Rijkdom aan korstmossen op Nederlandse begraafplaatsen

24 augustus 2018

 

In bebouwde gebieden vormen begraafplaatsen natuurrijke en biodiverse locaties. Het parkachtige landschap biedt niet alleen plaats aan tal van vogels, planten en mossen. Ook korstmossen profiteren van de hoge diversiteit aan bomen en stenen op begraafplaatsen. Op sommige begraafplaatsen groeien meer dan 100 verschillende soorten korstmossen. Vaak komen er zeldzame en Rode Lijst soorten op begraafplaatsen voor.

Korstmossen

Wat zijn korstmossen?

Oude begraafplaats met korstmossenKorstmossen zijn schimmels die samenleven met algen. De algen zetten zonlicht om in suikers en verdelen die met de schimmel. De schimmel zorgt voor een stevige groeivorm en voor bescherming. Doordat de schimmel de buitenste laag van het korstmos afdekt kan het korstmos lang water vasthouden en droogt deze niet snel uit. Dit is nodig omdat korstmossen op zeer droge substraten groeien zoals steen. De schimmel bepaalt dan ook hoe het korstmos er uit ziet en welke naam het korstmos draagt.

Groot dooiermos op een grafsteenKorstmossen bestaan in allerlei vormen en maten. Sommige soorten korstmossen hebben een duidelijke ruimtelijke structuur en bezitten bladeren, bekers of schubben. Andere korstmossen liggen plat op het substraat en hebben een gelobde randzone. Een groot deel van de soorten blijft korstvormig en vormen geen lobben of bladeren. Korstmossen kunnen in kleur variëren van kleurrijk felgeel, rood, blauw of groen tot eentonig bruin, wit, grijs of zwart. Eén van de bekendste soorten is het groot dooiermos (Xanthoria parietina). Dit opvallend geel gekleurde korstmos is zeer algemeen en in de laatste jaren sterk toegenomen door ammoniakvervuiling in de lucht.

Een Rode lijst is een overzicht van soorten die uit Nederland zijn verdwenen of dreigen te verdwijnen. Dit wordt bepaald op basis van zeldzaamheid en/of negatieve trend. De lijsten worden periodiek vastgesteld door de Minister van Economische Zaken. De Minister bevordert onderzoek en werkzaamheden nodig voor bescherming en beheer. Rode lijsten hebben geen juridische status.

De soort staat vermeld op de Rode Lijst voor de soortgroep korstmossen. De mate van bedreiging is verdeeld over de volgende categorieën: verdwenen uit Nederland, ernstig bedreigd, bedreigd, kwetsbaar, gevoelig.

Korstmossen groeien op steen, op boomschors of op voedselarme grond. De meeste soorten hebben een specifieke voorkeur voor één substraat. Het granietschildmos komt bijvoorbeeld uitsluitend op zure steensoorten voor. Sommige algemene soorten kunnen wel op allerlei verschillende groeiplaatsen gevonden worden.

Steenbewoners op graven

Korstmossen die op stenen groeien kunnen onder de meest droge en voedselarme omstandigheden overleven. Van nature groeien deze soorten korstmossen op rotsen van kusten of in bergachtige gebieden. In Nederland zijn er nauwelijks natuurlijke rotsen waardoor steenbewonende korstmossen van nature bijna niet in ons land voorkomen. Aangevoerde stenen in bebouwde gebieden vormen echter vervangend substraat waarop deze groep korstmossen zich heeft weten te vestigen. Op begraafplaatsen vinden we veel oude stenen die een verschillende herkomst en verschillende eigenschappen hebben. We kunnen de grafmonumenten globaal opdelen in twee groepen: kalkhoudende steen en zure steen.

