voorwerk. Anje zelf overleed enkele weken later op 15 juni 1841. Op de zeer fraai bewerkte zerk bij de Petrus en Pauluskerk van Loppersum liet Cornelis Harms Eenkema, de echtgenoot en vader, een grafdicht aanbrengen.

Ach!! wie, wie durft een oogenblik
Op kracht, of schoonheid bouwen?
Wie op gezondheid, frische blos,
Of blonde jeugd vertrouwen?
De pijl des doods snijdt alles af,
Wat hoop op duurzaam leven gaf.
Ach! ach! wie denkt aan ’t zuchtend hart,
Dan troost en moed, bij zoveel smart?
Hij, die ons met zijn gunsten overlaadt,
Zal ons troosten, zal ons sterken, vroeg of laat.


Geschreven: 04 september 2020
Aangepast: 26 december 2020
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 


Loppersum Grietje

Op het kerkhof rondom de gotische kruiskerk van Loppersum bevindt zich een aantal zerken voorzien van een grafdicht. De kerk, gewijd aan Petrus en Paulus, telt binnen ook een groot aantal zerken met grafdichten. Naast een keur aan grafsymboliek zijn de zerken ook vaak voorzien van wapenschilden, zoals die van Willem Jacobs, tichler tot Loppersum en zijn echtgenote Grietje Peters Zandt. 

HOE SCHOON DE DEUGD EN FLEUR EN JEUGDIG LEVEN
DAT ’T OUDE ZANTS GESLAGTE IMMER GAF
MOEST NABESTAANT AL HET DORPSVOLK GEVEN
DEES TREURKLAGT: ACH DIEN GRIETJE IN HET GRAF
’T VERLIES BEKLAAGT VAN ’T SIERLYK TICHLER PAND
EN D’ ARMOED SUGT: MYN DORCAS LIGT IN ’T ZAND


Geschreven: 17 juli 2020
Aangepast: 19 juli 2020
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf


Ds. Samuël Knottherus 1675-1749

 

'T GEMEYN BESTIER VAN GOD RIEP MY TOT DE
SEN STOEL MAAR 'T HEYL-BESTIER KWAM EERST
NA SEVEN.DERTIG JAREN.UYT LETTER DOOR DEN
GEEST MY RUCKEN UYT DEN POEL OM HIER NOCH
VOOR DEN HEER WAT SIELEN TE VERGAREN.
O, LERAARS DIE MY VOLGT, SOEKT VOOR DEN
LETTER GEEST. BREEKT ZATANS LIST BY 'T
LIGT. EN WEEST DAN ONBEVREEST.

In dit grafdicht spreekt Ds. Samuël Knottnerus erover hoe God in zijn leven, met name zijn leven als predikant, heeft gewerkt. Het staat voor hem vast dat het was Gods leiding, t gemeyn bestier van God, die hem had gebracht naar Böhmerwold. Geroepen om vanaf deze kansel, desen stoel, Gods woord te brengen. Hij zal als predikant zijn werk trouw hebben gedaan die eerste 37 jaren, maar dan vindt er toch een  zekere wending plaats.

Kerk Böhmerwold (Dui)God heeft in zijn heilsplan, t heyl-bestier, hem, Samuël Knottnerus, door zijn Geest gerukt uit dat stilstaande water, den poel, waarin zijn geloofsleven blijkbaar was terechtgekomen. Op den duur gaat stilstaand water stinken en mensen gaan het mijden. Nu werd hij door Gods Geest gedreven om, zoals we lezen, nog voor de Heer wat zielen te vergaren. Böhmerwold kreeg toen in hem een geestdriftig predikant. Is hij gestuit op de woorden die de apostel Paulus in zijn tweede brief aan de Korinthiërs hoofdstuk 3 schreef en heeft hij daarin gelezen over de letter die doodt en de Geest die levend maakt? In het grafdicht gaat het daar in elk geval over. Hij geeft dit ook mee aan zijn opvolgers: het komt aan op Gods Geest; de letter is aan die Geest ondergeschikt. Geen letterknechterij! Geen wetticisme, waartoe steile calvinisten soms wel geneigd zijn! Blijkbaar ziet Knottnerus dat als werk van de Satan: Hou Satans list tegen ’t licht. Of misschien wel: hou zijn list tegen het Licht, dat Christus is. En laat je door niets en niemand daarin tegenhouden.

Böhmerwold, het is een klein dorp in het Duitse Rheiderland in de Landeskreis Leer, door de grens gescheiden van het Nederlandse Reiderland. Het Duits gebied vertoonde in vroegere eeuwen grote verwantschap met het Nederlandse gebied, zeker in kerkelijk opzicht. Hier was de kerk calvinistisch, waar elders in Duitsland de Lutherse kerk als protestantse kerkZerk voor Knottnerus toonaangevend was. Hier werd de Statenbijbel gelezen en werd door de predikanten in het Nederlands gepreekt. Nog tot in de twintigste eeuw was op sommige plekken het Nederlands de “kerktaal”. De predikanten werden opgeleid aan de Groninger Academie. Zoals Ds. Samuël Knottnerus, telg uit een geslacht van vele predikanten. Geboren in Olthusen (D), waar zijn vader predikant was, op 23 februari 1675. Na gestudeerd te hebben in Groningen deed hij op 8 oktober 1695 intrede in de kerkelijke gemeente van Böhmerwold. Hij bleef er tot zijn overlijden op 6 juli 1749 en werd daar begraven in de kerk naast zijn echtgenote. Het is de kerk die werd gebouwd na de sloop van het oude vervallen kerkgebouw en in 1703 werd ingewijd door Ds. Samuël Knottnerus. De rijk bewerkte zerk vertelt ons boven het wapen van het geslacht Knottnerus uitgebreid zijn levensloop. Onder het familiewapen is het grafdicht aangebracht.