Skip to main content

Groningen


Geschreven: 08 november 2003
Aangepast: 08 januari 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen

 

Treft men elders Hervormde, Rooms-katholieke en algemene begraafplaatsen aan, in Nieuwe Pekela bevinden zich naast genoemde drie ook nog een Gereformeerde en een Lutherse begraafplaats. Was dit het gevolg van scherpe tegenstellingen of van een grote verbondenheid onder elkaar tot over de grens van de dood? Misschien wel het gevolg van beide. In ieder geval lag er in 1898 bij de toenmalige burgerlijke gemeente Nieuwe Pekela het verzoek van de Lutherse gemeente om een eigen begraafplaats te mogen stichten. Met het honoreren van dit verzoek, kon de kerkelijke gemeente in 1899 overgaan tot de aanleg en de exploitatie van de begraafplaats.

Ds. Bögeholtz

Graf Ds. Bögeholtz op Zorgvlied, AmsterdamHet stichten van deze begraafplaats zal men zeker mogen duiden, naast de vele andere, als een expressie van de wederopbouw en bloei van de gemeente ten tijde van ds. Jakob Hendrik Bögeholtz. Ds. Bögeholtz, die tweemaal de Lutherse gemeente van Pekela diende, behoorde tot de rechtzinnige stroming in de Evangelisch-Lutherse kerk. Principieel Luthers als hij was, vond hij, dat er eigen verenigingen en scholen zouden moeten zijn. In dat kader lag het stichten van een eigen begraafplaats voor de hand. Ds. Bögeholtz zou er zelf begraven worden. Op zondag 21 april 1912 zakte hij tijdens het leiden van een kerkdienst op de kansel in elkaar en stierf korte tijd later. Tot 1938 heeft hij op de begraafplaats achter de kerk begraven gelegen om in dat jaar, op verzoek van de familie, in Amsterdam herbegraven te worden.

Aan Bögeholtz herinnert een glas-in-lood raam in de Evangelisch-Lutherse kerk te Nieuwe Pekela met zijn beeltenis. Wie opziet naar dat raam, ontkomt niet aan de gedachte, dat het is alsof hij zo nog waken wil over de kudde, die hij als herder mocht dienen: over de levenden in de kerk en de gestorvenen op de dodenakker achter de kerk. 

De Begraafplaats

Tussen de gebouwen, kerk en pastorie, en de begraafplaats bevindt zich een ruimte met hoog geboomte als een soort voorhof van de begraafplaats. De begraafplaats wordt nu aan de zijkant betreden. Aan het middenpad als as van de begraafplaats kan men zien, dat de ingang in het verleden aan de korte zijde was gesitueerd. Links en rechts van het grote middenpad bevinden zich de graven aan een negental zijpaden, die loodrecht staan op dat middenpad. Ooit achteraan, nu aan de zijkant, bevindt zich een bescheiden baarhuisje

De Graven

IK HOOPTE OP GELUKDe graven kenmerken zich door sobere zerken. Geen grafmonumenten van het soort, dat men bijvoorbeeld wel aantreft op de Hervormde begraafplaats van Nieuwe Pekela of die van Veendam. Het woord van Paulus in 1 Cor. 1: 26 geldt ook hier: "Ziet slechts, broeders, wat gij waart, toen gij geroepen werdt: niet vele wijzen naar het vlees, niet vele invloedrijken, niet vele aanzienlijken." Een enkel graf is voorzien van hekwerk. 

