Zuid-Holland
Schoonhoven ontstond op een gunstige plaats langs de rivier de Lek bij een dam in de veenstroom de Zevender. Begin dertiende eeuw werd aan de Lekzijde al een haven aangelegd en rond 1250 verrees er bij de dam een kasteel. Al vroeg werd er ook begraven bij de kerk die bij de haven werd gebouwd. De nederzetting was strategisch gelegen, groeide snel en kreeg al vroeg stadsrechten. Dit was ook de aanleiding voor de aanleg van vestingwerken.
Het dorp Lekkerkerk is in de middeleeuwen ontstaan op een oeverwal langs de Lek. Het dorp werd voor het eerst vermeld in de dertiende eeuw maar de kerk is mogelijk ouder. Al vroeg was er in het dorp sprake van een kleine Joodse gemeenschap die uiteindelijk ook een eigen begraafplaats kreeg.
Weinigen zullen weten dat de wereldberoemde Chileense dichter en Nobelprijswinnaar Pablo Neruda in 1930 met de Nederlandse Maria Hagenaar trouwde.
'Ik heb een Creoolse ontmoet, dat wil zeggen, een Nederlandse met een paar druppels Maleis bloed. Een lange, zachte vrouw, volkomen vreemd aan de wereld van de kunsten en de letteren.'
De naam Krimpen komt het eerst in geschriften voor in 1277. Zoals met zoveel gehuchten werd in de loop der tijd de naam op uiteenlopende wijzen geschreven waarvan’ Tingenijssel’ ten opzichte van de huidige naam toch wel enige vraagtekens oproept. Pas in de negentiende eeuw kreeg Krimpen een eigen begraafplaats.
Niet alle kerkhoven in Nederland werden in 1829 gesloten voor begraving. Nog honderden van dergelijke begraafplaatsen bleven in gebruik. Sommige slechts voor korte tijd, andere zijn tot op de dag van vandaag in gebruik. Het oude kerkhof van de hervormde gemeente van Nieuw-Lekkerland werd in 1828 nog eens vergroot aan de oostzijde. Maar deze uitbreiding voldeed slecht omdat de Lek voor toenemende overlast zorgde.
De Oude of Algemene Begraafplaats in Voorburg is een monumentale begraafplaats die van rijkswege beschermd is en waarvan alle waardevolle elementen behouden zijn. De gemeente Leidschendam-Voorburg heeft de begraafplaats een aantal jaren geleden in ere hersteld en het opnieuw mogelijk gemaakt om hier te begraven. De gemeente heeft zodoende ook het onderhoud van de begraafplaats weer op peil gebracht. Voorafgaand aan het plan heeft bureau 'De HistorieCie' uit Rotterdam een tuin- en cultuurhistorisch onderzoek uitgevoerd. Een speciale begeleidingscommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van de wijkvereniging Oud-Voorburg, Vereniging De Terebinth, Historische Vereniging Voorburg en de Bond Heemschut, hebben zich gestort op het achterhalen van informatie over personen die er begraven liggen en daarbij alle mogelijke archieven geraadpleegd.
Aan de Vlaardingerdijk in Schiedam ligt tussen het groen de voormalige R.K. begraafplaats van Schiedam. Midden op de begraafplaats staat een veelhoekige, neoclassicistische kapel, gebouwd in 1853. In de jaren zeventig van de twintigste eeuw is de begraafplaats gesloten en raakte de kapel in onbruik. Sinds 1977 is de kapel met enkele bijgebouwen en het toegangshek aangewezen als rijksmonument. Net in die jaren was de begraafplaats gesloten en de kapel werd niet meer gebruikt. Na een lange periode van leegstand en verval werd de kapel in 2001 na een ingrijpende restauratie herbestemd, nu als kerk voor de Roemeens Orthodoxe Parochie in Nederland. Samen met de bijbehorende gebouwen, het hekwerk en de grafmonumenten ligt hier een bijzonder stukje Schiedam.
In de achttiende eeuw wees niets erop dat het begraven in kerken en op kerkhoven midden in dorpen en steden zijn langste tijd had gehad. Een vooruitstrevende inwoner van Den Haag stichtte op een duin in Scheveningen de eerste openbare buitenbegraafplaats in Nederland. Dat wil zeggen de eerste bewust buiten de bebouwde kom aangelegde begraafplaats. Bij de aanleg lag de begraafplaats nog ver weg van enige bebouwing in de duinen.
In de negentiende eeuw lieten veel families op eigen grond een begraafplaats of grafkelder aanleggen. Er zijn zo honderden kleine begraafplaatsen ontstaan, meestal op eigen terrein, verstopt in het landschap. Bij het Zuid-Hollandse dorp Monster werd in de negentiende eeuw door de familie Herckenrath ook een eigen grafkelder gebouwd.
De funeraire geschiedenis van de grote steden in Nederland wordt vaak relatief eenvoudig voorgesteld. Vanaf de vroegste tijden werd in de kerken en op de omringende hoven begraven. In een enkele stad werden vanaf de zestiende of zeventiende eeuw ook wel de bolwerken gebruikt om te begraven. In sommige steden vinden we op die plaatsen nog wel Joodse begraafplaatsen, vaak niet meer in gebruik. In de negentiende eeuw kwam de grootste verandering. Nieuwe regels werden afgekondigd en oude begraafplaatsen in de steden dienden gesloten te worden. Nieuwe moesten aangelegd worden, het liefst buiten de stad, weg van de bebouwing. Er zijn voorbeelden te over waar deze nieuwe begraafplaatsen, groots en groen, werden aangelegd. Soms kwamen er tuin- en landschapsarchitecten aan te pas en vandaag de dag is het op veel van die begraafplaatsen nog steeds aangenaam verpozen. Zover het gangbare verhaal, want niet in alle steden ging het zo. Het is veeleer een verhaal van langzame aanpassingen, pogingen om de oude begraafplaatsen te behouden of om uitstel.