Zeist - Begraven onder de galgen

25 juli 2009

 

Behalve op het kerkhof rondom de kerk aan de Dorpsstraat waar al in de middeleeuwen werd begraven en sinds 1747 op de begraafplaats van de Evangelische Broedergemeente, werden in Zeist nog op twee plaatsen doden begraven. Het was een schande om op die plekken begraven te worden en hiermee bedoelen wij de galgenvelden onder Zeist.

 

Lokalisering

In Zeist stonden twee galgen. Een was van het Provinciale Hof van Utrecht en de ander van de hoge heerlijkheid Zeist. Beide galgen lagen ten noorden van de oude postweg van Utrecht op Arnhem. De provinciale galg stond ongeveer ter hoogte van Ma Retraite aan de Oude Arnhemseweg en werd aangeduid met 'op het Zeijster Zand' Daarbij moet worden bedacht dat de Oude Arnhemseweg ter hoogte van Ma Retraite en Veldheim niet meer het oude tracé volgt. In 1833 werd door Gedeputeerde Staten aan de eigenaar van de buitenplaats Ma Retraite toestemming verleend deze weg in noordelijke richting te verleggen.
Prof. W. van Iterson lokaliseert in zijn publicatie 'Heerlijke rechten in het algemeen en de heerlijkheid Zeist in het bijzonder' (Zeist 1958) het galgenveld op het terrein van het Christelijk Sanatorium, maar hierin vergist hij zich.
De galg van de hoge heerlijkheid Zeist stond aan de Arnhemse Bovenweg ter hoogte van de buitenplaats Kerckebosch; tegenwoordig Hotel Kasteel 't Kerckebosch genaamd.

 

Galg van het Provinciale Hof

Nadat het doodvonnis aan de misdadiger was voltrokken, het kon zijn door onthoofden, ophangen, wurgen of radbraken, werd het lijk naar het galgenveld gebracht en weer aan de galg gehangen of op een rad gezet. Zij moesten als afschrikwekkend voorbeeld dienen. De lijken van de misdadigers bleven daar tentoongesteld totdat ze geheel vergaan waren, waarna de geraamten bij de galg onder de grond gestopt werden.
De doodvonnissen van het Hof van Utrecht, in 1530 door keizer Karel V ingesteld, werden ten uitvoer gebracht op het Vredenburg en vanaf 1619 op het Paardenveld in Utrecht. Hun lijken werden overgebracht naar 'het Zeijster Zand' in Zeist, waar een galg en een rad stonden.

Uitsnede 'Caerte van de Limietscheydinge van Seijst en Driebergen' uit 1677 van Bernard de Roy. collectie Nationaal Archief (inv.code VTH, inv.nr. 3031)Na de verheffing van de gerechten van Zeist en Driebergen tot een hoge heerlijkheid door de Staten van Utrecht bij gelegenheid van de verkoop in 1677 aan Willem Adriaan van Nassau, heer van Odijk (1632-1705), maakte de cartograaf Bernard de Roy in 1677 een kaart van de nieuwe hoge heerlijkheid. Op deze kaart staan de grenzen uitvoerig beschreven.

de_hooghe_1675Uitsnede 'Ultraiectine Domini Tabula' door Romein de Hooghe (circa 1675)Over het galgenveld van het Hof van Utrecht wordt vermeld: 'Blijvende niettemin de Gerechts plaats vanden hove provintiael met vijff ende twintich roeden int rondt geeximeert […].' Vanouds was dit het galgenveld van het Hof. In 1599 wordt deze plek al aangeduid als ''t Hofsgerigt'.
Het salaris van de beul werd in 1770 door de Staten van Utrecht vastgesteld en hierin wordt het galgenveld in Zeist met name genoemd. De beul werd onder andere betaald voor: 'Voor den Geëxecuteerden van de Galg, Worgpaal, Rad &c. af te nemen en van het Schavot op de wagen te helpen brengen', 'Voor het dode lichaam op het Zeisterzand aan de Galg te hangen, Ladder en Catrol te stellen en af te nemen', 'Voor het zetten op 't rad aldaar en het hoofd op een pin, Ladder en Catrol te stellen en weder af te nemen', 'Voor het hoofd met het lichaam in een zak te steken' en 'Voor het lichaam in een Put te begraven'. Dit gebeurde allemaal 'op het Zeijster Zand'.

