Veenhuizen - Joodse begraafplaats

04 september 2011

 

De historie van het dorp Veenhuizen is dermate interessant dat er al menig verhaal aan gewijd is. Dat geldt ook op funerair gebied. Over de grote begraafplaats van Veenhuizen aan de Eikenlaan is al het een en ander geschreven, net als over het zogenaamde Spaansche kerkhof.

Uit de verte lijkt de begraafplaats op een hakhoutbosje.

Veenhuizen kende in de negentiende eeuw echter nog een tweede begraafplaats. Die was voor de joodse bedelaars en zwervers, maar ook voor Joden die werkzaam waren bij de gestichten van de Maatschappij van Weldadigheid. In 1839 werd voor hen een synagoge ingewijd en niet veel later zal er ook een begraafplaats zijn aangelegd. In de jaren veertig moeten er ongeveer 250 Joden in Veenhuizen aanwezig zijn geweest. Veel van hen waren joodse weeskinderen. Een aantal van hen ligt begraven op de joodse begraafplaats. Nu bevat de begraafplaats nog maar één grafsteen en lijkt het meer op een hakhoutbosje dan op een begraafplaats.

Weinig bekend

De gestichtsbegraafplaats lag bijna anderhalve kilometer van het gesticht vandaan en dat was ongeveer ook de afstand die men moest afleggen om op de joodse begraafplaats te komen. Die zal echter wat minder vaak bezocht zijn dan de grote begraafplaats. De begraafplaats werd aangelegd op een stuk heidegrond dat in handen was van de Maatschappij. Het lag langs een ontwateringskanaal, de Vierde Wijk genaamd, met een pad er langs dat later het Kerklaantje werd genoemd. De landen rondom waren in cultuur gebracht, maar het lag wel bijna op de rand van de ontginning.

Zoals gezegd werden er verhoudingsgewijs veel Joodse weeskinderen geplaatst in de kolonie. Van drie van hen weten we dat ze jong overleden en op de begraafplaats ter aarde werden besteld. De oudste begraving was die van Levie Leest, overleden 28 december 1842, drie jaar oud. Ook Napthalie Ritmeester, overleden 22 juli 1843, anderhalf jaar oud werd hier begraven, net als Levie van Bever die vier jaar oud was toen hij overleed op 17 april 1849. Minder duidelijk zijn de ter aarde bestellingen van Salomon Mooij, oud dertien maanden, overleden op 27 maart 1844 en Salomon van der Hart, oud drie jaar, overleden op 26 mei 1868. Door de afwezigheid van een grafregister valt niet te bewijzen dat deze kinderen hier daadwerkelijk begraven zijn.

Toen de kolonie in 1859 werd overgenomen door de Nederlandse staat veranderde het karakter van kolonie tot strafgevangenis. Kinderen werden hier dan ook niet meer ondergebracht. Vanaf 1890 waren alle Joodse bewoners van de verschillende gestichten in Veenhuizen overgebracht naar Hoorn.

De enige stèle die op de begraafplaats staat.De synagoge bleef waarschijnlijk nog wel aanwezig na 1859, met name voor de Joden die hier werkten. Belangrijke getuige daarvan is ook het enige nog aanwezige grafteken op de begraafplaats. Het markeert namelijk het graf van Jetta Jacoba Nieuwied, gestorven in 1862. Zij was de vrouw van Izaak Nathan Nieuwied, onderwijzer, koster, ritueel slachter en voorganger van de synagoge van Veenhuizen. Jetta Jacoba, geboren in 1809, overleed op 23 september 1862 in Veenhuizen. De hardstenen stèle die op haar graf is geplaatst, heeft een grotendeels Hebreeuwse tekst. Vertaald staat er het volgende: Hier is het graf van een gewaardeerde flinke vrouw, echtgenote van de geëerde Ieziek Nieuwied, begraven met veel eer op de 2e dag Rosj Hasjana 5623 (26 september 1862, joods Nieuwjaar). Moge haar ziel gebundeld worden in de bundel des levens.

Daaronder staat in het Nederlands:

JETTA JACOBA NIEUWIED

Geboren BARGERBUHR

overleden 23 september 1862

Op deze wijze genoteerd lijkt het alsof Jetta Jacoba geboren is in Bargerbuhr, maar het was haar meisjesnaam. De letters zijn gezwart en vallen goed op. De bovenzijde van de steen is afgerond en het geheel verkeert in goede staat. Jetta's echtgenoot Izaak Nathan Nieuwied werd overigens begraven op de joodse begraafplaats van Assen. Hij werd maar liefst 96 jaar oud. 

Wat er verder gebeurde

Na 1862 zal er wellicht niet meer begraven zijn op het begraafplaatsje. Toch werden er nog tot 1890 joden naar Veenhuizen gestuurd. Misschien werden ze hier anoniem begraven, zoals zovelen op de gestichtsbegraafplaats. Op oude kaarten, zoals de Bonnekaart uit 1898 treffen we de begraafplaats nog wel aan. Er staat echter bij aangetekend dat ze ‘vervallen’ is. Nog veel later staat op de plek alleen nog een groen perceel ingetekend, wat wil zeggen dat het een bosperceel is. Hoewel er in 1938 nog korte tijd veel joden in Veenhuizen verbleven, zullen er toen geen begravingeOverzicht van zuid naar noord over de begraafplaats.n hebben plaatsgevonden. Het betrof hier een aantal uit Duitsland gevluchte Joden, die hier onder zeer slechte omstandigheden werden gehuisvest.

Aan het begin van de eenentwintigste eeuw is de begraafplaats door Domeinen in eigendom overgedragen aan het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap. Het onderhoud aan de begraafplaats is minimaal, maar behalve het vrijhouden van het hoofdpad is er ook weinig nodig op deze plek. 

Vandaag de dag

Gelukkig ligt er vandaag de dag een betonpad langs het kanaal. Eerdere pogingen om de begraafplaats te bereiken liepen altijd stuk op de onmetelijk diepe tractorsporen in het rulle zand. Wat dat betreft is er ongetwijfeld veel verbeterd sinds de tijd dat de begraafplaats hier werd aangelegd. Meestal wordt het pad afgesloten door een hek, maar wie het voorbij gaat, vindt na zo’n 250 meter de begraafplaats. Vanuit de verte ziet men een bosje liggen midden in de weilanden. Dichterbij gekomen is te zien dat er veel eiken en berken op het perceel staan. Opvallend genoeg loopt langs het pad een draad met schrikdraad en staat daarachter bij de begraafplaats nog een hek Het hekwerk dat toegang geeft tot de begraafplaats.van eenvoudige betonnen palen met draad ertussen gespannen. Midden in het perceel is een houten toegangshek aangebracht. Wie de barrière genomen heeft, komt op een begraafplaats terecht die als zodanig nauwelijks meer te herkennen is. Enkele betonnen paaltjes geven aan dat er ooit verschillende vakken waren. De paaltjes zijn althans voorzien van nummers. Bijna achteraan staat de stèle van Jetta Jacoba Nieuwied. Een sobere herinnering aan de onbekende joden die hier in de negentiende eeuw begraven werden.

 

Literatuur

  • Kamminga, W.; Een tijdsbeeld. 1837-2000, eigen uitgave 2010

 

Internet

 

Aangepast: 03 januari 2022

Nieuw op de website


Kollum – Protestants kerkhof

16 maart 2024
~Fryslân

Jacobs, Aletta

07 maart 2024
~Maatschappij

Als bloemen bij het graf - Rolde

07 maart 2024
~Als bloemen bij het graf

Lobith - Katholieke kerkhof

12 februari 2024
~Gelderland