Molkenboer, Theodorus

19 juli 2009

 

* Rijnsaterwoude 6 november 1796 - † Leiden 11 december 1863

 

Zelf ligt hij er niet meer, maar de kapel die hij voor de begraafplaats ontwierp, staat er nog steeds. Theodorus Molkenboer was een architect die vooral bekend is geworden door de vele kerkgebouwen die hij ontwierp.

Aanvang carrière

kapel

Molkenboer was een van de belangrijkste architecten van het neoclassicisme en de vroege neogotiek. Daarnaast was hij enige tijd de belangrijkste katholieke kerkenarchitect van Nederland. In de roerige jaren aan het eind van de achtiiende eeuw werd in Rijnsaterwoude Theodorus Molkenboer geboren. Om te precies te zijn op 6 november 1796 in het katholieke gezin van Arnoldus Molkenboer en Eva van der Valk. Vader Molkenboer was ondermeer inspecteur van de drooglegging van de plassen bij Nieuwveen en Zevenhoven die in 1800 gestart werd. Theodorus, die al snel Theo werd genoemd, werd aanvankelijk opgeleid tot timmerman en metselaar. Daarin lag echter niet zijn ambitie, want vanaf 1823 volgde hij in Leiden een opleiding aan het Genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix. Deze opleiding, opgericht in 1785, was een soort middelbare technische school.

Een jaar eerder was Molkenboer getrouwd met Metje (Mathilda) Kaag (1793-1871) in Aarlanderveen. Het jonge echtpaar woonde daarna aan de Oude Rijn in Leiden. Terwijl Molkenboer aan zijn scholing en carrière werkte, schonk zijn vrouw hem acht kinderen.
Vanaf 1828 werkte Molkenboer daadwerkelijk als architect. Een van zijn eerste ontwerpen was de kapel op de Rooms-katholieke begraafplaats aan de Haven bij de Zijlpoort in Leiden. De kapel, die volgens het bestek in een 'gotische trant' gebouwd zou moeten worden [1], zou de opmaat blijken voor een rijke carrière. Van Molkenboer zijn zo'n zeventig kerken uitgevoerd. Daarnaast werkte Molkenboer aan restauraties van kerken en ontwierp hij boerderijen, scholen, woonhuizen en andere gebouwen. 

Oeuvre

In eerste instantie werkte Molkenboer vooral in Leiden en omgeving, maar rond 1840 breidde hij zijn werkgebied ook uit tot andere delen van Nederland. Aanvankelijk ontwierp hij veel gebouwen in de neoclassicistische stijl. Rond 1845 ging hij ook aan de gotiek ontleende vormen verwerken, die vaak in hout en stucwerk werden uitgevoerd. Kort daarna probeerde hij ook de gotische constructie, althans visueel, na te bootsen. Een van de meest geslaagde voorbeelden hiervan, en een hoogtepunt in zijn werk, is de Redemptoristenkerk in Amsterdam uit 1852-1854. Het ontwerp voor deze kerk baseerde hij op dat van de Redemptoristenkerk in Bergen, België. Veel van Molkenboer's neogotische werk wordt gekenmerkt door merkwaardige verhoudingen. De keuze voor deze verhoudingen is ongetwijfeld niet te wijten aan het gebrek aan creativiteit bij het ontwerpen, als wel zijn creativiteit inzake het goedkope bouwen. Molkenboer kon kerken laten bouwen tegen lage kostprijs. Hij stond bekend als een scherp begroter en hij liet weinig marge voor de aannemer. In de bouw zelf gebruikte hij lat- en gipswerk om kostbare onderdelen uit te voeren die anders veel duurder zouden zijn. Deze zogenaamde stucadoorsgotiek werd dan ook populair bij katholieke parochies. Voor het oog maakte deze bouwwijze niets uit, maar voor de duurzaamheid in sommige gevallen wel. Veel van de kerken van Molkenboer zijn na enkele decennia alweer gesloopt.

Molkenboer had het tij echter mee, niet alleen omdat hij goedkoop kon bouwen, maar ook omdat er tussen 1825 en 1875 een heuse bouwgolf aan kerken plaats vond. Na 1852 ontstonden er veel nieuwe parochies die een eigen kerk wilden. Ook veel oudere parochies konden eindelijk hun kleine schuilkerken verruilen voor een echte kerk. De landelijke overheid steunde die bouwgolf waardoor de zogenaamde Waterstaatskerken ontstonden. Die naam ontleenden de kerken niet aan een bepaalde stijl, maar aan het feit dat de bouw onderhevig was aan de goedkeuring van het ministerie van Waterstaat.

