Skip to main content

Het ongeluk met de PH-CHI bij Moerdijk

24 juli 2009

 

Op de Nieuwe Oosterbegraafplaats kan men onverwacht oog in oog komen te staan met een stukje luchtvaartgeschiedenis. Een geschiedenis die niet goed afliep. Op een prominente plaats langs grafveld 10 staat een fors grafmonument met daarvoor en opzij een met keitjes bestraat pad. Het is het grafmonument voor vier doden die vielen bij een vliegtuigongeluk. Dat ongeluk vond plaats bij Moerdijk op 6 oktober 1981.

Sinds de burgerluchtvaart in Nederland op gang kwam, zijn er op Nederlandse bodem vliegtuigen gecrasht. Op de luchthavens uit de begintijd, zoals Waalhaven bij Rotterdam, of in de omgeving van luchthavens vonden met regelmaat ongelukken plaats. Gelukkig vielen daarbij niet altijd doden te betreuren. Naarmate de burgerluchtvaart zich ontwikkelde, kwam het vaker voor dat er ongelukken gebeurden. Na de oorlog kwam de nationale luchthaven Schiphol regelmatig in het nieuws doordat er een vliegtuig gecrasht was bij het landen of opstijgen. Daarbij vielen soms tot wel tientallen doden en gewonden, zowel onder de passagiers als op de grond. Maar gelukkig nam het aantal ongelukken daarna snel af, totdat op 6 oktober 1981 een lijntoestel van de Nederlandse Luchtvaart Maatschappij (NLM) neerstortte bij Moerdijk. 

Wat er gebeurde

Geheel conform vluchtplan steeg op 6 oktober 1981 het NLM lijntoestel de Fokker F-28 PH-CHI "Eindhoven" op van luchthaven Zestienhoven. Het zou een routinevlucht worden van Rotterdam naar Hamburg met een tussenlanding in Eindhoven. De start was om 17.04 uur. De weerkaart die gezagvoerder Werner meekreeg, was van een uur eerder en vertoonde op dat moment een uitgebreid onweersgebied ter hoogte van Vlissingen. Voor de start was de bemanning nog gewaarschuwd dat dit onweersgebied zich op dat moment al ten zuid-oosten van Rotterdam bevond. Omdat er geen sprake was van abnormale weersverschijnselen, was er geen reden was om de start uit te stellen. Aan boord bevonden zich in totaal zeventien personen, onder wie vier bemanningsleden.

Een Fokker F-28 aan de grond (foto David Oates | Jetphotos)Een Fokker F-28 aan de grond (foto David Oates | Jetphotos).

Om 17.09 uur, vijf minuten na de start, zag de bemanning op hun schermen een intensieve buienactiviteit in het onweersfront. In overleg met de verkeersleiding werd daarop de koers in iets zuidelijker richting verlegd. Daarmee zou het vliegtuig tussen twee zware buien doorvliegen door een relatief minder actief gebied. De bemanning nam alle regels die golden voor het vliegen in turbulentie in acht. Enkele minuten later, om 17.12 uur, ging het echter mis. Boven het Hollands Diep kwam de F-28 plotseling in een actieve windhoos terecht. De bemanning kon het vliegtuig niet meer uit de koers van de windhoos brengen en vloog er letterlijk tegenaan. Net voordat de windhoos zijn toestel te pakken kreeg, liet gezagvoerder Werner aan de verkeerstoren van Zestienhoven weten dat hij zijn koers twaalf mijl naar het westen had verlegd vanwege het noodweer. De laatste woorden van Werner waren: "ik wijk uit voor buien". Direct daarna brak de rechtervleugel, die niet berekend was op zulke uitzonderlijke krachten, af. Het toestel raakte vleugellam en stortte neer bij industrieterrein Moerdijk, op korte afstand van een chemisch complex van Shell. Het vliegtuig kwam ondersteboven terecht op het talud van het goederenspoor op het industrieterrein. Daarbij boorde de neus zich anderhalve meter in de grond en viel het vliegtuig in een ontelbaar aantal stukken uiteen. Alle zeventien inzittenden waren op slag dood. Brandweerman J. de Jong, die het vliegtuig zag neerstorten, kreeg een hartstilstand en overleed ter plekke. Hij was het achttiende dodelijke slachtoffer van deze ramp. 

