Skip to main content

Nieuwsbrief


Geschreven: 16 juni 2018
Aangepast: 16 juni 2020
Auteur: René ten Dam
Categorie: De dood in beeld

 

WorkumSommige begraafplaatsen krijgen in de loop der jaren een heel andere karakteristiek. Soms komt dat doordat het groen op de begraafplaats in volume toeneemt (of afneemt), maar veel vaker is het verdwijnen van typerende grafmonumenten de reden hiervoor. Oude grafmonumenten worden geruimd en maken plaats voor nieuwe gedenktekens. Dat valt bijvoorbeeld goed op bij katholieke begraafplaatsen, waar vroeger veel vaker een kruis verscheen op een graf dan tegenwoordig het geval is. Maar dat geldt niet voor alle katholieke begraafplaatsen.

Een mooi voorbeeld is de rooms-katholieke begraafplaats uit 1883 in het Friese Workum. Hoewel verschillende van de kruisen op bovenstaande prentbriefkaart uit begin van de vorige eeuw zijn verdwenen, oogt de begraafplaats tegenwoordig nog net zo fraai. De calvarieberg met priestergraven is nauwelijks zichtbaar op de kaart, maar is nog steeds aanwezig. Ook het neogotische grafmonument voor het echtbaar Fluitman-Ydema bestaat nog. De begraafplaats met de calvarieberg en het neogotische grafmonument is in 1999 aangewezen als rijksmonument. Wie in de buurt is, doet er goed aan de begraafplaats een bezoek te brengen. 


Geschreven: 16 juni 2018
Aangepast: 16 juni 2020
Auteur: René ten Dam
Categorie: De dood in beeld

 

Hunnebed - D43Hunebedden behoren tot de oudste architectuurmonumenten van Nederland, die op twee uitzonderingen na allemaal in Drenthe te vinden zijn. Vroeger deden er allerlei verhalen de ronde over deze imposante bouwsels, die oorspronkelijk waren bedekt met aarde. Het woord 'hunebed' wordt meestal verklaard als 'graf van de Hunnen'. Dominee, ontginner en historicus Johan Piccardt noemde ze in de zeventiende eeuw de bouwsels van reuzen. Begin achttiende eeuw werden onder de heuvels echter de resten van mensen gevonden. De reuzentheorie werd verlaten en later werd ontdekt dat de grafmonumenten horen bij de Trechterbekercultuur en tussen 3400 en 3050 voor Christus gebouwd zijn. Op aandrang van dominee en oudheidkundige Nicolaas Westendorp werd in de negentiende eeuw hunebedden met een enkele 'n' geschreven, al bleek de spelling met de dubbele 'n' hardnekkig...

Bovenstaande kaart is in november 1906 verstuurd vanuit Emmen naar Hattem en geadresseerd aan 'Mej. J. Hulsbergen'. Het is een afbeelding van hunebed D-43, één van de tien hunebedden in en rond Emmen. Het is een zogenaamd Langgraf, waarvan er in Nederland maar één te vinden is. Binnen de gerestaureerde en vrijwel complete stenenkrans van 52 stenen liggen twee grafkelders ingebed in de 40 meter lange dekheuvel. In tegenstelling tot de meeste overige hunebedden heeft dit langgraf geen oost-west oriëntatie maar is het vrijwel noord-zuid gericht.

Omstreeks 1900 waren veel hunebedstenen verzakt doordat men er stenen tussenuit gehaald had. Albert van Giffen, die wordt gezien als de grondlegger van de Nederlandse archeologie, heeft de hunebedden gerestaureerd door de stenen in oorspronkelijke positie terug te brengen.


Geschreven: 16 juni 2018
Aangepast: 18 maart 2023
Auteur: René ten Dam
Categorie: De dood in beeld

 

Tegenwoordig verschijnen er nauwelijks nog afbeeldingen van begraafplaatsen op prentbriefkaarten, hooguit van een historische begraafplaats. Nu zijn prentbriefkaarten tegenwoordig ook niet zo populair meer, vooral nog in vakantieperiodes of aan het einde van het jaar. Begin vorige eeuw was dat wel anders. Prentbriefkaarten waren enorm populair en met brieven het belangrijkste middel om vrienden of familie een bericht te sturen. In bijna elke plaats was er wel een uitgever van kaarten en het aanbod was dan ook groot, van fantasiekaarten tot topografische onderwerpen, waaronder begraafplaatsen. Van sommige begraafplaatsen verschenen in de loop der jaren wel tientallen kaarten! Begraafplaats 't Heike in Tilburg is zo'n begraafplaats.


Geschreven: 16 juni 2018
Aangepast: 16 juni 2020
Auteur: René ten Dam
Categorie: De dood in beeld

 

GrebbebergTijdens de meidagen van 1940 sneuvelden er ongeveer 2.300 Nederlandse militairen. 424 van hen kwamen om tijdens de strijd om de Grebbeberg. Het aantal Duitse soldaten dat bij de gevechten om de Grebbeberg sneuvelde wordt geschat op circa 200. In totaal verloren de Duitse troepen die meidagen zo'n 2.000 soldaten.

Het huidige ereveld is al in de meidagen van 1940 in haar eerste verschijningsvorm aangelegd door Duitse troepen voor zowel Duitse als Nederlandse doden. Op 16 mei werden de eerste slachtoffers begraven. 

De eerste grafrijen op de begraafplaats waren voor de Duitse doden. Zij waren de eerste dagen na de capitulatie verzameld en begraven. De Nederlandse doden werden onder leiding van het Rode Kruis geborgen en begraven door inwoners van Elst en Rhenen die zich op last van de bezetter moesten melden. De slachtoffers werden voorzien van een enveloppe met daarop de gegevens van de plaats waar ze waren gevonden en onder welke omstandigheden. Een klein identificatieteam bestaande uit medewerkers van het Rode Kruis en twee geestelijken zorgde voor de registratie en identificatie. Persoonlijke bezittingen van de doden werden in de enveloppe gestopt. Nadat het lichaam was begraven, werden de grafgegevens genoteerd en werd de enveloppe overgedragen aan het Nederlandse Rode Kruis. De graven kregen in eerste instantie een eenvoudig houten bordje op een paal als grafaanduiding, maar in sommige gevallen zorgden de nabestaanden al snel voor een stenen grafmonument.

De begraafplaats werd bovendien druk bezocht. Er verschenen zelfs prentbriefkaarten met bezoekers in beeld. Getoonde prentbriefkaart werd in 1941 vanuit Arnhem verzonden naar de toenmalige directeur van het Limburgse mijnwerkersdorp Lauradorp.