Grafpoëzie

Een paar graven hebben een zerk met wat we noemen grafpoëzie, zoals de volgende grafdichten:

IK HOOPTE OP GELUK
EN ER KWAM EEN ONGELUK OVER MIJ
ZOALS DE MAAIER ZEISEN ZWAAIT
EN GRAS EN BLOEM VAN DE AARDE MAAIT
ZO HEEFT DE DOOD MET WOEST GEWELD
U PLOTS GETROFFEN EN GEVELD
MAAR STAAN WIJ TREUREND AAN UW GRAF
HET IS ALS DAALDE EEN ENGEL AF
DIE FLUISTERT: HEM DIE PLICHT BETRACHT
VERRAST GEEN DOOD HOE ONVERWACHT

VADER MOEDER WIL NIET TREUREN
DAT IK ZO JONG NOG VAN U SCHEID
ZIE GODHEEFT MIJ DOOR ZIJN LIEFDE
VAN MIJN PIJN EN KWAAL BEVRIJD
T VALT WEL HARD ZO VROEG TE SCHEIDEN
MAAR T IS GOD DIE HET GEBIEDT
BAD NIET JEZUS IN ZIJN LIJDEN
VADER DAT UW WIL GESCHIED 

Kinderen

Zerk van de jonge Reinder achter het Kapiteinshuis in Nieuwe PekelaAandoenlijk zijn de zerken van twee kinderen: Hinderika en Grietje, voorzien van een engelfiguur op de achterzijde. De zerk van hun broer Reinder, die op 17-jarige leeftijd overleed, verdween van de begraafplaats en bevindt zich nu achter het Kapiteinshuis in Nieuwe Pekela.

Op het kerkhof liggen veel jonge kinderen begraven, al ontbreken de zerken. Een paar grafmonumentjes zijn de stille getuigen. De eerste, die op het kerkhof begraven werd in 1899 was een kind: Lodewijk de Haan, 6 maanden oud. Armoede en een gebrekkige gezondheidszorg in het begin van de twintigste eeuw zijn ongetwijfeld oorzaken van het op jonge tot zeer jonge leeftijd overlijden. Op een totaal van 1050 overledenen, die hier begraven liggen, is het aantal van 264 kinderen beneden de 10 jaar wel zeer veel. 

Graf ds. Pieter van Genderen Stort

Namen

Enkele zerken zijn aan de achterzijde voorzien van de vermelding van Bijbelboek, hoofdstuk en vers. Soms ook de tekst van dat vers. Missen we het grafmonument van ds. Bögeholtz, het graf van een andere herder van de gemeente, ds. Pieter van Genderen Stort, valt op door vorm en kleur. Het witte graf voorzien van een wit kruis trekt onmiddellijk de aandacht. Dichterbij gekomen trekt het uitgespaarde hart in het witte grind de aandacht. Ds. van Genderen Stort diende de gemeente van 1924 tot 1929. Bij het lezen van de namen zien we, dat een aantal namen zeer veelvuldig voorkomt: Kuiper, Bos, De Boer, De Haan en De Vries. 

Oorlog

Graf H. KanningEen tweetal graven herinneren aan de donkere tijd van de Tweede Wereldoorlog: het grafmonument van K.E. Kuiper, die voor het vaderland viel op 18 april 1941 en dat van H. Kanning, voorzien van een plaquette van zijn spoorwegcollega's uit Zeeland. Hij kwam op 22 juli 1942 tijdens zijn dienst om door oorlogshandelingen.

 

Houten Cassette

Houten cassette Cassette met plattegrondEen bijzonder kleinood is de oude houten cassette, waarin de graven van de overledenen werden bijgehouden. Waarschijnlijk is deze gemaakt ten tijde van het in gebruik nemen van het kerkhof. Het scharnierend deel van de cassette is dan het middenpad, waarlangs aan de zijpaden de graven zijn gesitueerd.

 

Tenslotte

Herinneringsplaquette aan Ds. BögeholtzVormt een kerkhof op zichzelf al een stuk geschiedenis van de mensen die er hun laatste rustplaats vonden, de Lutherse begraafplaats van Nieuwe Pekela is tevens geschiedschrijving van een Lutherse gemeente in een gebied met een bewogen geschiedenis. Een plek om te gedenken en een plek om te koesteren.

Onlangs is er een plaquette geplaatst op de plek waar zich het graf bevond van Ds. Bögeholtz, die zich zo heeft ingezet voor de stichting van deze begraafplaats.

in plaats van memento moriOp zondag 23 mei 2004 werd na een dienst in de Lutherse kerk te Nieuwe Pekela het fraaie hekwerk in gebruik genomen, dat op een waardige wijze de beslotenheid van het kerkhof aangeeft. Niet het memento mori (gedenk te sterven), maar het sola fide - sola gratia (alleen door geloof - alleen door genade) bekronen het hekwerk, dat zo getuigt van Luthers' gedachtengoed.

