Skip to main content

Nuenen - Begraafplaats De Roosdoncken

12 oktober 2018

Noord-Brabant telt ruim tachtig begraafplaatsen van protestantse oorsprong. De meeste gemeenten kennen wel zo’n begraafplaats, meestal gesticht in de negentiende eeuw. Zo ook in Nuenen. Het huidige Nuenen vindt zijn ontstaan in enkele gehuchten uit de middeleeuwen op een plaats waar al in de prehistorie gewoond werd. In de veertiende eeuw werd centraal tussen die gehuchten een kerk gebouwd, mogelijk op de locatie van een voorganger. De forse kerk, gewijd aan Sint Clemens, was een uitdrukking van de Kempische gotiek.

Nuenen RoosHet afscheidsplein met klokkenstoel en oude zerken.Over de kerk is weinig bekend, maar wel kennen we afbeeldingen van de toren die door Vincent van Gogh in 1885 veelvuldig werd afgebeeld op zijn schilderijen. Het verging met de kerk zoals met veel kerken in Noord-Brabant. De kerk ging in 1648 over naar de net opgerichte Hervormde gemeente in Nuenen. Het kerkhof rond de kerk werd gebruikt door katholieken en protestanten. Een klein deel van het kerkhof was aangewezen voor het begraven van protestanten. Zij zouden de kerk tot 1798 in handen houden, maar zorgden er niet echt goed voor. De protestanten waren gewoon met te weinig om zo’n grote kerk te onderhouden. De overdracht van de oude kerk aan de katholieken betekende niet dat ze de kerk weer gingen gebruiken. De schuurkerk waar men al kerkte, was daarvoor praktischer en dichter bij de toenmalige bebouwing van Nuenen. In 1823 werd de Clemenskerk afgebroken omdat ze te bouwvallig was geworden. De zware toren bleef achter op het nu groter geworden kerkhof. Ondertussen hield de protestantse gemeente haar diensten in de pastorie die in 1763 in Nuenen was gebouwd. De protestantse gemeente in Mierlo hield in 1816 op te bestaan en ging op in die van Nuenen. Nadat in 1819 ook de protestantse gemeente van Stiphout en Geldrop bij Nuenen werden gevoegd, besloot men een nieuwe kerk te bouwen. Het kleine kerkje dat in 1824 gereed was, bood plaats aan zestig mensen en staat tegenwoordig bekend als het ‘Van Goghkerkje’ omdat de schilder het meerdere malen vastlegde als schets of schilderij.

Opmaat naar een eigen begraafplaats

Als begraafplaats werd in 1824 nog steeds het oude kerkhof bij de Tomakker gebruikt. Nadat de katholieke parochie in 1876 een eigen kerkhof achter de in 1872 gebouwde Heilige Clemenskerk in gebruik nam, raakte het oude kerkhof in verval. De stenen muur rond het kerkhof had sterk te lijden bij het rooien van eiken op het kerkhof in 1883 en ook het lijkenhuisje was al snel niet meer bruikbaar. In 1882 had de protestantse gemeente een nieuwe dominee gekregen, Theodorus van Gogh (1822-1885), vader van Vincent. De dominee boog zich ook over het probleem met de begraafplaats. Hij werkte aan een plan om de verwildering aan te pakken, want er waren veel leden van de gemeenschap die graag een plekje wilden hebben bij hun reeds overleden familieleden op de Tomakker. Maar er waren ook geluiden dat men beter een eigen begraafplaats kon aanleggen. Dominee Van Gogh maakte het allemaal niet meer mee. Hij overleed in maart 1885 en werd begraven op het kerkhof, waar zijn grafmonument nog steeds te vinden is.De begraafplaats op een Topografische kaart uit 1900. Aan de onderzijde zijn de twee andere begraafplaatsen van Nuenen te vinden.De begraafplaats op een Topografische kaart uit 1900. Aan de onderzijde zijn de twee andere begraafplaatsen van Nuenen te vinden.