Nasleep

De dagen nadien werd het woordje 'als' veel gebruikt. Want wat 'als' het volgetankte vliegtuig een paar kilometer verder op de fabriek van Shell terecht zou zijn gekomen? Geluk bij een ongeluk? Er waren ooggetuigen die het vliegtuig zagen neerstorten. Voor hen was het direct duidelijk dat er iets ernstig mis was.

De trap naar het viaduct waarnaast het vliegtuig neerkwam ligt nog vol met brokstukken (fotograaf Rob C. Croes, Fotocollectie Anefo)De trap naar het viaduct waarnaast het vliegtuig neerkwam ligt nog vol met brokstukken (fotograaf Rob C. Croes, Fotocollectie Anefo)
De vrijwillige brandweer van Moerdijk was als eerste ter plekke op de plaats van de crash. Ze hoopten nog mensen te kunnen redden maar die hoop bleek ijdel. Het vliegtuig was door de harde klap in kleine delen uit elkaar gespat. Na de brandweermannen van Moerdijk en Klundert volgden al snel andere hulpverleners. Al snel arriveerden ook de eerste nieuwsgierigen en de media ter plekke. De brandweer verrichtte belangrijk werk: ze raapten portemonnees en handtassen op. Hiervoor kregen zij echter in eerste instantie een standje van de Rijksluchtvaartdienst. Die had het liefst gezien dat alles op zijn plek was blijven liggen. Het waaide direct na de ramp echter zo hard, dat de spullen anders nooit meer teruggevonden zouden zijn. Na de komst van beroepshulpverleners werd de vrijwillige brandweer bedankt voor de hulp. Daarna verdeelde de hulptroepen het terrein van de ramp in vakjes en werd het geheel uitgekamd. Al snel daarna werd door de instanties het terrein alweer vrij gegeven. Iets te snel, naar later bleek, want de Moerdijkse jeugd vond ter plekke nog allerlei dingen die ze niet behoorden te vinden. Daarna werd het terrein opnieuw en nauwkeuriger uitgekamd. 

De slachtoffers en de uitvaart

Naast de vier Nederlandse bemanningsleden kwamen de andere slachtoffers op één na allen uit het buitenland. Er was een Amerikaan onder de slachtoffers en verder twee inzittenden uit Engeland en negen uit Duitsland. Het achttiende slachtoffer was brandweerman J. de Jong, hij was getuige van de ramp. Hij werd enkele dagen later begraven op de rooms-katholieke begraafplaats van Zevenbergen.

Grafmonument brandweerman De Jong (foto geplaatst met toestemming familie)Grafmonument brandweerman De Jong (foto geplaatst met toestemming familie).

De stoffelijke resten van de passagiers werden in eerste instantie naar de vliegbasis Woensdrecht gebracht. In een hal werden zeventien poppen geplaatst met op iedere pop de naam van een van de slachtoffers. De gevonden resten werden bij de poppen gelegd. Uiteindelijk werden van vier slachtoffers onvoldoende resten gevonden om ze te kunnen identificeren. Voor hen kocht de KLM een graf op begraafplaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam.

Op 16 oktober 1981 werd in de Koningskerk in Amsterdam een herdenkingsceremonie gehouden voor veertien van de zeventien slachtoffers. Tijdens de ceremonie werd gesproken door deken J.M.E. Keet, dominee A.A. Spijkerboer en NLM-directeur A.J. Leyer. Aanwezig waren verder onder meer burgemeester Polak, staatssecretaris Van der Doef (Verkeer en Waterstaat) en diplomatieke vertegenwoordigers van de Bondsrepubliek Duitsland, de Verenigde Staten en Engeland. Na de ceremonie werden de veertien kisten overgebracht naar De Nieuwe Ooster waar gelegenheid werd gegeven voor een laatste eerbetoon.