 

 

Literatuur

  • Twee eeuwen Lutheranisme in Pekela, ds. J. Hallewas
  • 'Jakob Hendrik Bögeholtz' in:Documentatieblad Luth.Kerkgesch., J.H. Poppen 

Bron

  • Gesprekken met dhr. Kars Kuiper, beheerder begraafplaats

 

 


Geschreven: 08 november 2003
Aangepast: 08 januari 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen

 

 

toegangshekDe wegen in het landschap lijken wel te meanderen als het Reitdiep, dat oorspronkelijk de benedenloop was van de Hunze en de Drentsche Aa. Ten noorden van dit Reitdiep, tussen Schouwerzijl en Mensingeweer, ligt het wierdedorp Groot Maarslag en wie de weg vervolgt vanaf dit dorp richting Mensingeweer zal al spoedig een bord tegenkomen, dat verwijst naar wat overbleef van Klein Maarslag: het kerkhof.

Bij de ingang van het kerkhof lezen we op een bij het hek geplaatst bord:

Klein Maarslag lag op een strategisch punt bij de noordelijke uitmonding van de Hunze, welke waterweg tot 1361 de stad Groningen met de zee verbond. De voormalige kerk op de wierde, waarvan de plattegrond is aangegeven dateert vermoedelijk uit de 12e eeuw en bevatte veel tufsteen. De kerk was iets groter dan die van Mensingeweer, waarmee het kerspel sinds 1682 verenigd was. In 1755 was het kerspel Maarslag nog groter dan het kerspel Mensingeweer. De kerk is in 1811 afgebroken. Er werd toen een galg of klokkestoel geplaatst. Deze was in 1843 nog aanwezig. Op de bewoner van het huisje bij de begraafplaats heeft lang de plicht gerust stalling te bieden aan het paard van de predikant en voor de predikant zelf een plaats te reserveren bij de haard.

De rust en stilte, die we nu aantreffen, doet niet vermoeden dat tijdens de tachtigjarige oorlog Maarslag toneel is geweest van hevige strijd. Hier namen op 26 maart 1584 de Friezen wraak op een gehouden Spaanse strooptocht. Er werd veel verwoest en ook de kerk ging in vlammen op. Heel goed zichtbaar is, dat het kerkhof op een wierde ligt. De weg ernaar toe leidt duidelijk omhoog. Een eenvoudig hekwerk geeft toegang tot de door bomen en hagen omheinde ruimte.


Geschreven: 26 oktober 2002
Aangepast: 08 januari 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen

 

Gelegen naast de zuidelijke rondweg van de stad Groningen aan een zijweg van de Hereweg, die voert naar het zwembad de Papiermolen, ligt de rooms-katholieke begraafplaats van Groningen. Kantoorpanden aan de Hereweg onttrekken de begraafplaats aan het gezicht.

rkgedenksteenDoor een groot hekwerk binnengekomen, wordt de aandacht getrokken door een imposante klokkestoel, zoals men die op verschillende begraafplaatsen kan tegenkomen, midden op een groot groen gazon. Onder dit gazon bevinden zich de stoffelijke resten van diegenen, die begraven lagen in en om de oude Broerkerk, op de fundamenten waarvan de St. Martinus verrees, die op haar beurt plaats moest maken voor de bouw van de Universiteitsbibliotheek. De plek wordt gemarkeerd door een gedenksteen. De zerken uit de Broerkerk hebben een plek gekregen in de kelder van het Academiegebouw in Groningen.