 

Verkoop

Volgens een beschrijving uit 1787 stelde de galg in die tijd niet veel meer voor: 'omtrent op de hoogte daar de galg van 't Hof plagt te staan, van welk nu niets dan eene paal overgelaten was.' In 1791 wordt voor het laatst in een vonnis melding gemaakt van het Zeisterzand.
In 1795 werd de gewoonte om geëxecuteerden ten toon te stellen afgeschaft. In 1797 werd het galgenveld door het provinciaal bestuur aan Willebrordus Verkerk verkocht. Als gevolg hiervan beschikte het Hof van Utrecht niet meer over een terrein voor het begraven van ter dood gebrachte misdadigers. Het Hof verzocht in 1805 aan het provinciaal bestuur een nieuw terrein aan te wijzen omdat 'het Galgeveld op het Zeijster Zand aan particuliere was verkogt, en dus van wegens de Justitie wegen wierd vereischt een begraafplaats ergens elders voor de ter dood gebragte lichaamen'. Hiermee wordt bevestigd dat deze plek als begraafplaats voor misdadigers werd gebruikt.
Bijna een eeuw later wordt dit nog eens bevestigd in de Gids voor Zeist (1896). In dit boek kan men lezen: 'Door overlevering is ons bekend, dat men voor jaren in de Noordelijkste deel der plaats "Ma Retraite" al gravend een circa 8 M. lange ijzeren ketting, stukken van balken met zware spijkers te voorschijn bracht, en op geraamten stiet. Zeer wel mogelijk is het dus, dat het gerecht van het Hof provinciaal, zich in de nabijheid daarvan bevond.' Verdere archeologische sporen zijn er sindsdien niet meer gevonden.

 

Geëxecuteerden

Afbeelding afkomstig uit: collectie Varia, inv.nr. 5, van het Gemeentearchief Zeist.Op het galgenveld van het Hof van Utrecht aan de Oude Arnhemseweg werden bijvoorbeeld de lijken van Cornelia Cornelis (1710), Cornelis Jansz alias Jewinus en van Willem Fransz alias Meliades ter afschrikking tentoongesteld. Op het galgenveld van de hoge heerlijkheid Zeist aan de Arnhemse Bovenweg werd in 1749 het vonnis aan de 20-jarige Gerrit Willemse alias de Jonge Hond voltrokken. Het vonnis dat tegen hem was uitgesproken luidde: 'Omme gebragt te werden ter plaatze alwaar men gewoon is Crimineele Justitie te doen, ten eynde aldaer aan de Galge met de Koorde gestraft te werden dat 'er de Dood na volgt, en het doode Lighaam aldaer in Ketenen te laten hangen, anderen ten Afschrik en Exempel.' (2005)

 

 

Bronnen

  • Varia, inv.nr. 5; Gemeentearchief Zeist (GAZ)
  • Archief der gemeente Zeist, 1599-1905, inv.nr. 154; GAZ
  • Archief van de Staten van Utrecht, 1375-1813, inv.nr. 33; nr. 1306-3; Het Utrechts Achief (H.U.A.)
  • Archief van het Hof van Utrecht, nr. 9-32; H.U.A.
  • Bronnen voor de geschiedenis van Zeist, deel II, Assen 1967, p. 215
  • V.A.M. van der Burg, De galgen onder Zeist. Seyst. Nr. 1 (1983) p. 24-25
  • Gids voor Zeist, Zeist [1896], p. 15
  • H.C. Jelgersma, Galgebergen en galgevelden in West- en Midden Nederland, Zutphen 1978, p. 80-81
  • Over hagelkruisen, banpalen en pestbosjes. Historische landschapselementen in Nederland, Utrecht 1993, p. 53
  • A.J. van der Weyde, Over begraafplaatsen en begraven in het bijzonder te Utrecht. Jaarboekje van Oud-Utrecht, 1930, p. 85 e.v.

 

 

Aangepast: 10 januari 2022

Nieuw op de website