Skip to main content

Aafjes, Lambertus Jacobus Johannes (Bertus)

11 juli 2008

 

* Amsterdam 12 mei 1914 - † Swolgen 22 april 1993

 

aafjes_portretZijn jeugd bracht Lambertus Jacobus Johannes Aafjes door in de Indische buurt in Amsterdam-oost. De woning Borneostraat 32-I waar hij als oudste kind met zijn ouders Joannes Aafjes en Nicolasina Minkels plus zijn twee zusters woonde was het laatste woonhuis van de uitbreiding van Amsterdam. Hij speelde veel op het onbebouwde land dat aan het huis grensde. Zijn herinneringen aan deze jaren legde hij neer in De sneeuw van weleer (1987). 

Zeven jaar volgde hij een opleiding tot priester o.a. aan het Hageveld College in Heemstede. In 1936 waren zijn twijfels over het priesterschap echter zo toegenomen dat hij de studie opgaf. Dat betekende wel dat hij geen enkel diploma had en het leven buiten de katholieke wereld hem vreemd was. Om ervaring op te doen besloot hij per fiets naar Rome te reizen. Kort na zijn vertrek, in Bazel, stuurde hij zijn fiets per trein terug naar Amsterdam en ging lopend verder. Op zijn 22e verjaardag, 12 mei 1936, kwam hij in Rome aan. Via Zwitserland en Frankrijk keerde hij terug om na 9 maanden weer in Amsterdam aan te komen. Hij besloot archeologie te gaan studeren en verbleef daartoe in Leuven (1936) en Rome(1938). De drang tot schrijven en dichten belette hem de studie te voltooien; hij wierp zich geheel op literair- en journalistiek werk. Met Het gevecht met de muze, een gedichtenbundel, debuteerde hij in 1940. Nog voor de oorlog ontmoette en trouwde hij met Tine Wesseling (4 september 1917-8 juni 2001). Later kreeg zij enige naam als schilderes Francisca Aafjes. Ook illustreerde zij boekjes van haar man.

Reizen

Tijdens de Tweede Wereldoorlog dook Aafjes met zijn gezin onder in Friesland waar hij clandestien enkele dichtbundeltjes liet verschijnen. Zijn grote doorbraak kwam met de verschijning van een verslag van de reis die hij in 1936 naar Rome had gemaakt. Een omvangrijk, autobiografisch dichtwerk met de titel Een voetreis naar Rome (1946). Het werd een groot succes. Nog in hetzelfde jaar werden er 30.000 exemplaren van verkocht, een in Nederland nooit eerder voorgekomen oplage.  Antieke culturen en de bijbel hebben Aafjes altijd gefascineerd. Een reis naar Egypte inspireerde hem tot het schrijven van de sonnettenbundel Het koningsgraf (1948) waarna in 1949 het symbolische dichtwerk In den Beginne verscheen Samen met zijn vrouw en drie dochters ging hij in 1951 in een deel van kasteel Hoensbroek wonen in 1956 gevolgd door een reis door de Verenigde Staten. Van deze reis deed hij verslag in Logboek voor "Dolle Dinsdag" waarbij hij met Dolle Dinsdag zijn in 1954 geboren dochter Diana bedoelde. Bij een herdruk kreeg het logboek een nieuwe titel: Ik ga naar Amerika. Reizen zat in zijn bloed. Het Middellandse Zeegebied, Rome. In deze laatste stad schreef hij tijdens een korte archeologische studie een autobiografisch verslag onder de titel Capriccio Italiano (1957). Een reis door Griekenland aan de hand van Homerus' Odyssee vond zijn weerslag in Goden en Eilanden (1959). En gedurende een reis naar Japan ontdekte Aafjes in een archief beschrijvingen van de oude, zeventiende eeuwse, Japanse opperrechter Ooka. Deze rechter muntte uit door zijn scherpzinnige oplossingen van onontwarbare juridische knopen. Aafjes schreef vier boeken over deze rechter. Ze waren erg populair, zo populair dat hij de vererende opdracht kreeg het Boekenweekgeschenk 1973 te schrijven, een Rechter Ooka verhaal: Een lampion voor een blinde. In hetzelfde jaar verruilde hij het kasteel Hoensbroek voor een bungalow in Swolgen in Noord Limburg waarna hij in 1975 samen met zijn vrouw een Afrika-reis maakte die de sporen van Livingstone en Stanley volgde.

Waardering

Het werk van Bertus Aafjes wordt in het algemeen omschreven als lyrisch-romantisch, virtuoos maar natuurlijk en eenvoudig. aafjes3De mens staat centraal. De zoekende mens, zoekend naar de plaats die godsdienst in zijn leven inneemt, zoekend naar liefde, veelal met een positieve levenshouding. Ook zijn reisverhalen en -verslagen blinken uit door de persoonlijke sfeer en het stilistische gehalte. Hij kreeg veel waardering en ontving een aantal literatuurprijzen zoals de Tollensprijs (1953), de ANWB-prijs voor zijn reisbeschrijvingen (1956), de Burgemeester van Grunsven-prijs voor zijn hele oeuvre (1962) en de Cestoda-prijs (1989).

In 1992 werd Aafjes plotseling blind. Bij ziekenhuisonderzoek bleek aan hij kanker te lijden. Hij wilde de hem nog resterende tijd thuis zijn waar hij op 22 april 1993 overleed. De begrafenis vond plaats op maandag 26 april op het rk kerkhof H. Lambertus in Swolgen. Hij werd begraven in een door hemzelf uitgekozen graf bij de muur van de begraafplaats (oostzijde, rij 7). Zeer bij toeval was die plaats op dat tijdstip ook aan de beurt. In juni 2001 werd zijn vrouw Tine in dit graf bijgezet.

 

Literatuur

  • Rob Molin en W. Sinnighe Damsté: Bertus Aafjes (1982)
  • Hans Heesen, Harry Jansen, Ed Schilders: Waar ligt Poot? (1997)

 

Aangepast: 16 december 2019

Nieuw op de website


Kollum – Protestants kerkhof

16 maart 2024
~Fryslân

Jacobs, Aletta

07 maart 2024
~Maatschappij

Als bloemen bij het graf - Rolde

07 maart 2024
~Als bloemen bij het graf

Lobith - Katholieke kerkhof

12 februari 2024
~Gelderland