Skip to main content

Randwijk, Hendrik Mattheus (Henk) van

28 juni 2003

 

* Gorinchem 9 november 1909 - † Purmerend 13 mei 1966

 

Graf H.M. van RandwijkHendrik Mattheus (Henk) van Randwijk werd in een streng gereformeerd gezin als 4e van 6 kinderen uit vaders tweede huwelijk geboren. Vader Hendrik, tuinder, had uit een eerste huwelijk met Johanna Elisabeth van Veldhoven 8 kinderen waarvan er 1 na 5 maanden was overleden. Na de dood van zijn eerste vrouw in 1902 trouwde hij in 1903 met Dingena Baardman. Uit dit huwelijk kwamen 6 kinderen voort waarvan er 1 op 5-jarige leeftijd stierf.

Na de School met de Bijbel in Gorcum te hebben bezocht begon Henk van Randwijk in 1923 aan een opleiding tot onderwijzer aan de Christelijke Kweekschool in Gorinchem doch een jaar later ging hij bij zijn vader in de tuinderij werken. Ook dat duurde slechts een jaar, terug naar de kweekschool waar hij in 1928 zijn studie afrondde en in 1930 zijn hoofdakte behaalde. Van 1928 tot 1937 gaf hij les aan de christelijke lagere school Rehoboth in Werkendam. Zijn salaris bedroeg f 30,- (€ 13,65) per maand.


Op de kweekschool had hij Ada (Arentje Margrieta) Henstra ontmoet; op 29 mei 1935 trouwden ze. Het huwelijk bleef kinderloos. Het paar was in hun verkeringstijd in aanraking gekomen met de Jong-Protestantse dichters en schrijvers. Vanaf 1930 publiceerde deze groep in hun tijdschrift "Opwaartse Wegen" Van Randwijk's verzen, die een sterk sociale tendens hadden. In 1936 werd in de in die tijd bekende Nobelreeks zijn maatschappij-kritische roman Burgers in nood uitgegeven. Hij ontving hiervoor een honorarium van f 750, - en f 0,25 per buiten de Nobelreeks verkocht exemplaar. Het boek beleefde 5 drukken, er werden 36.000 exemplaren verkocht. In 1938 verscheen in dezelfde reeks Een zoon begraaft zijn vader. Voor deze roman ontving hij f 1.000,- en een percentage van de verkoop buiten de Nobelreeks. Er gingen 42.000 exemplaren over de toonbank.

Politiek bewoog Van Randwijk zich steeds meer naar links. Hij werd lid van de links-progressieve Christelijke Democratische Unie en wierp zich regelmatig op als hun woord-voerder. Omdat Werkendam "te klein" werd solliciteerde hij veelvuldig. Voor de "rooie" Van Randwijk was echter geen plaats meer in het christelijke onderwijs. Door bemiddeling van zijn vriend ds. J.J. Buskes werd hij in 1937 benoemd tot hoofd van de Eben Haëzerschool in de Jordaan in Amsterdam. Binnen enkele jaren lukte het hem van deze armoedige school een modelschool te maken. Samen met zijn vriend en dichter Jan H. de Groot maakte hij in 1939 een reis naar de Zwarte Zee. De neerslag hiervan publiceerde hij in Zeewaarts - Zuidwaarts (1940).

Na de Duitse inval in 1940 sloot Van Randwijk zich onder de schuilnaam Sjoerd van Vliet bij het ondergrondse verzet aan. Dit nam zo een omvang aan, hij werd één van de belangrijkste figuren in het verzet, dat hij uit het onderwijs stapte om er nooit meer terug te keren. Toen in 1941 de oprichters-redacteuren van het ondergrondse blad Vrij Nederland werden opgepakt, zette Van Randwijk de uitgave voort. Hij leidde het blad naar een hoger plan. Zijn artikelen werden graag gelezen waardoor de oplage flink steeg. Helaas werd hij in maart en juni 1942 door de Sicherheitspolizei opgepakt. Hij wist zich beide keren vrij te pleiten, maar het noodzaakte hem onder te duiken.

Hoewel Van Randwijk door velen werd bewonderd, leverde zijn gemis aan tact en het niet dulden van tegenspraak hem ook tegenstanders op. Zijn artikelen veranderden van toon en zijn socialistische mening met veel begrip voor de Sovjet Unie en het communisme veroorzaakte een breuk binnen de groep leidinggevenden van Vrij Nederland. In 1943 verliet een grote groep V.N.'ers het blad en richtten Trouw op. Na de oorlog betrok prof.dr.ir. W. Schermerhorn hem bij de kabinetsformatie van juni 1945. Zijn levenswijze veranderde; drank en vrouwen prevaleerden boven de noodzakelijke aandacht die nodig was voor het leiden van Vrij Nederland. Eveneens in 1945 werd hem de Verzetsprijs voor letterkundigen toegekend voor zijn gedicht Celdroom uit 1943.

