Skip to main content

Dommers, Lodewijk Bernardus Johannes

05 februari 2012

 

* Coevorden, 5 maart 1837 - † Coevorden, 31 maart 1908

Lodewijk Bernardus Johannes Dommers werd de eerste burgemeester van de gemeente Schoonebeek, dat ontstond na de afsplitsing in 1884 van de gemeente Dalen. De grote afstand die de Schoonebeker afgevaardigden moesten afleggen om de raadsvergaderingen te kunnen bijwonen vormden een groot probleem. De wegen waren slecht, het weer speelde vaak parten en men had ook nog eens de eigen werkzaamheden.

Grafmonument L.B.J. Dommers

Dit alles had tot gevolg dat de Schoonebeker raadsleden vaak ontbraken op raadsvergaderingen en geen bijdrage konden leveren aan de discussies in de raad en aan de besluiten van de raad, zodat de Schoonebeker bevolking het gevoel kreeg door Dalen te worden overheerst. In de liberaal Dommers kreeg Schoonebeek een zeer ervaren bestuurder én iemand die beschikte over de noodzakelijke ondernemingsgeest in een gemeente die nog moest worden opgebouwd en moest bewijzen levenskrachtig te zijn.

Het werken met en in een gemeenteraad was Dommers niet onbekend. Hij was van 1862 tot 1874 raadslid van de gemeente Coevorden geweest. Tijdens zijn burgemeesterschap werd veel tot stand gebracht. Te vermelden valt onder andere de bouw van een nieuw gemeentehuis, het stichten van twee scholen, het aantrekken van een brigade Marechaussee, de bouw van een Marechausseekazerne en het oprichten van de Schoonebeker Coöperatieve Brandwaarborg-Maatschappij. Dommers is tot zijn toetreden tot het college van Gedeputeerde Staten van Drenthe in 1904 burgemeester van Schoonebeek gebleven. Het wekt dan ook enige verwondering, dat zijn burgemeesterschap van 1884 tot 1904 niet vermeld staat op zijn grafmonument.

Het Amsterdamscheveld

Familiegraven der DommersLodewijk Bernardus Johannes Dommers werd geboren in Coevorden op 5 maart 1837 als zoon van Berend Dommers en Carolina Francisca La Paix. Van Berend Dommers weten we, dat hij koopman en “koffijhuishouder” was, zoals valt te lezen in een aantal akten. In 1851 begon hij als uitvoerend vervener voor vermogende Amsterdamse heren, die het Amsterdamscheveld bezaten. Mogen we stellen, dat hij het pad effende voor zijn zoon, die van zo grote betekenis voor de Drentsche Lantontginning Maatschappij (DLM) zou worden? Op 2 december 1856 overleed hij op 53-jarige leeftijd. Carolina Francisca La Paix, wier naam een Franse achtergrond doet vermoeden, was een geboren Duitse. Zij overleed op 2 februari 1891 op ruim 82-jarige leeftijd. Haar meisjesnaam siert tot op de huidige dag het huis, waarin zij tot haar dood met een paar dochters en haar zoon Lodewijk Bernardus Johannes heeft gewoond.

Het huis staat aan de monding van het Stieltjeskanaal en gericht op het Dommerskanaal, waterwegen die van grote betekenis waren voor de ontginning van het reeds genoemde Amsterdamscheveld. Dit veld van ruim 2000 ha strekte zich uit ten zuiden van Emmen en was aangekocht door de DLM, die gevestigd was te Amsterdam. Oprichters en aandeelhouders van de DLM waren de Amsterdamse heren Hendrik Meinesz, ontvanger der Directe Belastingen, Gregorius Cruys Corneliszoon, grondeigenaar, Hendrik van Beeck Vollenhove, koopman, Pieter Christiaan Stadnitski, makelaar, Jan Pieter Adolf van Wickevoort Crommelin, grondeigenaar en Albert van Geuns, koopman.

Huize 'La Paix'Door de DLM werd Lodewijk Bernardus Johannes Dommers benoemd tot administrateur en zaakwaarnemer. Met de bouw van het huis in opdracht van de DLM kreeg Dommers een behuizing, passend bij zijn functie. Hij bleef er wonen tot zijn overlijden in 1908. Vanuit dit huis aan de rand van het dorp Nieuw-Amsterdam, behorend tot de gemeente Emmen, bestuurde hij ook van 1884 tot 1904 als burgemeester de gemeente Schoonebeek.
De naam van het dorp Nieuw-Amsterdam lag voor de hand: het dorp werd in 1852 gesticht door de reeds genoemde eigenaars van het Amsterdamscheveld.

