Bunschoten - Het graf van Johan van Oldenbarnevelt?

13 januari 2015

Een bekende naam in onze vaderlandse geschiedenis is de naam van Johan van Oldenbarnevelt. Maar veel meer dan zijn naam weten we over het algemeen niet van hem. Het is al heel wat als we weten dat hij in het begin van de zeventiende eeuw landsadvocaat [1] was en dat zijn leven eindigde op het schavot. Een relatie tussen deze Johan en Bunschoten komt al helemaal niet in onze gedachten. Toch is die relatie er wel. Jammer genoeg lezen we daar niet over in onze geschiedenisboekjes. Misschien komt dat wel omdat het niet zeker is of die relatie werkelijkheid is of fantasie. Zeker is alleen dat er een gerucht de ronde doet dat zijn graf in Bunschoten ligt.

Preekstoel en doophek in 1965 (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed -objectnummer 97.844).Zo’n vijftien jaar geleden hoorde ik voor het eerst van dat gerucht. Ik weet allang niet meer van wie en of dat wel een betrouwbare bron was. Mijn eerste gedachte was iets in de trant van ‘dat kan niet waar zijn’. Er moest toch wel ergens bekend zijn waar zijn graf lag. Er zijn immers altijd mensen die zich daarvoor interesseren. Ik weet nog dat toen ik op de Bestuursacademie zat, een docent Staatsrecht vertelde dat hij in zijn vrije tijd wel ging kijken bij het graf van Gijsbert Karel van Hogendorp! Dat was een staatsman die samen met Van Limburg Stirum en Van der Duijn van Maasdam in 1813 de grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden heeft opgesteld. Maar toen ik probeerde na te gaan waar het graf van Van Oldenbarnevelt lag, bleek dat nergens te vinden. Zelfs niet in een vijfdelige biografie over Van Oldenbarnevelt. Het enige wat er stond geschreven was dat onbekend is waar het lichaam nu rust en dat ‘wij dat nimmer zullen weten.’Portret van Johan van Oldebarnevelt.Portret van Johan van Oldebarnevelt.

Was het gerucht dan toch waar? Reden genoeg om verder op onderzoek uit te gaan. Al gauw kwam er zo nog een gerucht bij. Dat gerucht ging terug naar 1976. De oude vloer in de Nederlandse hervormde kerk was in de loop der eeuwen verzakt. Niet zo vreemd want er ligt een heel kerkhof onder de vloer die alleen maar uit grafzerken bestaat. Die gingen een beetje verzakken en de vloer moest flink worden opgehaald. Juist onder de preekstoel stuitten de werklui op een paar muurtjes haaks op de achtergevel, met daarover heen een ijzeren band. Een vreemd iets, want wat had dat voor nut? Of was het misschien de ingang naar een oude grafkelder? Helaas bepaalde een klerk van Monumentenzorg dat er niet verder mocht worden gegraven en dat het gat weer dicht moest worden gemaakt. Waarom? Waarschijnlijk wist de beste man het zelf ook niet. Toen ik het hem een jaar of tien later vroeg, kon hij zich het hele geval niet meer herinneren. Maar het gaf nieuw voedsel aan het oude gerucht over het graf van Johan van Oldenbarnevelt.Gezicht op de preekstoel rond 1920. Onder het linker tekstbord zou Van Oldebarnevelt begraven zijnGezicht op de preekstoel rond 1920. Onder het linker tekstbord zou Van Oldebarnevelt begraven zijn

Toch bleef de vraag hoe en waarom zijn lichaam nou precies in Bunschoten terecht moest zijn gekomen. Dat bleek minder vreemd dan het leek. Johan was een zoon van de Amersfoortse veehandelaar Gerrit van Oldenbarnevelt. In 1547 zag hij het levenslicht. Hij studeerde in verschillende buitenlandse steden en werd in 1570 advocaat in Den Haag. Via via kwam hij in contact met Willem van Oranje en later met prins Maurits. Vanaf 1586 was hij advocaat van Holland en West-Friesland en later zelfs landsadvocaat. Een glansrijke carrière. Geschiedenisboeken schrijven over hem als een van de belangrijkste staatslieden van zijn tijd en zien hem als de grondlegger van de Republiek der Verenigde Nederlanden.