In hetzelfde jaar werd ten noorden van het dorp, langs de Broekdijk, een nieuwe begraafplaats in gebruik genomen. Mogelijk dat de voorganger van dominee Van Gogh, dominee Willem Lodewijk Begemann (1804-1876) hier al de aanzet toe heeft gegeven. In ieder geval werd de grond voor het stichten van de begraafplaats beschikbaar gesteld door een lid van de familie Begemann. Dominee Begemann zelf was ondertussen gewoon op de Tomakker begraven. Wat er verder nodig was aan middelen voor de aanleg van de begraafplaats werd bijgedragen door gemeenteleden. De begraafplaats was bescheiden in grootte, zo’n 600 m2. Jarenlang voldeed deze kleine begraafplaats voor de leden van de kleine gemeente. Verschillende predikanten werden hier begraven, onder wie wonderlijk genoeg ook dominee Begemann zelf en diens vrouw die in 1877 overleed. Hun lichamen zijn dus na het gereedkomen van de begraafplaats van het oude kerkhof overgebracht naar de nieuwe. Dat oude kerkhof is overigens altijd in gebruik gebleven, momenteel als algemene begraafplaats.De zerk voor dominee Begemann en zijn vrouw (foto Frank Mutter).De zerk voor dominee Begemann en zijn vrouw (foto Frank Mutter).

Verder vinden we aan de Broekdijk de graven van de dominees C.E. Crull (1890), P. Snoep (1919) en G.F.C. Bakker (1954). Op het oude gedeelte is aan de namen en soms de geboorteplaats, goed te zien dat veel protestanten van elders kwamen.

Groeiende gemeente

Nuenen groeide in de twintigste eeuw uit van een klein dorp tot een flink dorp met meer dan 20.000 inwoners. Vooral na de Tweede Wereldoorlog werd Nuenen meer en meer een forensengemeente voor Eindhoven dat vanaf 1921 de westelijke buurgemeente vormt. Daarmee groeide, in tegenstelling tot de landelijke trend, ook het aantal protestanten in Nuenen. In 1974 ontstond in Nuenen een samenwerking tussen de gereformeerden en hervormden waarna de Reformatorische Gemeente Nuenen ontstond. Daarvan is op het oude ingangshek aan de Broekdijk nog een herinnering te vinden. Op een bordje staat nog de naam “Begraafplaats van de Reformatorische Gemeente Nuenen”. Later is deze gemeente opgegaan in de Protestantse Gemeente Nuenen (PGN), geheten. De groei van de gemeente, door aanwas en samenvoeging, leidde er niet alleen toe dat het zogenaamde Van Goghkerkje te klein werd, maar op den duur ook de begraafplaats. In 1992 werd al de verwachting uitgesproken dat er een uitbreiding moest komen. Vanaf 1994 werden serieuze plannen ontwikkeld. In 1997 kon, dankzij medewerking van de gemeente Nuenen en de Maatschappij van Welstand [1] achter de bestaande begraafplaats een uitbreiding gerealiseerd worden. Op een lange strook van zo’n tachtig bij twintig meter werd een ruime opzet gemaakt, met achter de oude begraafplaats een afscheidsplein waar nu ook een klokkentoren staat. Het aantal graven werd verdubbeld en er kwam ook plaats voor urnen. Naast deze vergroting van de begraafplaats werd ook het beheer aangepast. Er werd een stichting opgericht met de naam ‘Stichting Protestantse BegraafplaatsDe Roosdoncken’, genoemd naar het gebied er omheen. Deze stichting nam het beheer van de begraafplaats voortaan in handen.Met de eerste uitbreiding werd ook een nieuwe ingang gerealiseerd.Met de eerste uitbreiding werd ook een nieuwe ingang gerealiseerd.

Tweede uitbreiding

Na een kleine tien jaar bleek dat de uitbreiding niet voldoende was. Als eerste stap kocht de stichting een perceel dat ten westen en zuiden van de bestaande begraafplaats lag. Het perceel, ter grootte van bijna een hectare werd aangekocht van de Maatschappij van Welstand. Omdat het nieuwe perceel als geheel te groot was en ook qua ligging niet geheel aansloot, werd besloten om niet het gehele terrein als begraafplaats in te richten. De stichting gaf in 2006 aan landschapsarchitect Stan Elings uit Heeswijk-Dinther opdracht om een plan te ontwerpen, waarin de functies van begraafplaats en natuurgebied samen zouden gaan. Elings borduurde met zijn plan niet voort op de bestaande begraafplaats, maar gaf voorrang aan de natuurwaarden van het gebied. Binnen het beschikbare terrein werden twee verhoogde gedeelten aangelegd met elkaar verbonden via een brug. Deze ophogingen zijn omringd door lagere gedeelten waarin poelen en bosschages werden opgenomen. Door het gebied te verbinden via een duiker onder de Broekdijk is een ecologische verbinding tot stand gebracht met het omringende gebied. Anderzijds is er een verbinding gelegd met de laag liggende delen langs de Hooidonksche Beek die ten zuiden stroomt. Bij de uitvoering van de plannen is samengewerkt met Brabants Landschap en de Gemeente Nuenen.Het ontwerp voor de laatste uitbreiding van de Roosdoncken naar het idee van Stan Elings (tekening: Elings - Vormgevers van natuur en landschap).Het ontwerp voor de laatste uitbreiding van de Roosdoncken naar het idee van Stan Elings (tekening: Elings - Vormgevers van natuur en landschap).