Tot zijn vroege werk behoorde de kapel op de katholieke begraafplaats in Leiden. In 1831 werd een ontwerp van hem uitgevoerd in Nieuwveen. Voor de hervormde kerk van architect Elsmeyer ontwierp Molkenboer de toren (verbouwd in 1929). Zijn eerste grote kerk was de O.L.V. Onbevlekt Ontvangen in Leiden die gebouwd werd in 1835-1836. Bekende kerken zijn verder die van Oosterblokker (1845-1846), Bolsward (1849-1850), Overveen (1855-1856), Warmond (1857-1859), Hoofddorp (1858-1860) en Helmond (1856-1861). Verbouwingen en restauraties deed Molkenboer ook. Zo werd een ontwerp van zijn hand uitgevoerd aan de St. Josephkerk in Haarlem die in 1841 was gebouwd. Zijn laatste werk was de St. Jans geboorte in Hoogwoud. De voltooiing daarvan maakte hij echter niet meer mee. Molkenboer overleed op 11 december 1863.

zeistVan de vele gesloopte kerken van Molkenboer spreekt die van Zeist wellicht het meest tot de verbeelding. Niet vanwege het ontwerp, maar omdat ter plekke nu een bekende bank zetelt. Ooit stond hier het St. Josephkerkje waarvoor Molkenboer in 1844 het ontwerp tekende. De uitvoering kwam in 1847 gereed en was een goed voorbeeld van de snelle werkwijze van Molkenboer. Hij zond het ontwerp van de kerk, geheel gratis, naar de kerkmeesters. Na enkele bijstellingen van het plan kon men in 1846 met de bouw van het kerkje beginnen. Het kerkje is niet zo lang gebruikt. Al in 1924 kwam het leeg te staan nadat de parochie een grotere kerk had laten bouwen. Na ondermeer in gebruik te zijn geweest als garage kwam het wonderwel in 1951 weer in functie. De oprichting van een nieuwe parochie, veroorzaakt door de groei van Zeist, was de reden. Toch zou het ook ditmaal niet lang duren. In 1975 kwam de kerk weer leeg. Na nog enkele functies te hebben gehad, werd de kerk in 1981 gesloopt. Slechts het kerkhof achter de kerk bleef liggen. Het baarhuisje bij het kerkhof was al in 1978 gesloopt.

Hoewel Molkenboer in de negentiende eeuw een gevierd architect was, heeft hij zijn positie verloren aan andere belangrijke kerkenbouwers uit die eeuw. Naarmate de kennis van, en de waardering voor de gotiek toenam, nam de waardering voor Molkenboer af en werd de bewondering voor het werk van P.J.H. Cuypers bijvoorbeeld groter. Zijn echte neogotiek won het van de pseudo-gotiek van Molkenboer. 

Overlijden

Molkenboer overleed op 11 december 1863, 67 jaar oud. In een advertentie in het dagblad De Tijd van 15 december 1863 geeft zijn weduwe het volgende bericht: 'Heden trof mij de zwaarste slag van mijn leven, door het overlijden van mijnen geliefden Echtgenoot den heer THEODORUS MOLKENBOER, Architect, Timmerman en Metselaar, in den leeftijd van ruim 67 jaren, na tijdig voorzien te zijn van de laatste H. Sacramenten. Zij, welke den Overledene gekend hebben, zullen onze smart kunnen beseffen. Leyden, 11 december 1863. Wed. Th. Molkenboer geb. M. Kaag.'
bidprentjeDe begrafenis vond plaats op 16 december op de katholieke begraafplaats bij de Zijlpoort in Leiden. Volgens opgave lag het graf van Molkenboer op nummer 109, tweede klas. Helaas is het graf geruimd opdat ook anderen hier hun laatste rustplaats konden vinden. De weduwe van Molkenboer stierf acht jaar later. Zij werd op 2 februari 1871 begraven op dezelfde afdeling, in graf 9.

Een van zijn zoons, Willem, nam het werk van Molkenboer over onder de naam firma Th. Molkenboer. Dat betekende niet dat het architectenwerk werd voortgezet want Willem Molkenboer was beeldhouwer. De openstaande opdrachten en ontwerpen werden afgewerkt, wat verklaard waarom nog na 1863 bouwwerken naar ontwerp van Theo Molkenboer verschenen.

Wellicht zou de parochie in Leiden vandaag de dag nog wel eens nadenken over de ruiming van zijn graf, maar het is vast wel jaren geleden al gedaan. Ongetwijfeld zijn de beenderen van Molkenboer in de knekelput terecht gekomen, maar ook deze rustplaats is verdwenen. Maar de architect leeft voort in zijn nog bestaande bouwwerken, en dat zijn er nog heel wat.

 

Met dank aan Ben Kooij

 

Noot

  1. De kapel is in 1890 verlengd met een travee waarbij de voorgevel opnieuw is opgetrokken in een neogotische stijl.

 

Literatuur

  • Kooij, B.H.J.N.; "Architect Theodorus Molkenboer (1796-1863) en het v.m. St. Josephkerkje in Zeist", in: Seijst, een uitgave van het Zeister Historisch Genootschap/Van de Poll-Stichting 2008
  • Maanen, R.C.J. van (hoofdredactie); Een oase van rust. 180 jaar R.K. Begraafplaats Zijlpoort, Leiden 2008.
  • Stenvert, Ronald e.a.; Monumenten in Nederland. Zuid-Holland, Zwolle 2004.

 

Internet

 

 

Aangepast: 30 april 2018

Nieuw op de website