Het Stieltjeskanaal en het Dommerskanaal

Voor de ontwikkeling van dit veld en met name de afvoer van turf waren waterwegen onontbeerlijk. Samen met notaris Albertus Slingenberg had Dommers om die reden al in 1859 een concessie aangevraagd voor de aanleg van een kanaal. De concessie werd eerst verleend in 1880, in 1882 gevolgd door de oprichting van de Stieltjeskanaal Maatschappij, waarvan Dommers secretaris werd. Het graven kon beginnen. In de naamgeving van de gegraven vaarweg heeft men de in 1873 overleden Dr. T.J. Stieltjes, in leven directeur van de Overijsselsche Kanaalmaatschappij, willen eren. Met Slingenberg en Dommers had hij zich beijverd om een waterweg richting het Amsterdamscheveld te realiseren.
Voor de ontsluiting van het veengebied was het óók nodig een kanaal te graven vanaf het Stieltjeskanaal het Amsterdamscheveld in. Bij het graven van dit kanaal gaf Dommers als administrateur van de DLM leiding aan de uitvoering ervan. Gefaseerd aangelegd, heeft Dommers niet het eindresultaat mogen meemaken. De laatste fase viel namelijk in de periode 1911-1920. Het kanaal kreeg de naam van Dommers. Een ander project, waarvan Dommers als plaatselijk directeur het beheer mocht voeren, was de door de DLM in 1862 opgerichte Coevorder Gazcompagnie. Deze gasfabriek, gevestigd in een voormalig kazernegebouw, produceerde gas voor verlichting van gaslantaarns.

Toegang tot de katholieke begraafplaats 'De Loo'

Niet al zijn activiteiten leidden tot het gewenste succes. Zijn initiatief om te komen tot een winkel op coöperatieve grondslag voor de veenarbeiders liep op niets uit. De arbeiders waren er niet rijp voor. Wel zien we hier de sociale bewogenheid van de liberale bestuurder en ondernemer Dommers, die nog eens wordt onderstreept door zijn ijveren voor een ziekenfonds. Dit ziekenfonds Hulp in Lijden werd in 1890 opgericht in Nieuw-Amsterdam en telde bijna uitsluitend veenarbeiders als leden. Van zijn sociale bewogenheid getuigt ook hetgeen hij tijdens zijn burgemeesterschap te Schoonebeek in de gemeenteraad opmerkte naar aanleiding van het aanstellen van een nieuwe veldwachter: “Hij voor zich [=Dommers, MM] zoude er voor wezen, hoe ook omtrent het tractement worde besloten, jaarlijks eene zekere som te storten in een pensioenfonds of levensverzekering ten bate van de gemeenteveldwachter, ten einde daaruit voor dezen, bij ontslag wegens ziekte, of gebleken ongeschiktheid voor den dienst eenige tegemoetkoming in zijn verdere levensonderhoud kunnen worden getrokken. Want om bijvoorbeeld een persoon die buiten zijn toedoen niet meer in staat is zijne plichten verbonden aan de betrekking van gemeenteveldwachter te vervullen aan den dijk te zetten, zonder hem eenige geldelijke ondersteuning te geven, dat strijdt tegen het gevoelen van ieder weldenkend mensch!

Rooms-katholieke begraafplaats “De Loo”

Overleden op 31 maart 1908 werd Dommers, hoewel niet praktiserend Rooms-katholiek, begraven op de Rooms-katholieke begraafplaats van Coevorden, “ De Loo”.
Het verhaal gaat dat hij één keer per jaar te biecht ging bij de pastoor van Nieuw-Schoonebeek.

 

Literatuur en bronnen

  • Encyclopedie van Drenthe (2003)
  • Prof. Dr. H. J. Prakke, Deining in Drenthe (1969)
  • Drenthe, gids voor cultuur en landschap (2002)
  • H. D. Minderhoud Schoonebeek, de eeuwen door (1980) 

Internet

 

 

Aangepast: 02 juni 2018

Nieuw op de website


Kollum – Protestants kerkhof

16 maart 2024
~Fryslân

Jacobs, Aletta

07 maart 2024
~Maatschappij

Als bloemen bij het graf - Rolde

07 maart 2024
~Als bloemen bij het graf

Lobith - Katholieke kerkhof

12 februari 2024
~Gelderland