Dat hij op een gegeven ogenblik bij prins Maurits uit de gratie raakte, kwam omdat hij niet wilde dat de macht bij een ‘erfelijk’ staatshoofd kwam te liggen. Bovendien wilde hij rond 1606 vrede sluiten met Spanje (het was immers in de tijd van de Tachtigjarige Oorlog). Maar daar waren nogal wat mensen op tegen: de predikanten die herleving van het katholicisme vreesden, maar ook prins Maurits en andere leden van zijn familie die terecht dachten dat ze in tijd van vrede een minder belangrijke rol konden spelen dan in tijd van oorlog. In eerste instantie won Van Oldenbarnevelt met het sluiten van het Twaalfjarig Bestand. Helaas slaagden zijn tegenstanders erin hem tijdens dat bestand ten val te brengen. Hij werd gevangen genomen en om te voorkomen dat hij niet werd schuldig bevonden, werd een speciale Generaliteitsrechtbank ingesteld waarvan de leden met zorg door zijn tegenstanders werden gekozen. Zijn doodvonnis was slechts een kwestie van tijd. Na een nep proces werd hij ter dood veroordeeld. Johan sprak na het horen van het vonnis de woorden: ‘Is dit mijn beloning voor drie en veertig jaren dienst, die ick dit land hebbe gedaan?’ Hij wees erop dat zijn bekentenissen waren verdraaid. Geërgerd maakt de president van de rechtbank een einde aan het betoog. Van Oldenbarnevelt legde met zijn kritiek de vinger precies op de zere plekken.

Op 13 mei 1619 werd voor de Ridderzaal op het Binnenhof in alle vroegte een schavot getimmerd. Onder grote belangstelling, er waren zelfs gereserveerde plaatsen voor buitenlandse theologen die ter gelegenheid van de Nationale Synode in Dordrecht in ons land waren, werd Johan van Oldenbarnevelt het schavot opgeleid. Voordat hij met een slag van het zwaard werd onthoofd [2], sprak de landsadvocaat: ‘Mannen, gelooft niet dat ick een lantverrader ben, ick hebbe oprecht ende vroom gehandelt, als een goed Patriot, ende die sal ick sterven.’

Hij had gratie kunnen krijgen als hij prins Maurits daarom had gevraagd. Daar was hij te trots voor en Maurits had onvoldoende grootheid hem die gratie ongevraagd te schenken. Na afloop is het lichaam van Van Oldenbarnevelt in een ongeschaafde kist gelegd en eindigen de meeste geschiedenisboeken. Maar hij moest uiteraard ergens worden begraven. Dat was niet gemakkelijk, want het was gebruikelijk dat iemand die was onthoofd, niet in aanmerking kwam voor een begrafenis in een kerk.Deze tekening van Jan de Beijer van rond 1750 toont de kerk in zijn oude situatie.Deze tekening van Jan de Beijer van rond 1750 toont de kerk in zijn oude situatie.

Nu was in die tijd ene Volcken Meynertsz schout van Bunschoten. Burgemeester zouden we nu zeggen. Die schout had een dochter Geertgen die in 1597 was getrouwd met Hendrik van Oldenbarnevelt. Die Hendrik was op de een of andere manier familie van Johan. Het was een tijd waarin kerk en staat een beetje hetzelfde waren en de schout had nog aardig invloed. Vooral in een kleine gemeenschap. Ongetwijfeld heeft hij gemakkelijk kunnen regelen dat er iemand in de kerk werd begraven. Ook al was dat eigenlijk niet geoorloofd. Het is best mogelijk dat zijn kinderen van hun familierelatie gebruik hebben gemaakt om hem toch in een kerk te laten begraven.

Een mooi verhaal. Of het waar is kan natuurlijk nooit meer worden bewezen. Onlangs liep ik nog eens rond de preekstoel in de Nederlandse hervormde kerk met dit verhaal in gedachten. Er is geen enkele aanwijzing die er op wijst dat hier een groot staatsman ligt begraven. Met een beetje fantasie kun je dan wel bedenken hoe bijna vier eeuwen terug bij het schamele licht van een paar kaarsjes de kist met het lichaam van Johan van Oldenbarnevelt aan de aarde werd toevertrouwd. Toch is het niet zo verborgen gebleven als bijna vierhonderd jaar het gerucht nog steeds bestaat. Zo hardnekkig kunnen geruchten zijn.De preekstoel vandaag de dagDe preekstoel vandaag de dag.

 

Noten:

[1] Formeel was een landsadvocaat alleen een woordvoerder, maar Van Oldenbarnevelt wist die functie meer inhoud te geven. Zelfs zodanig dat alle besluiten en uitgaande stukken via hem moesten lopen. Hij zorgde ervoor dat niet de Raad van State, maar de Staten-Generaal het hoogste bestuursorgaan werd. Hij had zitting in de Staten-Generaal en op deze manier breidde hij zijn macht en invloed verder uit.

[2] De ter dood veroordeling met het zwaard was vooral voor edelen. Lager volk werd gewoon opgehangen of zelfs gevierendeeld.

 

Aangepast: 17 maart 2024

Nieuw op de website