Ten vuren, ten vuren
Met vrouwen kroost, al klinkt het ruw!
’t Is goed voor u,
Dan kunje langer duren;
Wel eens zoo lang als nu.
De lijken, de lijken
Ontvolkten veel te lang het land
’t Is zonde en schand
Dat zal statistisch blijken,
Zoodra men ze verbrandt.
Naar d’oven, naar d’oven!
Die ’t lijk verbrandt, verbrandt den Dood,
Den stervensnood,
En brengt het leven boven?
Voorwaar! onze eeuw is groot!