Muiderberg - Joodse begraafplaats

28 juli 2010

De voormalige gemeente Muiden (nu Gooise Meren) bestond uit het stadje Muiden en het dorp Muiderberg. Samen kenden de twee plaatsen vijf begraafplaatsen, waarvan maar liefst drie in Muiderberg. En twee daarvan zijn toch wel bijzonder te noemen binnen de funeraire geschiedenis van Nederland. Allereerst de grootste joodse begraafplaats van Nederland, eigendom van de Amsterdamse Joodse Gemeente en als tweede de familiebegraafplaats waar veel Lutheranen uit Amsterdam werden begraven. Beide begraafplaatsen representeren unieke uitingen op het gebied van de lijkbezorging. Maar ook de andere drie begraafplaatsen in de gemeente Muiden zijn de moeite van het bekijken waard. Jan van Mierlo, de voormalige beheerder van de Joodse begraafplaats in Muiderberg, schreef erover.

Zicht over een van de grafvakken van de begraafplaats richting de aula.Zicht over een van de grafvakken van de begraafplaats richting de aula.

De joodse begraafplaats te Muiderberg

In 1639 stichtten de Hoogduitse Joden in Amsterdam een zelfstandige Joodse Gemeente. Tot dan toe bezochten de Hoogduitse joden de Portugese synagogen. Al in 1636 vierden ze op een eigen locatie in Amsterdam hun feestdagen. In 1642 moest de jonge gemeente op zoek naar een eigen begraafplaats omdat de Portugese begraafplaats zijn poorten sloot voor Hoogduitse joden. Zij waren immers geen lid van de Portugese gemeente. Gezien de grote groei van de Joodse gemeenschap wilde men gronden verwerven met voldoende uitbreidingsmogelijkheden. Die gronden werden gevonden nabij Muiderberg dat door de aanleg van de trekvaart naar Naarden gunstige mogelijkheden bood. Bovendien waren de gronden die men op het oog had hoog gelegen zandgronden. Vanaf de trekvaart werd een aftakking gemaakt waarbij men gebruik maakte van het stroompje "de Goog" dat nabij Muiderberg ontsprong en uitstroomde in de Vecht. Later werd deze zogenaamde lijkvaart, die in de volksmond de Jodenvaart werd genoemd, nog verder doorgetrokken, langs het kohaniempad naar het reinigingshuis.

De koop werd in 1642 gesloten met behulp van een lening van de Portugese gemeente. De koopakte werd mede ondertekend door Pieter Corneliszoon Hooft, drost van Muiden, baljuw van het Gooi. In 1660 werd "een stuck boulant tot een kerckhof, belent ten Oosten der Hoog-Duytsche Joden" verkocht aan Poolse Joden. In 1673 werd de aparte Poolse gemeente opgeheven en werd het Poolse deel bij de rest van de begraafplaats gevoegd. In 1670 werd de toegangslaan ten zuiden van de begraafplaats gehuurd voor de kohaniem (navolgers van de priester Aaron), die niet met de onreine graven in aanraking mochten komen. Pas in 1844 werd deze laan, die nog steeds in gebruik is, in eigendom verworven.

In de begintijd werden de overledenen uit Amsterdam via de Muidertrekvaart per trekschuit vervoerd. Een drie uur durende tocht. Tot het jaar 1721 moesten de Joden rechten betalen aan de kerken die gepasseerd werden. De trekschuit ging voorbij Muiden door de Naardertrekvaart en bij de Hakkelaarsbrug in Noordelijke richting verder tot aan de begraafplaats. "Hij of zij is al bij de Hakkelaarsbrug" was een Amsterdams Joods gezegde om aan te duiden dat iemand ernstig ziek was. Later ging het vervoer per koets en per auto.

Een woud van stenenIn het rampjaar 1672 kwam de begraafplaats letterlijk in de vuurlinie te liggen. Door de Franse soldaten van Lodewijk XIV werden grafstenen gebruikt voor de bouw van een schans en als verharding om kanonnen op te plaatsen. Deze werden gericht op het Muiderslot. Bij de ontzetting van Naarden door Willem III werd wederom de begraafplaats geschonden. Met grafzerken werden versterkingen gebouwd. Nu staan rond de betreffende grafvelden een paar stenen met het opschrift "akker vol graven". De oudste grafzerk op de begraafplaats dateert nog van 1665 en staat bij het hoofdgebouw.

In 1738 werd de begraafplaats uitgebreid naar het westen en in 1780 werd het Muiderbergse landgoed "Rust Rijk" aangekocht. In 1859 werd het terrein nogmaals vergroot met het land waarop tot 1857 het huis Hofrust had gestaan. Het huidige bezit beslaat nu het tegenover de begraafplaats gelegen Kocherbos en enkele weilanden rond de huidige begraafplaats.

