Vaals - Drie begraafplaatsen op een rij

19 februari 2016

Ten zuidwesten van het dorp Vaals in Zuid-Limburg liggen in de oksel van de Linderweg en de Eschberg achtereenvolgens de hervormde, de Joodse en de gemeentelijke begraafplaats. Misschien wel de drie hoogstgelegen begraafplaatsen in Nederland, want het terrein hier ligt zo’n 225 meter boven NAP.

Beeld op het graf van Beeld op het graf van professor Otto Intze.De Joodse begraafplaats is waarschijnlijk de eerste die hier halverwege de achttiende eeuw werd aangelegd. Niet veel later gevolgd door de hervormde begraafplaats. Of er in Vaals zelf nog een kerkhof dan wel begraafplaats is geweest, is niet duidelijk. Mogelijk begroef men ook al vroeg op de Linderweg. Een uit de negentiende eeuw daterend verzoek van de kerkenraad om uitbreiding van de Hervormde Begraafplaats aan “De twee Esschen” (Linderweg) werd door de gemeenteraad akkoord bevonden. Dat wijst erop dat er dus al een begraafplaats was. Pas heel veel later, in 1999, is de laatste begraafplaats toegevoegd; de gemeentelijke begraafplaats van Vaals.Plattegrond van de begraafplaatsen in Vaals. Onbekend jaartal (Beeldbank RCE).Plattegrond van de begraafplaatsen in Vaals. Onbekend jaartal (Beeldbank RCE).

Het dorp Vaals dat gesticht werd in de vroege middeleeuwen, kwam in 1661 in Staatse handen. Daardoor werd Vaals een toevluchtsoord voor protestanten, ondermeer uit het nabij gelegen Aken. Vermogende protestanten stichten al vroeg diverse fabrieken waardoor Vaals een aantrekkelijke woonplaats werd. Door de bijzondere omstandigheden kreeg Vaals in de zeventiende eeuw naast een katholieke kerk een protestantse en een Waalse kerk. In 1736 werd daar nog een Lutherse kerk aan toegevoegd. In de negentiende eeuw werd voor de Joodse inwoners ook een kleine huissynagoge aan toegevoegd. Voor de verschillende genootschappen werden ook begraafplaatsen aangelegd. De drie begraafplaatsen aan de Linderweg vormen daar het voorbeeld van.

De Joodse begraafplaats

Halverwege de achttiende eeuw werd een kleine Joodse begraafplaats aangelegd aan de Linderweg ten zuidwesten van het dorp. Op de eerste kadastrale kaarten kreeg het perceel nr. 366, opeenvolgend aan het perceel van de hervormde begraafplaats. Het was echter niet de eerste Joodse begraafplaats in Vaals. Al eerder werd er door de Joodse gemeenschap begraven op een klein perceel op de hoek van de Tentstraat en Gemmenicherweg, destijds hemelsbreed zo'n vierhonderd van het oude centrum van Vaals. Op deze kleine begraafplaats werden ook Joden uit het nabijgelegen Aken begraven. Het perceel werd genummerd met nummer 33. Waarom dat perceel verlaten werd, is niet bekend. Wel bleef het perceel in handen van de Joodse gemeente van Vaals, zoals blijkt uit de kadastrale aantekeningen van rond 1830.Locatie van perceel 33 aan de Gemmenicherweg (Beeldbank RCE).Locatie van perceel 33 aan de Gemmenicherweg (Beeldbank RCE).

In 1942 werd van het adres Gemmenicherweg 2, naast de oude begraafplaats, de Joodse familie Inow weggevoerd en vermoord in Auschwitz. Van de 38 Joden die in 1940 in Vaals waren ingeschreven, konden er slechts zeven ontkomen aan de gruwelijkheden. Wat nog restte van het Joodse begraafplaatsje werd na de oorlog aangetroffen als een groentetuin voor een tweetal inwoners van Vaals. Het eigendom van het perceel was overgegaan naar de gemeente Vaals. Nadien zijn de stoffelijke resten van de oude begraafplaats overgebracht naar de Linderweg.Op de oudste kadastrale tekeningen is de omvang van de kleine joodse begraafplaats goed te zien (Beeldbank RCE).Op de oudste kadastrale tekeningen is de omvang van de kleine joodse begraafplaats goed te zien (Beeldbank RCE).

