Workum - Joodse begraafplaats

15 januari 2010

 

 

De Friese stad Workum is altijd een open stad geweest zonder verdediging. De stad was lang en smal, gebouwd aan weerszijden van de inmiddels gedempte Wymerts. Al met al, van de sluis tot het Dwarsnoard, was de stad zo'n anderhalve kilometer lang. Hoewel niet gelegen aan zee, was Workum van belang in de zeehandel. Door een verbinding van zo'n twee kilometer, het Soal, had de stad verbinding met de Zuiderzee. De zeesluis aan de zuidkant van Workum was van groot belang. Hier stond onder meer een herberg en er lag een scheepswerf.

Zeventiende eeuw

Dat een stad als Workum interessant was voor handelaars blijkt ondermeer uit het feit dat zich al vroeg Joden vestigden in Workum. In de zeventiende eeuw kwam het voor dat schippers uit Workum in dienst van Portugese Joden uit Amsterdam ladingen vervoerden.
Uit de bronnen blijkt dat David Salomons, pachter van de Bank van Lening in 1663, in 1664 grond kocht voor een begraafplaats. Daarmee is dit de oudste Joodse begraafplaats in Friesland. De begraafplaats, groot "dartich vijercante voeten lands", lag bij de sluis aan de zuidkant van Workum. De kosten voor de aankoop bedroegen 20 caroli gulden. De begraafplaats was bestemd voor David Salomons en zijn erfgenamen en voorts voor geloofsgenoten die daarvoor een overeenkomst sloten met Salomons, mits tegen betaling van 20 caroli gulden aan de stad.
In sommige bronnen is verondersteld dat de pachter van de Bank van Lening in 1634 in Workum, David Provana, identiek was aan deze David Salomons. Door W.M. Dooper, schrijver van het boek "De Joden van Bolsward" is echter aangetoond dat Provana en zijn nakomelingen huwden in de Hervormde Kerk en ook dat hij zijn kinderen liet dopen, waaruit bleek dat het geen Jood betrof.

David Salomons, gehuwd met Wendel Davids, verwierf op 30 december 1676 het burgerschap van de stad IJlst. Wendel overleed in 1714 in Rotterdam maar werd begraven in Workum. Hun zoon Abraham Davids, gehuwd met Mincke Davids, was houder van de Bank van Lening te Kollum van 1682-1690. Het echtpaar had ook nog een tweede zoon: Wolf Davids. Het is goed mogelijk dat Lasareth Salomons uit Emden, die een jaar later, in 1677, het burgerschap van IJlst verwierf, een broer was van David Salomons.

Uiteindelijk ontwikkelde zich in Workum geen Joodse gemeente. In het nabij gelegen Hindeloopen gebeurde dat later wel. In de achttiende en negentiende eeuw ontstond hier een kleine zelfstandige gemeente met een synagoge aan de "Buerren". In 1862 werd deze kleine gemeente opgeheven en bij die van Bolsward gevoegd.

De begraafplaats

Vandaag de dag resteren op de begraafplaats nog zes zerken, die dateren uit 1676, 1690, 1697, 1706 en 1714. Van één steen is het jaartal onleesbaar. De oudste steen is van een Portugese Jood: Benjamin Jehuda Sarlouis [1] . Ook de stenen van de stichter David Salomons en zijn vrouw zijn nog aanwezig.

Al in 1764 ontstonden er problemen met het onderhoud van de begraafplaats en werd een oproep geplaatst in de Leeuwarder Courant van 18 augustus. De oproep was gericht aan hen die het recht van eigendom hadden op de begraafplaats met het verzoek de onkosten van de reparatie te betalen, daar anders 'de graven zullen vervallen aan de Stad". De Joodse Gemeente van Leeuwarden, met steun van de Joodse Gemeenten van Amsterdam, Emden, Harlingen, Den Haag en Rotterdam ondernamen actie. Ook in 1785 was dat weer noodzakelijk. Nu kwam er ook steun uit de Joodse gemeenten van Bolsward en Hindeloopen. In 1817 viel de begraafplaats onder de Israëlitische Gemeente Hindeloopen, maar niet voor lang. Het kadaster vermeldt in 1832 als eigenaar de Israëlitische Gemeente Bolsward en niet die van Hindeloopen. Het gaat dan om perceel A1123, 190 m2. Hoewel het perceel in het toenmalige kadaster rechthoekig is, is het vandaag de dag nagenoeg vierkant, maar de grootte is hetzelfde.

Resterende zerken op de begraafplaatsHoewel het voor de hand lag dat het nabijgelegen Hindeloopen gebruik maakte van deze begraafplaats, is dit niet zeker: het kadaster vermeldt in 1832 te Hindeloopen: 2 percelen aan de Buuren in bezit van de Israëlitische Gemeente: A435, 165 m2, "kerkhof, begraafplaats" en A436, 210 m2 "erf". De synagoge staat echter ingetekend op perceel A435. Waarschijnlijk betreft dit het perceel aan de Buuren, gekocht door David van Gelder [2] op 4 juni 1771. Beide percelen werden verkocht tussen 1863 en 1872. Het lijkt hoogst onwaarschijnlijk dat er in Hindeloopen Joden begraven zijn. Het is ongebruikelijk om Joodse begraafplaatsen te verkopen of te ruimen. De overledenen dienen in alle rust het einde der tijden te kunnen afwachten. Het perceel is echter tot op de huidige dag onbebouwd gebleven. Het aantal overledenen in Workum en Hindeloopen samen bedroeg over alle jaren ongeveer vijftig. 

