Skip to main content

Gelderland


Geschreven: 11 augustus 2009
Aangepast: 20 januari 2023
Auteur: Leon Bok
Categorie: Gelderland

 

Wie aan Apeldoorn denkt, denkt al gauw aan bossen en aangenaam wonen. Diezelfde indruk krijgt men wanneer men over de algemene begraafplaats aan de Soerenseweg wandelt. Het is hier uiteraard niet aangenaam wonen, maar voor een laatste rustplaats is dit zeker niet de slechtst denkbare plek. Hoewel gezegd wordt dat de begraafplaats in de loop der tijd niet veranderd is, zal uit het volgende verhaal blijken dat ook deze begraafplaats een dynamische plek was en nog steeds is.

Geschiedenis

Apeldoorn was al vroeg in de geschiedenis een belangrijk kruispunt van handelswegen. Al in de twaalfde eeuw stond bij dat kruispunt de Mariakerk. Hier was ook het eerste kerkhof van Apeldoorn. De kerk en het kerkhof werden in 1842 opgeruimd om plaats te maken voor een nieuw raadhuis met een marktplein. Het kerkhof was niet meer nodig omdat aan de Loolaan in 1829 een nieuwe begraafplaats werd aangelegd, dit als gevolg van de nieuwe regelgeving omtrent begraven en begraafplaatsen. De begraafplaats aan de Loolaan heeft op zijn beurt zo’n honderd jaar de bevolking gediend. In 1923 werd de begraafplaats gesloten en tenslotte in 1954 geruimd. Op de plaats van de begraafplaats staat nu de Schouwburg Orpheus. Een aantal stoffelijke overschotten werd naar de nieuwe begraafplaats overgebracht. Deze nieuwe begraafplaats was aan het eind van de negentiende eeuw aangelegd aan de toenmalige Soerensche Grintweg. Hier had het college van B&W in 1895 een perceel heide gekocht ter grootte van ruim 16 hectare. De raad werd hiervan pas later op de hoogte gesteld met de motivatie dat reeds op korte termijn behoefte zou bestaan aan een nieuwe begraafplaats, met name voor onvermogenden. Dit geeft al aan dat Apeldoorn aan het eind van de negentiende eeuw een snelgroeiende plaats was.


Geschreven: 27 oktober 2001
Aangepast: 09 januari 2022
Auteur: René ten Dam
Categorie: Gelderland

 

De kerk van Hall dateert uit de veertiende eeuw en is gebouwd in laat-gotische stijl. In het midden van de zestiende eeuw werd de kerk uitgebreid met een zijbeuk aan de noordzijde. Het is niet de eerste kerk van Hall: onder de vloer bevinden zich fundamenten van een vroegere Romaanse kerk uit de elfde eeuw. De kerk is gewijd aan Ludgerus, de eerste bisschop van Munster, die in de omgeving van Hall het evangelie predikte. 


Geschreven: 10 januari 2001
Aangepast: 10 januari 2022
Auteur: René ten Dam
Categorie: Gelderland

 

Van oudsher werden veel katholieke Tielse doden begraven op het kerkhof van de kerk van Zandwijk, gelegen aan wat tegenwoordig de Nachtegaallaan is. Aangenomen wordt dat Zandwijk los van Tiel is ontstaan en misschien zelfs wel ouder is. De kerk zou al in het jaar 695 zijn ontstaan toen de bewoners van dit gebied zich tot het christendom hadden bekeerd. Pas in 1006 wordt de kerk voor het eerst genoemd. Rond 1584 werd de kerk afgebroken, nadat deze zwaar was beschadigd door beschietingen op de stad. Eerst van de Geuzen, later van de Spanjaarden. De bevolking van Tiel bleef daarna rond de resten van de kerk begraven, zoals ze al eeuwen hadden gedaan. Het beheer van het kerkhof kwam echter in handen van de protestantse gemeente. Pas in 1828 werd het Zandwijkse kerkhof een algemene begraafplaats. Het kerkhof werd daarna vergroot van 1.305 m2 naar 1.881 m2. De protestanten zelf lieten zich al die jaren voornamelijk begraven in en rond de Sint Maartenskerk. In 1786 werd de buitenbegraafplaats Ter Navolging aangelegd, waar met name het patriottische deel van de bevolking zicht liet begraven.


Geschreven: 10 januari 2001
Aangepast: 08 januari 2022
Auteur: René ten Dam
Categorie: Gelderland

 

Rond 900 stichtte graaf Walter van Teisterbant een nonnenklooster met kerk in Tiel, beiden gewijd aan Sint Walburg. In 950 kwamen beide in bezit van de bisschop van Utrecht, waarna bisschop Adelbold van Utrecht in 1015 een kapittel stichtte van seculiere kanunniken. De Sint Walburgkerk zou meerdere malen afbranden en herbouwd, waarna de kerk in 1328 overging naar de Duitse Orde. De kanunniken waren enkele jaren eerder al door de burgerij uit Tiel verdreven en vestigden zich in Arnhem. Bij archeologisch onderzoek op de locatie in het Kalverbos werden sporen van een kerkhof aangetroffen die behoorde bij de kerk ten tijde van een grote brand in 1354. Niet bekend is hoe lang er begraven is bij de Sint Walburgkerk, die uiteindelijk in 1679 gesloopt werd. De kerk zelf was bedoeld voor de adel, het gewone volk ging naar de Sint Maartenskerk, waar ze ook op het kerkhof hun doden begroeven. Alleen de adel en wie het zich kon veroorloven kreeg daar een graf in de kerk. Tegenwoordig zijn er nog de nodige funeraire sporen te zien in de Sint Maartenskerk, waaronder een epitaaf, meerdere rouwborden en zerken uit de vijftiende, zestiende en zeventiende eeuw.