In 1966 werden elf van de zestien stenen van de sokkels geduwd door grafschenners. Ook op de naastgelegen hervormde begraafplaats moesten tientallen grafmonumenten het ontgelden. In 1978 was het weer raak. Op beide begraafplaatsen werden weer vernielingen gedaan aan een stuk of twintig grafstenen. Duizenden guldens schade was het gevolg. De daders zijn kennelijk nimmer gegrepen.

Vandaag de dag zijn er nog steeds zestien grafstenen te vinden op de Joodse begraafplaats. Op het langwerpige perceel staan de meeste monumenten tegen de haag die grenst aan de hervormde begraafplaats. Een eenvoudig hekwerk geeft vanaf de Linderweg toegang tot het perceel, maar gemakkelijker is het om via de andere begraafplaatsen de Joodse begraafplaats te betreden. Het perceel is waarschijnlijk uitgevlakt en in het gras lijkt nog iets zichtbaar wat mogelijk een pad is geweest.Overzicht over de Joodse begraafplaats in de richting van de hervormde begraafplaats.Overzicht over de Joodse begraafplaats in de richting van de hervormde begraafplaats.

Het oudste grafmonument dateert uit 1755 en het jongste uit 1941. De 66-jarige Rosa Drielsma is waarschijnlijk de laatste van de Joodse gemeenschap in Vaals die hier begraven werd. Op veel grafmonumenten is de tekst opgenomen in het Hebreeuws maar ook de nabijheid van Duitsland laat zich voelen, omdat daarnaast op veel grafmonumenten een Duitse tekst te lezen is. Zo is bijvoorbeeld het grafmonument voor Lesser Lewi uit 1937 in het Duits gesteld. Lewi was ‘schlossermeister’ (slotenmaker) in Bromberg (het huidige Bydgoszcz in Polen). Mogelijk was Lewi net als vele andere joden al naar Nederland gevlucht. Op een wat ouder grafmonument is een mooie fout gemaakt in de tekst. Frau Goldina Gans zou geboren zijn op 23 maart 1845 en overleden op 14 augustus 1825. Dat moet uiteraard 1925 zijn! Een heel mooi monument is dat voor Veronika Bruch-Cohn die overleed in 1828. In haar grafmonument is een bijzondere geëmailleerde plaat met graftekst verwerkt. Deze is ongetwijfeld later aangebracht, mogelijk door haar man die veel later is overleden.Grafmonument voor Veronika Bruch-Cohn.Grafmonument voor Veronika Bruch-Cohn.

De hervormde begraafplaats

De ingang van de hervormde begraafplaats ligt op de hoek van de Eschberg en de Linderweg. De ingang ligt hoger dan beide wegen en het pad naar het toegangshek loopt dan ook omhoog. Tussen twee gemetselde pijlers hangt hier een fraai smeedijzeren hekwerk met decoratieve krullen. Op het hek is de volgende spreuk opgenomen:

Hiob 19.25. Aber ich weiss dass mein Erlöser lebet,

und Er wird mich hernach aus der Erde auferwecken.Het hek dat toegang geeft tot de hervormde begraafplaats.Het hek dat toegang geeft tot de hervormde begraafplaats.

Na het toegangshek doorgelopen te zijn, gaat het pad nog even omhoog alvorens men de eerste grafmonumenten bereikt. Dat zijn niet meteen de oudste grafmonumenten maar moderne, want er wordt nog steeds begraven. Halverwege staan nog wel verschillende fraaie oudere grafmonumenten. Rechts ligt onder meer een rij grafmonumenten voor leden van de familie Von Clermont. Het meest opvallende monument is voor Friedrich Heinrich (overleden 1861) en Christine Albertine (gestorven 1857). Het monument is een brede klassieke stèle met centraal het symbool van een staartbijtende slang. Het hardstenen monumenten bevat twee marmeren platen waarop teksten voor de overledenen zijn aangebracht.