Vanaf 1882 tot 1947 was het oppassen wanneer men de begraafplaats verliet, want toen liep direct voor de begraafplaats een tramlijn. Het was een aftakking van de Gooische Tram, ook wel Gooische moordenaar genoemd, die vooral 's zomers veel badgasten en schoolreisjes naar het strand van Muiderberg bracht. Het stationnetje lag bij het Rechthuis, zo'n tweehonderd meter van de ingang van de begraafplaats. Het rouwrijtuig dat de Gooische stoomtrammaatschappij liet inrichten viel bij de joden niet in goede aarde. Waarschijnlijk gebeurde de bouw zonder overleg want de joden stelden het niet op prijs. Of de Luthersen er gebruik van gemaakt hebben is niet bekend. Het initiatief ging al snel weer ter ziele.

Het nieuwe gedeelte op een winterse dag in 1999De begraafplaats behoort nu toe aan de Nederlands Israëlitische Hoofd Synagoge van Amsterdam en is de grootste en de bekendste joodse begraafplaats in Nederland. In zijn huidige omvang meet de begraafplaats zo'n 15 hectare. In haar 364-jarig bestaan zijn er ongeveer 45.000 mensen begraven. De huidige begraafplaats bestaat uit een oud gedeelte, veld A dat grofweg de daadwerkelijke berg richting dorp beslaat. Hier is begraven van 1642 tot ongeveer 1820. Ten westen van de berg ligt veld B, waarop begraven is van 1820 tot rond 1895. Ten noorden van de velden A en B ligt een gedeelte waar vanaf de helft van de negentiende eeuw werd begraven. Nog dichter naar het dorp ligt veld D waar tussen 1907 en 1940 werd begraven. Links van de hoofdpoort, helemaal naar achteren ligt het na-oorlogse deel.

Vooral veld A is na de oorlog in een dusdanig verwaarloosde situatie geraakt dat het nu helemaal begroeid is. Van de zeven medewerkers van voor de oorlog keerde er slechts één terug. Die had zijn handen vol aan de dagelijkse werkzaamheden waardoor de oudere velden aan hun lot werden overgelaten. Op dit oudste deel vinden we veel oude staande stenen. Ze zijn vaak prachtig versierd, maar bijna nergens overdadig. De forse en brede stenen uit de achtiende eeuw en begin negentiende eeuw zijn voorzien van uitgebreide en bloemrijke Hebreeuwse teksten met de Joodse jaartelling. Op dit deel liggen ook twee marmeren tomben van aangespoelde Italiaanse joden, zoals ook te vinden zijn in Ouderkerk aan de Amstel.

Marmeren zerk voor een drenkelingNabij ligt nog een marmeren zerk met fraai beeldhouwwerk. Hier is een Portugese jood begraven die aanspoelde op de kust nabij Muiderberg. Hij was waarschijnlijk het slachtoffer van een scheepsramp. In overleg met de Portugees Joodse gemeente werd het reeds in ontbinding verkerende overschot zo snel mogelijk begraven op de nabij gelegen joodse begraafplaats van Muiderberg. In de negentiende eeuw ontstaat het gebruik om ook de Nederlandse tekst op de grafstenen te vermelden. Rond 1830 werd voor het eerst op de stenen aan de onderzijde ook een naam of datum in het Nederlands vermeld. In de loop der tijd zijn de grote zware zerken geleidelijk vervangen door kleinere en dunnere steles. Ook de teksten werden korter. De laatste 25 jaar is het Hebreeuws nagenoeg helemaal verdwenen van de zerken. 

De gebouwen

De begraafplaats kent een hoofdgebouw en een reinigingshuis. Die werden voor het eerst in 1850 en 1853 gebouwd, maar werden later, in 1933, op dezelfde plek vervangen door de huidige gebouwen. Gedenkstenen aan de gevel van het huidige hoofdgebouw herinneren hier nog aan. Het hoofdgebouw bestaat uit een paar ruime ontvangstkamers, kantoor- en keukenruimten. In het bovengedeelte is de beheerderswoning ondergebracht.

De aula op de begraafplaats met links het oorlogsmonumentHet reinigingshuis, ook wel de aula genoemd, staat meer naar achteren op de begraafplaats en is in dezelfde stijl gebouwd als het hoofdgebouw. Beide gebouwen zijn ontworpen door de joodse architect Harry Elte Phzn. (1880-1944). Zijn ontwerp is gebaseerd op de stijl van de Amsterdamse School.

