Skip to main content

Het verdwenen graf van Meinoud Rost van Tonningen

09 juli 2009

 

Na de executies van Max Blokzijl en Anton Mussert werden beide mannen begraven in een massagraf op de Algemene begraafplaats aan de Kerkhoflaan in Den Haag. Eerder al waren Meinoud Rost van Tonningen en Robert van Genechten in hetzelfde massagraf begraven. Rost van Tonningen pleegde zelfmoord in de strafgevangenis, nog voor het tot een proces was gekomen. Hij stierf op 6 juni 1945. Robert van Genechten werd na een proces ter dood veroordeeld, maar pleegde zelfmoord. Dat deed hij op 13 december 1945, de dag nadat hij had gehoord dat Mussert ter dood was veroordeeld. Robert van Genechten zou in 1958 herbegraven worden in Utrecht. De beenderen van Anton Mussert zouden eindigen in een knekelput, tenminste volgens de officiële lezing. Wat gebeurde er met de resten van Meinoud Rost van Tonningen?

Meinoud Rost van Tonningen

1942 - De vertrekkende boeren waaronder twee vrouwen worden in het gebouw van de Landstand in Den Haag toegesproken door de president van de Nederlandse Oost Compagnie NOC, M.M. Rost van Tonningen.  Tussen 1942 en 1945 werkten enige duizenden Nederlanders in de door de Duitsers bezette gebieden van de Sovjet-Unie. (bron: ANP Historisch Fotoarchief)1942 - De vertrekkende boeren waaronder twee vrouwen worden in het gebouw van de Landstand in Den Haag toegesproken door de president van de Nederlandse Oost Compagnie NOC, M.M. Rost van Tonningen.
(bron: ANP Historisch Fotoarchief)

Meinoud Rost van Tonningen werd in 1894 geboren in Soerabaja in het toenmalige Nederlands-Indië. Zijn vader was luitenant-generaal bij het KNIL, legercommandant te Nederlands-Indië en adjudant i.b.d. van koningin Wilhelmina. Meinoud Rost van Tonningen studeerde rechten in Leiden, met de nadruk op het volkenrecht. Hierin zag hij zijn toekomst. Zijn eerste echte baan kreeg hij in Oostenrijk voor de Volkenbond, dat toezag op een goede besteding van de door de Oostenrijkse staat geleende gelden. Na een tussenperiode van een paar jaar in Nederland, waar hij werkzaam was voor een bank, vertrok Rost van Tonningen in 1931 weer naar Wenen, ditmaal als Vertegenwoordiger van de Volkenbond met een diplomatieke status. Gaandeweg sloeg zijn bewondering voor de gedachte van de Volkenbond om in een bewondering voor Mussolini's fascisme. Weer later ging hij steeds meer voelen voor de rassenideologie van de nazi's en werd hij een overtuigd antisemiet. In 1936 keerde hij terug naar Nederland en sloot zich aan bij de NSB van Anton Mussert om zich te wijden aan het nationaal-socialisme. Mussert en Rost van Tonningen zouden grote rivalen worden. In 1937 nam Rost van Tonningen namens de NSB plaats in de Tweede Kamer. Kort voor de Duitse inval in mei 1940 werd hij geïnterneerd als staatsgevaarlijk persoon. Rost van Tonningen was een aanhanger van Himmler, de leider van de SS. Hij ontmoette hem regelmatig. Tijdens de bezetting diende Rost van Tonningen de Duitsers. Hij werd de hoogste ambtenaar op het departement van Financiën en werd president van de Nederlandsche Bank. Daarnaast was hij het brein achter de (mislukte) Nederlandse kolonisatie van veroverde gebieden in de Sovjetunie. 

'Gezelfmoord'

Op 8 mei 1945 werd Rost van Tonningen gevangen genomen door de Canadezen als gewone krijgsgevangene, hij droeg toen zijn geliefde uniform van SS-Hauptsturmführer. De Canadese Field Security pikte hem op 17 mei op als Dutch War Criminal na controle van namenlijsten. Rost van Tonningen werd overgebracht naar de gevangenis aan het Wolvenplein in Utrecht. Een deel van zijn tijd bracht hij ook door in een cel op het hoofdkwartier van de Canadese Field Security aan de Maliebaan. Daar deed hij in de vroege ochtend van 22 mei een zelfmoordpoging door met een scheermesje zijn polsen en zijn hals door te snijden. Hij herstelde voorspoedig in het ziekenhuis en op 1 juni keerde hij terug naar de strafgevangenis aan het Wolvenplein. Met groot machtsvertoon aan Nederlandse kant werd Rost van Tonningen op 4 juni overgedragen aan de Nederlandse politie, waarna hij gevangen werd gezet in de Scheveningse Strafgevangenis, het voormalige Oranjehotel. Hoewel de Canadese Field Security verantwoordelijk was voor de strafgevangenis, waren de bewakers leden van de Binnenlandse Strijdkrachten en de marechaussee. In de gevangenis zaten honderden Nederlandse en Duitse gevangenen, NSB'ers en SD'ers en meer. De bewakers voerden een waar schrikbewind en martelingen waren een alledaags verschijnsel. Op zondag werd de Strafgevangenis opengesteld voor publiek dat zelf ook aan de mishandelingen kon meedoen. Half juli 1945 kwam de gevangenis onder Militair Gezag, waarna al snel alle bewakers werden gearresteerd. Meinoud Rost van Tonningen zou dat niet meer meemaken, hij gooide zichzelf op 6 juni in het trappenhuis over de balustrade en stortte zich naar beneden. Hij zou nog slechts enkele ogenblikken leven. Door de weduwe Rost van Tonningen werd tot haar dood beweerd dat haar man door een bewaker over de railing van het trapportaal is geduwd. Prins Bernhard was voor haar de hoofdschuldige, want hij zou haar man naar Scheveningen hebben laten overplaatsen. Er ontbreken echter betrouwbare getuigenverklaringen, zodat aangenomen moet worden dat Rost van Tonningen zelfmoord pleegde. Gezien het regime dat in die dagen in de Scheveningse Strafgevangenis heerste, zou ook gezegd kunnen worden dat Rost van Tonningen welhaast gedwongen werd zelfmoord te plegen. Rost van Tonningen werd begraven op de Algemene begraafplaats in Den Haag, in een graf zonder kenmerken.Locatie van het voormalige grafveld, intussen weer in gebruik.Locatie van het voormalige grafveld, intussen weer in gebruik.

Halverwege de jaren vijftig wilde Florrie Rost van Tonningen, zijn weduwe, de resten van haar man laten bijzetten in het familiegraf. Meinoud Rost van Tonningen deelde echter hetzelfde massagraf als Mussert, Van Genechten en Blokzijl. De gemeente gaf aan dat de administratie van het massagraf niet klopte en dat het onmogelijk was om Rost van Tonningen te identificeren. Het verzoek werd daarom afgewezen. De weduwe verzocht de Raad van State om haar man te mogen herbegraven, maar ook deze stelde vast dat identificatie onmogelijk was en verwierp haar beroep in de zomer van 1957. De resten van Meinoud Rost van Tonningen zouden uiteindelijk verdwijnen in een knekelput op de Haagse begraafplaats. 

 

Literatuur

 

 

Aangepast: 01 mei 2023

Nieuw op de website


Kollum – Protestants kerkhof

16 maart 2024
~Fryslân

Jacobs, Aletta

07 maart 2024
~Maatschappij

Als bloemen bij het graf - Rolde

07 maart 2024
~Als bloemen bij het graf

Lobith - Katholieke kerkhof

12 februari 2024
~Gelderland