Even verder staat een ander opvallend grafmonument van zandsteen. De Duitstalige tekst op het monument roept wel een aantal vragen op, zoals hoe deze Duits sprekende general-majoor in dienst kwam van het Nederlandse leger:

HIER. RUHET. IN. GOTT

CHRISTIAN. LUDW: KRASS

KOENIGL: NIEDERLAEND:

GENERALMAIOR

GEB: XXIII AUG: MDCCLXIV

GEST: VI OCTOB: MDCCCXXIII

II. TIMOTH. IV. 18.

Het gaat om Christian Ludwig Krass, geboren in 1764 en gestorven in 1823. Er is helaas niets te vinden over deze man. Interessant aan het grafmonument is de zandloper met vleugels aan weerszijden en daaronder iets dat lijkt op een omgekeerde sinaasappelpers. Onder de tekst zijn nog twee palmtakken afgebeeld.Het grafmonument voor Generaal-majoor Krass.Het grafmonument voor Generaal-majoor Krass.

Ook een neef van Vincent van Gogh heeft hier zijn laatste rustplaats gevonden. Het gaat om Willem Daniel van Gogh, ontvanger der belastingen in Vaals die daar in 1872 overleed. Op diens graf ligt een vrij eenvoudige hardstenen tekstplaat zonder opsmuk. Veel meer opsmuk kent het grafmonument van de uit Aken afkomstige professor Otto Intze. Hij werd geboren in 1843 in Mecklenburg en kreeg een technische schoolopleiding. Nadat hij op 17-jarige leeftijd ervaring opdeed met de bouw van spoorwegen, studeerde hij aan de Polytechnische school in Hannover. Intze was voorstander van de toepassing van staal in watertorens. De toepassing van stalen waterbekkens in watertorens zou door Intze’s werk sterk uitbreiden. Bekend werd hij door zijn ontwerpen voor talloze dammen en de methode die hij bedacht om ervoor te zorgen dat zo’n dam op zijn plaats bleef onder hoge waterdruk. In 1895 werd hij professor waterbouwkunde aan de Technische Universiteit van Aken. Als vroom lutheraan bezocht hij de lutherse kerk in Vaals en daar zou hij ook, nadat hij na een kort ziekbed was overleden, in 1904 begraven worden. Op Intze’s graf staat een imposant beeld van een engelbewaarder. De engel staat op een getrapt basement waarop een stèle is geplaatst met centraal het portret van Intze. Daaronder staat de tekst voor hem en zijn vrouw die hier in 1923 werd bijgezet.Grafmonument voor Intze, geflankeerd door een grote engelbewaarder.Grafmonument voor Intze, geflankeerd door een grote engelbewaarder.

Op de begraafplaats liggen verder nog graven van de familie Binterim, vroegere textielfabrikant uit Vaals. Andere grafmonumenten zijn overgroeid en beschadigd.

Gemeentelijke begraafplaats

Helemaal achteraan op de hervormde begraafplaats sluit een eenvoudig smeedijzeren hekwerk de begraafplaats af. Hierachter ligt de in 1999 ingerichte gemeentelijke begraafplaats. Deze is voor overledenen van diverse geloofsrichtingen. Op 20 oktober 1999 vond de eerste begrafenis plaats. Links van de ingang liggen de grafmonumenten en rechts is een urnentuin aangelegd met een strooiveld. Centraal is een cirkelvormige haag aangebracht met daarbinnen vier bomen die een vierkant vormen. Aan de Linderweg ligt de ingang van de begraafplaats. Hier is tussen zware ijzeren pijlers een smeedijzeren hekwerk opgenomen dat hier al stond voordat de nieuwe begraafplaats werd aangelegd.Het centrale deel van de gemeentelijke begraafplaats.Het centrale deel van de gemeentelijke begraafplaats.

 

Literatuur:

  • Rens, H.A.J. van; De vervolging van joden en Sinti tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Nederlandse provincie Limburg; scriptie UvA, 2013
  • Brochure gemeente Vaals met medewerking van Heemkundekring Sankt Tolbert in het kader van de Open Monumentendag 2005.

Internet:

 

Aangepast: 01 april 2024

Nieuw op de website