Harde kalksteen met citroenkorsten (geel en oranje), stippelkorst (bruin) en stoeprandvingermos (grijs)In Zuid-Limburg komt op een paar plekken kalkhoudend mergel aan de oppervlakte. Deze mergelrotsen vormen min of meer natuurlijke groeiplaatsen voor veel soorten korstmossen die specifiek zijn voor kalkrotsen. Op begraafplaatsen vinden we ook andere soorten kalkhoudende steen. Harde donkere kalksteen (red. hardsteen) is de meest geschikte steensoort voor kalkminnende korstmossen, maar ook op beton en zachte poreuze lichtgekleurde kalksteen kunnen kalkminnende soorten groeien. Eén van de groepen korstmossen die op kalksteen groeien zijn de citroenkorsten. Dit zijn geel of oranje gekleurde soorten korstmossen die meestal korstvormig zijn, maar soms randlobben hebben. Eén van de meest kenmerkende soorten op graven van harde kalksteen is de zwarte grafkorst (Placynthium nigrum). Deze zwarte korstvormige soort valt op door de blauwe randzone. In het buitenland is de soort algemeen op kalkrotsen, maar in Nederland komt de soort vrijwel uitsluitend voor op oude begraafplaatsen.

Zure zandsteen met muurschotelkorst (onder) en granietkorst (boven)Zure stenen hebben een compleet andere begroeiing dan kalkhoudende stenen. Op begraafplaatsen worden verschillende soorten zure steen voor grafmonumenten gebruikt. Ruwe granieten keien, zandsteen en ruwe tegels van schist of leisteen behoren tot de meest geschikte substraten voor korstmossen. Gladde gepolijste grafmonumenten bieden te weinig houvast voor de korstmossen om zich op te vestigen. Op zure steensoorten groeien totaal verschillende soorten in vergelijking met kalkhoudende steensoorten. Soorten als de gebarsten granietkorst (Lecidea grisella), granietschildmos (Xanthoparmelia conspersa) en granietblauwkorst (Porpidia macrocarpa) komen, zoals de namen al aangeven, alleen op zure steen en vooral op graniet voor. In Nederland vinden we deze soorten dan ook vooral op begraafplaatsen. Daarnaast vinden we ook veel voor Nederland zeldzame zure steenbewoners op oude zeedijken en op de hunebedden.

Grondbewoners tussen graven

Kopjes-bekermos (links) en gevorkt heidestaartje (rechts) op grond tussen graven.Op begraafplaatsen groeien vaak niet alleen veel steenbewonende korstmossen, maar ook grondbewonende korstmossen. Doordat de grond tussen graven op de meeste begraafplaatsen vrijgehouden wordt van blad, ontstaan er schrale voedselarme plekken waar planten zich moeilijk kunnen vestigen. Voor korstmossen zijn dit wel ideale groeiplaatsen. Op voedselarme grond op begraafplaatsen groeien dan ook vaak bekermossen, heidestaartjes en leermossen. Bekermossen vormen eerst een mat met schubben en daarop ontstaan vervolgens bekers. Boven op de bekers beginnen later bruine of rode vruchtlichamen te groeien. Heidestaartjes hebben eenzelfde opbouw als bekermossen, maar vormen vertakkende staafjes in plaats van bekers. Leermossen zijn grote bladvormige korstmossen die rozetten met een diameter tot 20cm vormen. Op begraafplaatsen komen onder andere het soredieus leermos (Peltigera didactyla), klein leermos (Peltigera rufescens), zwart leermos (Peltigera neckeri) en kaal leermos (Peltigera hymenina) voor. De meeste soorten leermossen zijn in het binnenland buiten begraafplaatsen om zeldzaam. Naast bovengenoemde opvallende soorten zijn er ook veel onopvallende soorten korstmossen die op begraafplaatsen op de grond groeien. De slijmige kleikorst (Sarcosagium campestre) vormt heel kleine roze vruchtlichamen op een korrelige groene ondergrond. Zoals de naam al aangeeft, groeit deze soort het liefst op wat kleiige vochtige grond. Een andere onopvallende soort is de mosstuifmeelkorst (Thelocarpon lichenicola). Deze soort vormt minuscule groengele bolle vruchtlichamen op kale grond.