Met de totstandkoming van de nieuwe uitbreiding is de totale capaciteit van de begraafplaats op zo’n vierhonderd graven gekomen. In de loop van 2009 werd de eerste verhoging, die de Terp genoemd wordt, vrijgegeven voor begraven. Volgens de prognoses is er nu tot 2050 geen uitbreiding meer nodig. In 2016 ontving de stichting een gift van het Cultuurfonds Nico en Zingra Nagtegaal-Geerts met de bedoeling daarvan een gedachtenisplaats te bouwen. Deze is gebouwd op de tweede terp. Op 12 april 2017 werd de eerste steen gelegd en op 1 oktober 2017 werd de gedachtenisplaats officieel in gebruik genomen.

Na de eerste uitbreiding sprak men, als er begraven moest worden, van het oude deel en het nieuwe deel. In 2008 is gekozen voor nieuwe namen omdat men niet van oude, nieuwe en nieuwste wilde spreken. Het oude deel is genoemd naar de schenker van weleer: Begemannhof. Hier zijn de graven 1 tot en met 100 te vinden. De eerste uitbreiding, met de klokkenstoel, kreeg de naam Donk mee. Ook hier liggen zo’n honderd graven. De eerste ophoging die aansluit op de Donk, wordt de Terp genoemd. Ook hier liggen zo’n honderd graven. Het laatste gedeelte waar in 2017 de gedachtenisplaats is gebouwd heet het Y-land. Dit gedeelte is te bereiken via een brug en er is hier ook ruimte voor zo’n honderd graven.De gedachtenisplaats op de tweede uitbreiding.De gedachtenisplaats op de tweede uitbreiding.

Doordat de begraafplaats wordt onderhouden door vrijwilligers en nabestaanden van hier begraven mensen houdt men de begraafplaats niet alleen in een goede staat, maar blijven ook de kosten voor het grafrecht laag.

De begraafplaats vandaag de dag

Lag de begraafplaats zo’n vijftig jaar geleden nog een flink eind buiten Nuenen, inmiddels heeft het dorp de vlakbij gelegen Hooidonksche Beek bereikt. Maar nog steeds oogt de omgeving landelijk. De begraafplaats kent twee ingangen. Zowat in het fietspad dat langs de Broekdijk loopt, is een toegang opgenomen die normaliter gesloten is. De toegang bestaat uit een dubbel ijzeren hekwerk tussen gemetselde pijlers. Aan weerszijden sluit hier een laag hekwerk van gaas aan dat aan het oog onttrokken wordt door een hoge beukenhaag. Op de hoeken staan ook nog bakstenen pijlers. Dit is de oude toegang van de oorspronkelijke begraafplaats. Er is aan de Broekdijk, via een smalle weg bereikbaar, een tweede ingang die wel geopend is. Hier is een modern ijzeren hekwerk opgenomen tussen twee bakstenen muurvlakken. Links van de ingang staat met grote letters de naam “De Roosdoncken”. Deze toegang komt uit op de eerste uitbreiding waar men via een lang pad naar het oude gedeelte kan lopen. Via een doorgang in de haag komt men op een knus, met haag en bomen omgeven gedeelte. Via smalle onverharde paden kan men over dit gedeelte lopen. Centraal ligt het grafmonument voor dominee Begemann en zijn vrouw. Dit gedeelte was ruim honderd jaar toereikend voor de protestantse gemeente van Nuenen. Er ligt hier een uiteenlopende variatie aan grafstenen, oud en jong door elkaar. Op sommige grafmonumenten is te lezen dat de overledene niet uit Nuenen kwam maar elders uit Nederland.De oude ingang (foto Frank Mutter)De oude ingang (foto Frank Mutter).


Aansluitend op het oude gedeelte ligt de uitbreiding met een klein plein van ongeveer tien bij tien meter. Dit kleine plein wordt gekenmerkt door een aantal oude zerken die opgenomeHet afscheidsplein met klokkentoren waar de tien zerken liggen.Het afscheidsplein met klokkentoren waar de tien zerken liggen.n zijn in het straatwerk van kasseien en een houten klokkenstoel. Het plein en de uitbreiding werden in 1998 in gebruik genomen. De oude zerken zijn voor leden van de familie Begemann.