Voortbestaan begraafplaats

Als gevolg van het wegvallen van 85% van de Joodse gemeenschap in de rampzalige jaren 1940-1945, kreeg het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) na de oorlog tegen wil en dank bijna tweehonderd begraafplaatsen in eigendom. Dit betrof begraafplaatsen van de gemeenschappen welke hadden opgehouden te bestaan. Het NIK was en is nauwelijks in staat om het beheer van dit aanzienlijke aantal begraafplaatsen op adequate wijze uit te voeren. Slechts met hulp van buitenaf, met name door vrijwilligers en burgerlijke gemeenten, komt een en ander, voornamelijk voor wat betreft het groenonderhoud, zo goed en zo kwaad als mogelijk op basale manier van jaar tot jaar tot stand. Voor onderhoud aan grafmonumenten, gebouwen, omheiningen en dergelijke zijn geen fondsen beschikbaar.

Datzelfde lot trof ook de begraafplaats van Workum. Door de jaren is de kleine begraafplaats van Workum blijven bestaan, maar na de Tweede Wereldoorlog werd het onderhoud van deze bijzondere plek nog moeilijker.

De oude poort in de betonnen muur.Om de begraafplaats op de juiste wijze af te schermen van de omgeving bouwde men in 1938 een betonnen muur om het perceel. De muur was wel nodig gebleken omdat bij verschillende bezoeken van de joodse synode was gebleken dat de begraafplaats slecht onderhouden werd. Bij een van de bezoeken werden zelfs varkensstallen op de begraafplaats aangetroffen. De betonnen muur werd in de loop der jaren wel enigszins onderhouden, maar na het verwijderen van een groot deel van de omringende begroeiing in 2005 bleek dat de muur dringend opgeknapt moest worden. De kleine toegangspoort in de muur was in de loop der jaren vervangen door een stalen deur met daarop een Davidsster. Door deze stalen deur was het kleine timpaan boven de toegang niet meer zichtbaar. Hierop heeft vast en zeker een toepasselijke spreuk gestaan, maar die is verdwenen. De nog aanwezige zerken liggen op een kleine verhoging. Enkele zerken waren gebroken en enigszins verzakt.

Voorafgaande aan het 350-jarig bestaan van de begraafplaats is de betonnen muur hersteld, de poort ingeruild voor een open metalen hek en zijn de zerken op een betonplaat gelegd zodat verdere schade voorkomen wordt. Rondom de betonnen muur is een lage haag aangebracht. Al met al kon zodoende het 350-jarig bestaan van de begraafplaats in 2014 groots gevierd worden met gasten uit de hele wereld. 

De omgeving

De begraafplaats met op de achtergrond de nieuwbouwwijkIn de omgeving van de begraafplaats is in de loop der jaren nogal wat veranderd. De zeesluis keert geen zee meer, maar het zoete water van het IJsselmeer. Pleziervaart in plaats van handelsschepen gaan nu door de sluis en langs de begraafplaats.
Maar die verandering is niet het meest in het oog lopend. Ooit lag de begraafplaats in een rustige omgeving, ver van de bebouwde kom. De laatste jaren is echter de nieuwbouw van Workum ook tot hier doorgedrongen. Een ontsluitingsweg voor de nieuwbouwwijk heeft de begraafplaats meer zichtbaar gemaakt. Het ommuurde begraafplaatsje ligt nu dan ook als een kleine oase tussen water en wegen. Het groenonderhoud is in de loop der jaren verzorgd door de burgerlijke gemeente Nijefurd, mede dankzij persoonlijke inspanning van de bestuurders van deze gemeente.

In 1999 is de begraafplaats, mede dankzij haar geschiedenis en de bijzondere ommuring, aangewezen als rijksmonument. De plek, de geschiedenis van de Joodse gemeenschap in dit deel van Friesland, evenals de nog aanwezige zerken en muur vormden de aanleiding tot aanwijzing van de begraafplaats tot rijksmonument. Hopelijk betekent die status ook dat het begraafplaatsje nog tot in lengte der dagen bewaard kan blijven.

 

Met dank aan de heer J. Gans, voormalig begraafplaatsconsulent van het Nederlands Israelitisch Kerkgenootschap.

 

Noten

  1. Het jaartal van diens steen wordt onjuist vermeld in het boekje "Drie eeuwen Joods Leven in Friesland", p. 35; het moet zijn 5436=1676; zie de foto aldaar.
  2. De nakomelingen van David van Gelder hadden ondermeer bestuursfuncties bij de Joodse Gemeente van Leeuwarden

 

Literatuur

  • Michman, Jozeph, Hartog Beem en Dan Michman; Pinkas. Geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Nederland, Ede/Antwerpen 1992
  • Faber, Irene & Siem van der Woude; Drie eeuwen Joods leven in Friesland, Leeuwarden 1995.

 

Internet

 

Aangepast: 07 januari 2022

Nieuw op de website