Geschreven: 01 september 2002
Aangepast: 26 december 2020
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen

 

OterdumOoit meende men het haven- en industriegebied van Delfzijl zo te moeten uitbreiden, dat er geen plaats meer was voor een aantal dorpen. Eén van de dorpen, die moest wijken, was Oterdum, dat in z'n bloeitijd zo'n 200 inwoners telde. Dorp met kerk en kerkhof waren gebouwd tegen de dijk. De kerk zelf stak boven de dijk uit. Soms raasde de storm terwijl de kerkdienst bezig was. En het schijnt gebeurd te zijn, dat de dominee op de kansel, uitkijkend over zee, zag dat een schip in nood was. Midden in de preek riep hij uit: "Het is goed dat we hier zijn, broeders, want daarginds vergaat een schip." Geen reden voor het kerkvolk het gebouw te verlaten en zich te wijden aan reddingswerkzaamheden. Ze wisten: de resten spoelen straks vanzelf wel aan en dan eerst is er werk aan de winkel. Want jutten deden ze stuk voor stuk.


Geschreven: 25 juli 2002
Aangepast: 10 januari 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen

 

Ingang grafkelderTijdens restauratiewerkzaamheden in 1970 ontdekte men onder de vloer van de kerk van Oldehove (Groningen) twee grafkelders, waarin zich in de ene slechts een houten reiskoffer bevond, maar in de andere een tombe met daarom heen een groot aantal beenderen en schedels. Deze waren overblijfselen uit houten kisten, die stonden opgesteld rond de stenen tombe, maar nu waren vergaan. De zandstenen tombe - die in delen ter plekke in elkaar moet zijn gezet, gezien de beperkte toegang - bevatte restanten van een houten kist, waarin een loden kist was geplaatst. Bij de ontdekking van de tombe in deze grafkelder moest men constateren, dat men zich ooit met geweld toegang tot de tombe heeft willen verschaffen, waarschijnlijk om kostbaarheden te roven. De helften van de deksel waren duidelijk met geweld van elkaar gerukt.


Geschreven: 10 januari 2002
Aangepast: 09 januari 2022
Auteur: Marten Mulder en Leon Bok
Categorie: Groningen

 

Toegangshek tot de begraafplaatsHet heeft lang geduurd voor het Stadskanaal doorgetrokken was tot de Duitse grens. In 1765 besloot het bestuur van de stad Groningen tot het graven van het nieuwe kanaal, dat nodig was in het kader van het vervenen van het omliggende gebied. In 1865 had het Stadskanaal zijn uiteindelijke lengte bereikt. Langs het kanaal verrezen huizen, landbouwers vestigden zich op de dalgronden en het dorp Stadskanaal ontstond. Naarmate het kanaal vorderde verplaatste het centrum van het dorp zich. Aanvankelijk een agrarisch dorp, kreeg nijverheid en industrie rond de eeuwwisseling een steeds belangrijker plaats. Het kanaal, de huizen langs het kanaal, boerderijen wat verder het land in, het ademt met de open ruimte van het achterland een heel eigen sfeer.


Geschreven: 10 januari 2002
Aangepast: 10 januari 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen

 

Rouwbord Willem Alberda van RensemaHet is een bekend gegeven, dat graven in oude kerken voornamelijk van aanzienlijke personen en families zijn. Herenbanken met familiewapens, rouwborden, tombes, praalgraven en rijk geornamenteerde stenen laten er geen twijfel over bestaan, dat wie hier liggen het ooit te zeggen hadden in deze streek. En voor zover het al niet af te lezen zou zijn aan genoemde funeraire stukken, men zorgde ervoor dat er niemand aan zou twijfelen wie opdrachtgever en geldschieter was geweest voor de bouw van de toren (gedenksteen boven de ingang), het orgel (cartouche op de kas van het Hoofdwerk) en ander kerkmeubilair.

De opdracht tot de bouw van een nieuwe toren voor de Hervormde Kerk van Uithuizermeeden werd gegeven door Onno Tamminga van Alberda, heer van Rensema, in 1717. Willem Alberda van Rensema schonk het huidige orgel, dat in 1785 werd ingewijd. Hij overleed in 1786 en werd als laatste bijgezet in de grafkelder onder het koor van de kerk. Aan hem herinnert het rouwbord op het koor van de kerk.