De graven van de familie Begemann

Op het afscheidsplein bij de klokkenstoel liggen tien hardstenen zerken die hier in 1998 zijn geplaatst. Bij de zerken staat in het plantsoen een bescheiden bordje met als tekst: "Ds. W.L. Begemann was predikant in Nuenen van 1828 tot 1874. Hij overleed in 1876. Familieleden namen het initiatief voor het stichten van de protestantse begraafplaats die in 1884 in gebruik werd genomen. Veel leden van de familie Begemann werden hier begraven.
Sinds de herinrichting en uitbreiding van de begraafplaats in 1998 maken de grafstenen van de familie Begemann onderdeel uit van de vierplaats."

Van de elf kinderen die Willem Lodewijk Begemann en Amalia Polixena Rosina Schröter tussen 1830 en 1844 kregen, zijn er vier begraven op het oude gedeelte. De andere zerken betreffen leden van de familie van Lucas Buijsman die Villa Houtrijk (nu een park) bewoonde. Naast de villa had Buijsman in 1893 een mosterdfabriekje gebouwd. Dochter Cornelia trouwde met de linnenfabrikant Abraham Waldeck en was zelf een niet onverdienstelijk schilder en tekenaar.

Het grafmonument voor dominee Begemann en zijn vrouw ligt op het oude gedeelte. Op het graf is een eenvoudige hardstenen zerk op roef te vinden met een ingekapte tekst:

HIER RUSTEN
ONZE DIERBARE OUDERS
WILLEM LODEWIJK BEGEMANN
GEBOREN 19 JUNI 1804
OVERLEDEN 16 NOVEMBER 1876
EN
AMALIA POLEXENA ROSINA SCHRÖTER
GEBOREN 13 APRIL 1806
OVERLEDEN 4 JANUARI 1877
JSS [JESAJA] 30:15 IN STILHEID
EN VERTROUWEN WAS HUNNE STERKTE
=JOH. XI. 25
TOT WEDERZIENS

Er wacht nog een graf

Er zit nog een klein staartje aan het hele verhaal van de begraafplaats en de familie Begemann. Een van de dochters van de dominee, Margaretha Carolina, roepnaam Margot, ligt hier niet begraven. Margot werd geboren in 1841 woonde in 1884 nog in het ouderlijk huis in Nuenen. Die zomer zou ze Vincent van Gogh leren kennen en er bloeide een relatie op tussen de 31-jarige Vincent en de 43-jarige Margot. De relatie viel niet goed binnen het burgerlijke milieu in Nuenen en zeker niet bij haar oudere zussen. Margot kon de tegenstand niet aan en deed een poging om zichzelf van het leven te beroven. Hierna werd ze onmiddellijk naar Utrecht gestuurd waarna ze pas in maart 1885 terugkwam in Nuenen. Vincent was toen al vertrokken en we weten niet of het stel verder contact hield. Vincent overleed in 1890 en bekend is dat Margot in de jaren negentig van de negentiende eeuw naar Den Haag verhuisde. Aldaar overleed ze in 1907 waarna ze werd begraven op Nieuw Eykenduynen. Inmiddels blijkt haar grafzerk in slechte staat en is het graf niet beschermd. Hoewel Margot mogelijk aangegeven heeft zelfs niet dood naar Nuenen terug te willen, zou het geen gek idee zijn om haar stoffelijke resten over te brengen naar Nuenen. Tenslotte vereerde Nuenen Margot al met een borstbeeld in de tuin van het huis waar ze woonde en een naar haar vernoemde straat.Het Huis Nune Ville waar de familie Begemann woonde (foto Frank Mutter)Het Huis Nune Ville waar de familie Begemann woonde (foto Frank Mutter).

Of Margot wel of niet wordt overgebracht, doet niet af aan het feit dat de geschiedenis van het ontstaan van de ooit zo kleine begraafplaats interessant genoemd kan worden. De begraafplaats is springlevend en zal nog decennialang de laatste rustplaats vormen van protestants Nuenen.

Internet:

 

Met dank aan Frank Mutter voor het nodige uitzoekwerk rondom Margot Begemann.

 

[1] De Maatschappij van Welstand is een vereniging die tot doel heeft het protestantisme te ondersteunen. Dat doet ze sinds de oprichting van de Maatschappij in 1822 door uit Hilvarenbeek afkomstige predikant Jacob van Heusden.

 

Aangepast: 20 maart 2024

Nieuw op de website