In 1947 bezocht Van Randwijk Nederlands Indië met de bedoeling dat zijn persoonlijke bemiddeling deze kolonie snelle onafhankelijkheid zou brengen. De Partij van de Arbeid, waar hij zich inmiddels bij had aangesloten, had hier geen waardering voor. Toen hij bovendien in Vrij Nederland de politieke akties in Nederlands Indië fel veroordeelde ontstond een niet te herstellen breuk. Ook zijn lezers wendde zich hierdoor van hem af, het aantal abonnees verminderde van 109.000 tot 18.000. Medewerkers keerden hem door zijn eigengereide optreden de rug toe wat in 1950, toen V.N. vrijwel failliet was, er toe leidde dat het blad door de Arbeiderspers werd overgenomen. Het hoofdredacteurschap werd hem ontnomen, waarna tenslotte in 1952 alle medewerking werd stopgezet. In 1959 keerde hij echter door de gewijzigde koers van V.N. als vaste medewerker terug op het oude nest.

Van 1959 tot 1962 was hij een dominerend lid van het tv-forum 'Welbeschouwd', waar vragen van kijkers over maatschappelijke aangelegenheden werden besproken en beantwoord. Van Randwijk werd hierdoor een nationale figuur. Het Algemeen Handelsblad nodigde hem in 1960 uit zijn verzetsherinneringen in feuilleton vorm op papier te zetten. Dat was zo'n succes dat de reeks tot 1965 werd voortgezet en in 1967, na zijn dood, in boekvorm verscheen. Algemene begraafplaats IlpendamDe historische waarde van dit boek, In de schaduw van gisteren. Kroniek van het verzet in 1940-1945, is onbetwist.

Omdat hij het wat rustiger aan wilde gaan doen betrok hij in 1962 met zijn vrouw een huis in Ilpendam. In mei 1967 moest hij een galblaasoperatie ondergaan; hij bezweek hieraan door een hartinfarct. Onder zeer grote belangstelling werd hij op dinsdag 17 mei 1966 op de Algemene begraafplaats in Ilpendam ter aarde besteld, graf 267. Harry Mulisch beschreef de begrafenis in geromantiseerde vorm in zijn roman De aanslag. Op zijn grafsteen is een scheepje met kruis op zee afgebeeld, het symbool van de Oecumene.

Henk van Randwijk is de geschiedenis ingegaan als dichter, prozaschrijver en publicist. Maar bovenal zal hij herinnerd worden als verzetsheld. Tot in lengte van dagen zal zijn Bericht aan de levenden bij de dodenherdenking op 4 mei worden voorgedragen.Monument in AmsterdamDe tekst is ter herinnering aan de Tweede Wereldoorlog op de Eerebegraafplaats aan de Zeeweg in Bloemendaal aangebracht. Op 2 mei 1970 onthulde Ada van Randwijk op het H.M. van Randwijk (Wetering)plantsoen in Amsterdam een monument ter nagedachtenis aan haar echtgenoot. Tevens wil dit monument een eerbetoon zijn aan de daar gefusilleerden. Op het monument is de laatste regel van één van zijn gedichten aangebracht:

een volk dat voor tirannen zwicht
zal meer dan lijf en goed verliezen
dan dooft het licht….

Header: Begrafenis H. van Randwijk te Ylpendam, de kist en familieleden bij verlaten Kerk [Kroon, Ron / Anefo, Nationaal Archief, CC0]

 

Literatuur

  • J.J. Buskes: Henk van Randwijk - Vier vrienden (1971)
  • H.J.M.F. Lodewick: Literatuur Geschiedenis & bloemlezing, deel 2 (1985)
  • Annet van den Broek e.a.: Hun laatste rustplaats (1985)
  • J.M. den Uyl: 'In memoriam H.M. van Randwijk' in: Hij is reeds aan de overzijde samengesteld door Jeroen Brouwers (1986)
  • Gerard Mulder en Paul Koedijk: H.M. van Randwijk, een biografie (1988)
  • I. Schöffer: 'Randwijk, Hendrik Mattheus van (1909-1966)' in: Biografisch woordenboek van Nederland, deel 4 (1994)
  • Hans Heesen, Harry Jansen, Ed Schilders: Waar ligt Poot? (1997)

 

Aangepast: 04 mei 2021

Nieuw op de website


Pieneman, Jan Willem

29 september 2024
~Kunst & Cultuur

Als bloemen bij het graf - Garsthuizen

15 september 2024
~Als bloemen bij het graf