Houtbewoners

Gewoon schubjesmos en veenkorsten op hardhout.Op sommige begraafplaatsen zijn in het verleden grafmonumenten van hout geplaatst. Vaak gaat het om graven van arme mensen die zich geen stenen grafmonument konden veroorloven. Hardhout is een zuur substraat dat geschikt is voor korstmossen. Op hardhout groeien typische soorten die van nature op dood hout en zure schors in bossen en op heidevelden voorkomen. Op hardhout van grafmonumenten komen bruine veenkorst (Placynthiella icmalea), blauwe veenkorst (Trapeliopsis flexuosa) en vulkaanoogje (Micarea denigrata) algemeen voor. Soms groeien er meer bijzondere soorten op hardhout. Het gewoon schubjesmos (Hypocenomyce scalaris), bijvoorbeeld, is een groengele soort die schubjes vormt die dakpansgewijs over elkaar heen liggen. De soort komt vooral voor op de zandgronden op eiken en dennen. Soms kunnen zelfs baardmossen op hardhout gevonden worden, een groep korstmossen die in Nederland sterk achteruit gegaan is door luchtvervuiling.

Soortenrijkdom en Rode Lijst soorten

Zonnetjesschildmos, een zeldzame soort op zure steensoorten.Op de meeste begraafplaatsen komen ongeveer 40 tot 50 soorten korstmossen voor. Op sommige begraafplaatsen groeien maar liefst ruim meer dan 100 soorten korstmossen. De soortenrijkste begraafplaatsen zijn die met een grote diversiteit aan bomen en stenen en hebben plekken waar grondbewonende korstmossen zich kunnen vestigen. Typisch zijn op deze begraafplaatsen zowel oude kalkstenen graven als grafmonumenten van zure steensoorten aanwezig. Op schors van inheemse loofbomen kunnen tientallen verschillende soorten korstmossen voorkomen.

De zwarte bolvormige vruchtlichamen van het graftulbandje parasiteren op stippelkorst.Op de meeste begraafplaatsen groeien wel één of meerdere soorten die in Nederland zeldzaam of bedreigd zijn. Veel van de Rode Lijstsoorten op begraafplaatsen zijn typische steenbewoners die in Nederland uitsluitend op aangevoerde steen voorkomen. Het voorkomen van deze groep soorten is in ons land sterk afhankelijk van oude gebouwen, begraafplaatsen, dijken en hunebedden. Een gedeelte van de Rode Lijstsoorten op begraafplaatsen zijn echter schorsbewoners en grondbewoners die ook buiten begraafplaatsen hier en daar voorkomen.

Er zijn in Nederland veel soorten korstmossen die vrijwel uitsluitend op begraafplaatsen groeien. Het graftulbandje (Sarcopyrenia gibba), het grafstrontjesmos (Buellia badia) en de zwarte grafkorst zijn hier goede voorbeelden van. 

Beheer van begraafplaatsen

Zwarte grafkorst, Kwetsbaar op de Rode Lijst korstmossen.Het beheer van begraafplaatsen kan bijdragen aan het in stand houden van de biodiversiteit van korstmossen. Korstmossen groeien erg langzaam, gemiddeld een centimeter per jaar, en het verwijderen van korstmossen op grafmonumenten heeft dan ook grote negatieve gevolgen voor de korstmosdiversiteit. Beter is het om de korstmossen te laten zitten. Ze hechten zich weliswaar vast op het bovenste laagje van de steen, maar ze zorgen doorgaans niet voor afbreuk van het grafmonument. Wel is het meestal wenselijk om inscripties schoon te houden zodat teksten en namen op grafmonumenten leesbaar blijven.

Op de beschaduwde grafsteen groeien nauwelijks korstmossen.De meeste soorten steenbewoners houden van open en lichte omstandigheden. Het is dan ook belangrijk om grafmonumenten open te houden en te voorkomen dat de stenen bedekt raken door overhangende takken of begroeid raken met planten als klimop. Het af en toe verwijderen van vegetatie op stenen en het snoeien van bomen en struiken boven grafmonumenten is voldoende om het geschikte milieu voor steenbewonende korstmossen in stand te houden.

Tenslotte is het voor grondbewonende korstmossen van belang dat de grond bladvrij gehouden wordt. Door blad regelmatig weg te blazen blijft de grond voedselarm. Hier profiteren niet alleen korstmossen, maar ook mossen en paddenstoelen van.

 

Voor meer informatie over korstmossen en voor advies kunt u terecht bij de Nederlandse bryologische en lichenologische werkgroep (www.blwg.nl).

Een artikel over korstmossen op begraafplaatsen op de Veluwe is verschenen in De Levende Natuur 119, nr. 1, blz. 7-11.

 

Aangepast: 28 februari 2024

Nieuw op de website