Kunst & Cultuur
* DRIEBERGEN 10 OKTOBER 1864 – † VELDWIJK 25 JULI 1905
BLOEMIST, KWEKER, HOVENIER EN RAADSLID TE ZEIST
Tot een van de eerste Zeister commerciële bloemisten kan Cornelis Gijsbert van Dijk van Bloemisterij Flora gerekend worden. Hij was een vakman eerste klas en daarvoor kreeg hij de nodige waardering. Het gebrek aan voldoende zakelijke kwaliteiten nekte hem uiteindelijk en bracht hem over de rand van de afgrond. Hoe het verder ging met het bedrijf van Van Dijk is te lezen in het artikel over Derk Meeuwenberg (1874-1954).
Een veelzijdige negentiende-eeuwse architect: de Utrechter Nicolaas Johannes Kamperdijk (1815-1887)
Architect Nicolaas Johannes Kamperdijk kennen we onder andere van de bouw van de Oude kerk in Zeist, het concertgebouw in het voormalige Tivolipark in Utrecht en het oude station in Amersfoort.
* UTRECHT 24 juni 1888 – † UTRECHT 25 juni 1964
Wie zoekt op de naam van Gerrit Rietveld, vindt al snel dat hij één van Nederlands bekendste architecten is, die ook internationaal veel aanzien geniet. Volgens kenners was zijn invloed op de ontwikkeling van het functionalistische bouwen enorm.
Een grafmonument ontworpen voor een architect
Sinds 2008 werkt een groep enthousiaste vrijwilligers in het Noord Groningse Loppersum aan het herstel van de algemene begraafplaats. Aanleiding hiervoor vormde het achterstallig onderhoud aan historisch waardevolle grafmonumenten. Met name de Historische Vereniging Loppersum was dit een doorn in het oog, de begraafplaats is namelijk het stenen archief van het dorp en bron van de locale geschiedenis. Samen met Landschapsbeheer Groningen en de gemeente Loppersum is hier daarom gestart met herstel van grafmonumenten.
* Ulrum 19 januari 1892 - † Glimmen 19 juni 1976
Op 19 juni 1976 overleed de architect Egbert Reitsma te Glimmen. Hij werd vooral bekend als architect van een zeer groot aantal gereformeerde kerkgebouwen. Deze gebouwen laten zien hoezeer hij verwant was aan de stijl van de “Amsterdamse School”. Egbert Reitsma werd op 19 januari 1892 geboren als zoon van de aannemer-architect Lammert Reitsma te Ulrum. Bij zijn vader deed hij de eerste praktijkervaringen op.
* Groningen 23 juni 1873 – † Wassenaar 9 juni 1955
Cornelis Jetses was van eenvoudige afkomst. Hij groeide op in de Grote Leliestraat, een armoedig deel van de Groningse binnenstad. Zijn vader was korenarbeider in een graanpakhuis en kon met veel moeite het hoofd boven water houden. Zes kinderen telde het gezin, waarvan er drie al op jonge leeftijd overleden.
* Roermond 16 mei 1827 – † Roermond 3 maart 1921
Architect
Pierre Cuypers belichaamt in Nederland de neo-gotische bouwkunst. Als geen andere architect drukte hij zijn stempel op honderden gebouwen die nog vandaag een belangrijke plaats innemen in onze steden en dorpen. Het Centraal Station en het Rijksmuseum in Amsterdam zijn slechts enkele voorbeelden van zijn werk, want door heel Nederland zijn z’n ontwerpen gebouwd of heeft hij meegewerkt aan de restauratie van reeds bestaande gebouwen. In die laatste categorie is kasteel De Haar een goed voorbeeld. Juist vanwege de wijze waarop Cuypers zijn ideeën over restauratie en herbouw weergaf, vond hij ook veel weerstand. Maar in onze tijd wordt zijn werkwijze weer gewaardeerd en krijgt het de volle aandacht. Cuypers was naast architect ook belangrijk voor de bevordering van de monumentenzorg in Nederland, samen met Victor de Stuers. Cuypers is door zijn grote oeuvre en het belang daarvan altijd in de aandacht blijven staan.
Horst (Dui) 11 februari 1869 - † Otterlo 14 december 1939
Op de hellingen van de Franse Berg op De Hoge Veluwe ligt het echtpaar Helene Kröller-Müller en Anton Kröller (Rotterdam 1 mei 1862 - Hoenderloo 5 december 1941) begraven. Zij was Nederlands grootste particuliere verzamelaar van moderne kunst. Hij was grootindustrieel en grootgrondbezitter. Aan het begin van de twintigste eeuw kochten zij 6000 hectare grond en lieten er door bekende architecten als Berlage en Van der Velde een landhuis bouwen: het jachtslot Sint-Hubertus. Omdat zij de enige bewoners van het terrein wilden zijn, bouwden ze buiten het landgoed woonruimte voor de plaatselijke bevolking.
* Tilburg 25 december 1898 - † Laren 27 mei 1994
Cornelis Theodorus Fredericus Maria Swagemakers was in alle opzichten een kerstkind. Een aimabel mens, integer en begiftigd met een groot talent voor schilderen. Zijn moeder, Maria Johanna Carolina van Roessel overleed reeds op 42-jarige leeftijd (1873-1916). Vader Daniël Augustinus Maria Swagemakers was wollenstoffenfabrikant (1873-1933).
* Maastricht 20 oktober 1843 - † Den Haag 21 maart 1916
Voluit heet hij jonkheer meester Victor Eugène Louis de Stuers. Hij werd geboren in Maastricht op 20 oktober 1843 en wordt wel gezien als de oprichter van de monumentenzorg in Nederland.
De Stuers groeide op in een gezin waar levendige belangstelling voor kunst bestond. Hij bezocht het Atheneum te Maastricht en kreeg daarnaast tekenles van Alexander Schaepkens, die door zijn topografische schilderijen van Maastrichts wallen en stadspoorten naam had gekregen. In 1861 ging hij rechten studeren in Leiden. Daarnaast hield hij zich intensief bezig met kunstgeschiedenis en oudheidkunde. Hier legde hij de eerste contacten met hooggeplaatste personen, zoals de directeur van het Rijksmuseum van Oudheden. Al snel liet De Stuers van zich horen. In een artikel, dat in 1867 verscheen, hekelde hij de lauwe houding van de commissie, die over Maastrichts stadswallen moest waken.
In 1869 sloot De Stuers zijn rechtenstudie af. In zijn dissertatie over De verhouding der volksvertegenwoordigers tot hunne kiezers, bepleitte hij in enkele stellingen bevordering van kunstonderwijs door de overheid en de beoefening der schone kunsten ter ontwikkeling 'van de goede zeden en veredeling van het volk'. Verder wilde hij dat de staat een inventarisatie van kunstvoorwerpen zou opstellen alsmede een classificatie van enkele door de staat te verzorgen historische monumenten.