Noord-Brabant
Aan de Celebeslaan in Eindhoven, stadsdeel Tongelre, ligt tegenover het Lorentz Casimir Lyceum in een bosperceel de voormalige Joodse begraafplaats van Tongelre. Het perceel is van dichtbij nog goed te herkennen, gelegen op een lichtelijk verhoogd terrein en met verzakkingen in de vorm van graven.
VAN RIJKSKRANKZINNIGENGESTICHT NAAR LANDGOED DE GROTE BEEK
In 1918 werd in Woensel het Rijkskrankzinnigengesticht (RKG) gebouwd. Het kwam er per toeval. Toen de onderhandelingen met Utrechtse gemeenten om in het midden van het land een krankzinnigengesticht te bouwen, op niets uitliepen, greep de burgemeester van Woensel zijn kans en deed een aanbod aan het Rijk om het gesticht in Woensel te vestigen. Dat voorstel werd met beide handen aangenomen en zo kwam het RKG in het ‘donkere zuiden’ terecht.
Kerkakkers
In verschillende Brabantse dorpen kom je de benaming 'Kerkakkers' of 'Kerkakkerstraat' tegen. Het duidt op een verschijnsel uit de Middeleeuwen, wat het beste beschreven kan worden aan de hand van wat archeologisch onderzoek op diverse plaatsen in Zuidoost Brabant heeft opgeleverd.
Het complex van de Achelse Kluis (Sint-Benedictusabdij) ligt op de landsgrens met België. Gezien de oorsprong van de Kluis als stichting buiten het grondgebied van de protestantse Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, is het logisch dat het gebouwencomplex nagenoeg geheel op het grondgebied van België ligt. Anders is dat voor de begraafplaats.
'Helmond kiek noar oe eige' was eens het motto op een Open Monumentendag, waarbij het organiserend comité een speciale fietsroute had uitgezet langs verschillende karakteristieke punten in de stad Helmond. Daarbij werden onder andere het kasteel van Helmond en de begraafplaats van de familie Wesselman op een eilandje in park de Warande aangedaan.
Marcus van Eindhoven
Bij een proefopgraving op het plein voor de Catharinakerk in Eindhoven deed het team van stadsarcheoloog Nico Arts in 2002 een spectaculaire vondst. Het team vond het skelet van een jongetje van circa tien jaar dat rond 1300 in de oude Catharinakerk moest zijn begraven. De jongen werd Marcus genoemd, naar de afbeelding van Sint Marcus op een muntje dat bij hem werd gevonden.
De kleinste begraafplaats van Nederland?
Ingeklemd tussen de bebouwing van de Europalaan en een grote vijver ligt de van oorsprong algemene begraafplaats van Son en Breugel. De “begraafplaats” is niet groter dan enkele vierkante meter en er bevindt zich slechts één zichtbaar graf. Hoe kwam dat graf daar? Daarvoor moeten we terug naar het eind van de negentiende eeuw toen religie een grote rol speelde. Waarom bestaat het graf nog steeds? Hiervoor moeten we een blik werpen op de personen die er begraven liggen.
In 2006-2007 onderging de Vughtse St.‑Lambertustoren een ingrijpende restauratie. In augustus 2007 vond een feestelijke afronding plaats door de onthulling van een enorme grafsteen tegen de noordelijke muur van de toren. De zerk lag oorspronkelijk op het St.‑Lambertskerkhof en dekte het graf van de veertienjarige Pieter Anthony van Wiedenkeller. Hij werd in 1775 in de protestantse Lambertuskerk in Vught gedoopt en overleed in 1790. Zijn grafsteen heeft sinds 1790 op verschillende plaatsen gelegen. Naarmate het onderzoek naar de achtergronden van de zerk vorderde, ontrolde zich een opmerkelijke geschiedenis.
De familie van Pieter Anthony van Wiedenkeller
Pieter Anthony was de zoon van Johan Balthasar van Wiedenkeller en Maria Agatha Louise von Reden. Met deze ouders en zijn grootouders had hij een kleurrijke achtergrond. In de verschillende archiefstukken en publicaties worden zowel hun voor- als achternamen op diverse manieren geschreven. Zo wordt de naam van Pieter Anthony’s familie nogal eens als Van Wijdenkeller weergegeven. In dit artikel wordt gekozen voor Van Wiedenkeller, behalve als het om citaten gaat.[1]
Begraven op eigen grond
Overal waar mensen zich vestigen, zal zich na korte of lange tijd de noodzaak voordoen om medemensen te begraven. In Vught lagen de oudste graven bij en in de St.-Lambertuskerk en de oude St.-Pieterskerk of Strooien kerk op het latere Maurickplein, op en rond de Joodse begraafplaats aan de Berkenheuveldreef en bij een oude kapel in Cromvoirt. In 1830 werd de Algemene begraafplaats aangelegd. Later volgden begraafplaatsen van parochies, kloosters, psychiatrisch ziekenhuis Voorburg en de protestantse begraafplaats Ouwerkerk. [1]