In de aula, of reinigingshuis, worden de gebeden uitgesproken en vindt de feitelijke uitvaart plaats. Boven de ingang van de aula staat in het Hebreeuws: "Zij jubelen God, want Uw rechtszaak is rechtvaardig". Aan de zijkant staat op een hardstenen plaat de tekst uit Daniël 12:13; "Ga henen tot het einde; want gij zult rusten en opstaan tot uw lot, in 't einde der dagen". Aan de kant van de Googweg vormt een ruim tweehonderd jaar oude muur met ruim 125 jaar oude hekken, de afscheiding van de begraafplaats.

Tweede Wereldoorlog

Als men over de begraafplaats loopt en de opschriften van sommige zerken leest, ontkomt men niet aan soms schokkende teksten. Bijvoorbeeld die van gezinnen die de verschrikkingen van het concentratiekamp niet wensten af te wachten. Direct na de inval van Duitse troepen in de meidagen van 1940 verkozen zij vrijwillig de dood. Dan zijn er ook zerken waarop het "Hier rust" ontbreekt, omdat het plaats moest maken voor de woorden "Ter nagedachtenis". We lezen daarbij onder andere "gedeporteerd van Westerbork naar Auschwitz" of "omgebracht in een nazi-concentratiekamp in de winter van 1942-1943". In het begin van het jaar 1942 werd het begraven in Muiderberg door de Duitsers verboden. Ondanks dit verbod bracht men toch nog overledenen naar Muiderberg om daar begraven te worden. De meeste overledenen werden in die periode echter op de Joodse begraafplaats in Diemen ter aarde besteld. Over het algemeen vermeden de Duitsers in de oorlog de begraafplaats. Wel werd veel koperwerk, vooral letters en ijzeren hekwerken van de zerken, gestolen. 

Het oorlogsmonument

Naast de aula staat een oorlogsmonument. Het symboliseert de donkerste dagen van de vorige eeuw voor de joodse gemeenschap. Achtentwintig kleine zerken, waarop slechts de namen van de jongens staan vermeld die onder het oog van hun radeloze ouders, met veel geweld, gedurende een godsdienstoefening op de sjabbat, tijdens een overval door de "Grüne Polizei", uit de synagoge aan het Amsterdamse Jacob Obrechtplein werden weggevoerd. De ouders ontvingen later het bericht dat hun zonen "op de vlucht gedood" waren. Na de oorlog heeft men de vergaarde as in 28 urnen gedaan die onder de stenen staan. De tekst op het monument daarbij spreekt voor zichzelf: GIJ DIE IN LEVEN HIER STAAT, GEDENK ISRAËLS KINDEREN / WEGGESLEEPT NAAR DE MOORDKAMPEN IN DE JAREN 5701-57051 (1941 - 1945) / HUN ZETEL ZIJ ONDER DE VLEUGELEN VAN GODS MAJESTEIT.

Het gevolg van de Tweede Wereldoorlog is dat nu veel minder begraven wordt. Vóór de oorlog werden er zo'n één á twee mensen per dag begraven. Nu zijn dat er één of twee per week. Vele graven zijn niet meer in onderhoud omdat nabestaanden de oorlog niet hebben overleefd.

 

Noot

  1. De joodse jaartelling wijkt af van de bij ons bekende jaartelling. De Joden spreken niet van vóór en na Christus. Volgens de joodse kalender is het huidige Joodse jaar 5766. Indien men 3760 van deze jaartelling aftrekt, komt men uit op 2006. Dit is echter bij benadering, omdat de jaarwisselingen niet gelijk lopen met de Gregoriaanse kalender die in de Westerse wereld gebruikelijk is.

 

Literatuur

  • Diest, S.C. van, Begraven in Muiden, in: Villa Amuda, uitgave van de Historische Kring Stad Muiden, jaargang 1, nr. 1, september 1987.
  • Michman, Jozeph, Hartog Beem en Dan Michman, Pinkas. Geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Nederland (Ede/Antwerpen 1992)
  • Tussen Vecht en Eem, nr. 2 mei 1996
  • Roos, Rien, De joodse begraafplaats te Muiderberg (Muiderberg 1991)
  • Telleman, A. en I. Telleman-Barends, De kerk in Muiderberg, 1982
  • Vries, Rabbijn S. Ph. de, Joodse Riten en symbolen, (Amsterdam 1968)
  • Woud, Auke van der, Het lege land. De ruimtelijke orde van Nederland 1798-1848 (Amsterdam 1998)

 

Deze tekst werd geschreven door J.Th. van Mierlo in oktober 1999 voor de tentoonstelling "Begraven in Muiden en Muiderberg" welke toen gehouden werd in de Grote kerk van Muiden. In 2006 is het artikel opnieuw geredigeerd.

 

 

Aangepast: 18 april 2024

Nieuw op de website