Tijdens de herdenkingsplechtigheid vormen NLM-medewerkers een erewacht ter nagedachtenis van de slachtoffers (Foto ANP Historisch Fotoarchief)Tijdens de herdenkingsplechtigheid vormen NLM-medewerkers een erewacht ter nagedachtenis van de slachtoffers (Foto ANP Historisch Fotoarchief).

Van de veertien kisten bleven vier kisten achter op de begraafplaats. Dat waren de vier niet nader geïdentificeerde slachtoffers: gezagvoerder Werner, 1e officier Schoorl en de passagiers Powell (Engeland) en Edye (West-Duitsland). De andere slachtoffers werden elders begraven.

De plaats voor het graf van de vier slachtoffers werd enkele dagen na de ramp uitgezocht door medewerkers van de KLM. Op 9 oktober zond de gemeente Amsterdam een fax naar de KLM met daarop bijna tien mogelijke locaties voor dit graf. De KLM koos uiteindelijk voor een plek op grafveld 10, langs een breed pad, niet ver van een van de hoofdassen. Enige weken na de begrafenis gaf de {sidebar id=19}KLM opdracht voor een invulling van de locatie aan tuin- en landschapsarchitect A.O. de Baere-Desmarets. Na enkele ontwerpen met lange, lage wanden kwam het huidige ontwerp naar voren als het meest geschikt. In november 1981 werd het monument geleverd door Cortlever-Agricola B.V. uit Amsterdam en kon de aankleding met planten verzorgd worden.

De ontwerptekening van het monumentDe ontwerptekening van het monument.

Het grafmonument

Het ontworpen grafmonument voor deze vreselijke gebeurtenis, bestaat uit twee verticale blokken gezoet graniet die naar boven versmallen, waarbij het linkerblok iets naar voren staat. Het rechterblok steekt iets hoger, maar is smaller dan de linker. De bovenzijde van beide delen zijn afgeschuind. Op ongeveer 2/3 van de hoogte is een dwarsbalk aangebracht die aan de rechterzijde uitsteekt. Op deze dwarsbalk staat in grote letters "IN MEMORIAM" met daaronder de vier namen van de hier begraven slachtoffers van de ramp: B.J. Edye, K. Powell, H.R. Schoorl (1e officier) en J.P.R. Werner (gezagvoerder). Op het linkerblok staat onder de dwarsbalk nog de tekst: "Die het leven lieten bij een vliegtuig ongeluk", "Who lost their lives in an aircraft accident" en "Die das leven liessen bei einem flugzeugunglück". Op het rechterblok staat dan nog de datum van het ongeluk "6-10-1981". Achter het monument is een taxushaag aangebracht terwijl het grafvak, een rechthoekig vlak, is opengelaten. Rondom is een rand met granieten keitjes aangebracht.

Het monument in 2007Het monument in 2007.

De herinnering leeft voort

Na de ramp vond er enige jaren telkens een herdenking plaats bij het graf, maar dat is na verloop van tijd opgehouden. In 2006 was het 25 jaar geleden dat de vliegramp plaatsvond. Op 6 oktober 2006 was er daarom een korte herdenking op de plaats van het ongeval. Namens de gemeente Moerdijk was de loco-burgemeester mevrouw De Wit aanwezig. Ook was er een kleine deputatie van de brandweerlieden die bij de ramp aanwezig waren en die nu nog in dienst zijn. De nabestaanden van de overleden brandweerman De Jong waren eveneens voor de herdenking uitgenodigd. Na de herdenking werd op de rooms-katholieke begraafplaats in Zevenbergen namens gemeente en brandweer een bloemstuk op het grafmonument van De Jong gelegd. Inmiddels is ook op de plek van het ongeval een herinneringsplaquette gemaakt.

 

Met dank aan de nabestaanden van J. de Jong.

 

Bronnen

  • archief van begraafplaats De Nieuwe Ooster, Amsterdam

 

Internet

 

 

Aangepast: 05 oktober 2022