Als bloemen bij het graf - Schipluiden

14 maart 2022

 

Op het graf van JAN VAN DIEN (1904-1965)
GEMEENTE WERKMAN


JARENLANG HIELD IK ELKE NACHT
IN DIT DORP GESTAAG DE WACHT
EN ALS TUINMAN AANGESTELD
WAS HOF EN TUIN MIJN ARBEIDSVELD
EN SLOOT DE DOOD EEN LEVEN AF
DAN MAAKTE IK HET KILLE GRAF

WANT IK WAS HIER
DE LAATSTE NACHTWAKER
DE EERSTE HOVENIER
EN TEVENS GRAFMAKER


MAAR NU RUST IK ZELF IN DE GROND
WAARIN IK ZO VAAK
MIJN ARBEID VOND
BIJ AL DIE LIEVEN EN DIE BRAVEN
DIE IK IN MIJN LEVEN HEB BEGRAVEN
MIJN ZIEL NU VRIJ VAN AARDSEBAND
TOEFT IN DAT VREEMD
EN NEVELIG LAND
WAT VOOR MIJ, IN MIJN ZIELELEVEN
EEN MYSTERIE IS GEBLEVEN

GEB.7-4-1904 _ OVERL. 28-8-1965
               JOB 14 vers 10

In een artikel in WestlandToen van 2017 beschrijft Piet van der Eijk de levensloop van Jan van Dien. Jan werd geboren op 7 april 1904 in een landarbeidersgezin in Maasland. Heel zijn leven is hij vrijgezel gebleven. Op de zerk van zijn graf is zijn beroep vermeld: gemeente-werkman.

Schipluiden

Daaronder viel overigens niet zijn werk als nachtwaker, waarvan het grafdicht ook melding maakt. Daar was hij al eerder voor aangesteld door een comité dat was opgericht ter beveiliging van burgers, bedrijven en bezittingen te Schipluiden. Op 1 december 1943 kreeg hij zijn eerste vaste aanstelling in gemeentelijke dienst, voor het onderhoud van de begraafplaats en het delven van graven. Op 1 januari 1946 volgde een vaste aanstelling als gemeentewerkman. Die werkzaamheden hielden onder andere in: werken aan de wegen, legen van rioolputten, reinigen en schoonhouden van straten en bruggen en het ophalen van as en vuilnis. Jan moet erg  creatief zijn geweest, maar of hij zelf dit grafdicht heeft gemaakt, blijft een vraag.

Aannemelijk is wel dat hij door zijn werkzaamheden op de begraafplaats en als grafdelver diep zal hebben nagedacht over de dood. De keuze van de Bijbeltekst op de zerk lijkt daarvan een bevestiging. Job 14 vers 10 luidt: “Maar een mens sterft en hij ligt terneer; hij blaast zijn laatste adem uit - waar is hij dan?” De vraag in dat vers ligt in het verlengde van de laatste regels van het grafdicht. We moeten die vraag overigens wel zien in het grotere verband van dit Bijbelboek, dat gerekend wordt tot de zogenaamde wijsheidsliteratuur in de Bijbel.

Het boek Job verhaalt de geschiedenis van een man die alles verloor wat hij bezat, ook zijn kinderen. Een vroom en deugdzaam man, zoals we lezen in het begin van dit Bijbelboek. Lijdend voorwerp geworden van een dispuut tussen God en Satan. Volgens Satan was het ook niet moeilijk geweest voor Job om vroom te zijn, gezegend als hij was. Satan zou wel eens willen zien of hij vroom zou blijven als hem de nodige rampspoed zou overkomen. En dat overkwam hem. Alles verloren en toch volhardend in zijn vroomheid. “De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen, de naam van de Heer zij geprezen” Job 1: 21.

Zelfs als hij van kop tot teen onder de zweren komt te zitten, zegt Job God niet vaarwel. Al is het zijn vrouw die tegen hem zei: “Waarom blijf je zo onberispelijk? Vervloek toch God en sterf.” Waarop Job tegen haar zei: ”Je woorden zijn de woorden van een dwaas. Al het goede aanvaarden we van God, zouden we dan het kwade niet aanvaarden?”. Dan volgen de gesprekken met de vrienden van Job. Geen gemakkelijke gesprekken. De vrienden willen Job laten inzien dat wat hem overkomen is, niet zonder reden kan zijn. Zij weten hoe het allemaal in elkaar zit op godsdienstig gebied. Job moet wel een groot zondaar zijn geweest, dat hem dit allemaal overkwam. Job laat zich dit niet zondermeer in de schoenen schuiven. En in Jobs felle antwoorden op de uitspraken van zijn vrienden horen we een man die het waagt met God te twisten, maar juist daarin met God in gesprek blijft. Hoeveel vragen Job ook heeft, ook die van het vers op de zerk, hij breekt niet met God.

Lijkt het Bijbelboek te eindigen met een eind goed al goed, dan dienen we te bedenken, dat het begin en het einde van het boek Job het raamwerk is waarbinnen zich de twistgesprekken tussen Job en zijn vrienden afspelen en het twistgesprek dat Job met God heeft. Om de inhoud van die gesprekken gaat het in dit boek van Wijsheid.

Jan van Dien ligt begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Schipluiden, gemeente Midden-Delfland.

Aangepast: 15 maart 2022

Nieuw op de website