Skip to main content

Utrecht - Het graf van Johan Tehupeiory

23 april 2022

De band tussen Nederland en het toenmalige Nederlands-Indië was veelzijdig. Veel Nederlanders die naar Indië waren vertrokken, verpandden hun hart aan Insulinde, de koosnaam voor de koloniale archipel. Andersom was Nederland vooral het land voor een opleiding van jongens van gegoede families. Met name eind negentiende eeuw en daarna kwamen veel jonge Indonesiërs voor hun studie naar Nederland. Ze hielpen daarna in Nederlands-Indië bij het verbeteren van de gezondheidszorg en droegen daarmee bij aan de toenemende economische welvaart. Dat ze daarbij ook andere ideeën opdeden was de Nederlandse regering een doorn in het oog.

Detail van het grafmonument op het gra van Johannes Everhardus Tehupeiory.Detail van het grafmonument op het gra van Johannes Everhardus Tehupeiory.Indonesiërs die zich voor langere tijd in Nederland vestigden verenigden zich al snel. Zo ontstond in 1908 de Indische Vereeniging voor studenten. Die vereniging zou onder andere aan de basis staan voor het streven naar onafhankelijkheid voor Indonesië. Voor veel uit Java, Sumatra of de Molukken afkomstige jongeren was het verblijf in Nederland tijdelijk. Ze lieten dan ook nauwelijks sporen na. Javanen op de grote vaart lieten nogal eens van zich horen tijdens het passagieren in de haven van Amsterdam, maar verder merkte men in Nederland vrij weinig van de uit Nederlands-Indië afkomstige jongeren. Slechts enkele malen bleef een funerair spoor achter, zoals bijvoorbeeld in Beetsterzwaag en in Utrecht.

Arts en publicist in Nederlands-Indië

Johannes Everhardus Tehupeiory, roepnaam Johan, werd geboren in het dorp Ema op het eiland Ambon. Na voltooiing van de Burgerschool op Ambon volgde hij, samen met zijn jongere broer Willem Karel (Wim), een opleiding aan de School tot Opleiding van Inlandsche Artsen (Stovia) in Weltevreden. Naast zijn opleiding tot arts riep ook het schrijven hem en hij was al vroeg actief als journalist en redacteur bij het blad Soerat Chabas Soldadoe (Soldatenkrant). Dat blad verscheen voor het eerst in april 1900 en werd later Bandera Wolanda (Nederlandse Vlag). De uitgever van dit blad streefde onder meer naar verbetering van de positie van inlandse militairen. In 1902 verliet Tehupeiory de opleiding als beste van zijn jaar. Hij vestigde zich als arts in Meester Cornelis (het huidige Jatinegara, tegenwoordig een wijk van Jakarta) en verkreeg daar enige bekendheid. In 1903 verzocht de Indische Regering hem om zich als medicus bij een wetenschappelijke expeditie naar Borneo te voegen. Aan de hand van deze expeditie publiceerde Tehupeiory diverse artikelen over het eiland, waaronder het boek “Onder de Dajaks in Centraal Borneo”. In 1904 werd hij redacteur bij Bintang Hindia (Ster van Indië), de opvolger van Bandera Wolanda, waar ook de bekende Abdoel Rivai (1871-1937) bij betrokken was.

Tehupeiory op Borneo in 1903 (Collectie W.K. Tehupeiory IISG)Tehupeiory op Borneo in 1903 (Collectie W.K. Tehupeiory IISG)

 In 1905 zette Tehupeiory een eigen praktijk op en begon te sparen voor een reis naar Nederland om daar een artsenstudie te doen. In juli 1907 was het zover.

Naar Nederland

Tehupeiory ging samen met zijn broer Wim en zijn zuster Leentje naar Nederland. De beide mannen gingen geneeskunde studeren aan de Universiteit van Amsterdam en Leentje volgde een apothekersstudie. Niet lang daarna werd het tijdschrift Bintang Hindia opgeheven, maar het kostte beide broers niet lang voordat zij Bandera Wolanda lieten herleven. Per 1 januari 1908 werd dat blad weer uitgegeven. Ondertussen maakten de broers ook van de gelegenheid gebruik aandacht te vragen voor de erbarmelijke omstandigheden waaronder de inlandse artsen moesten werken tegen zeer lage vergoedingen. Tehupeiory wist het zelfs voor elkaar te krijgen om een ontmoeting te hebben met de minister van Koloniën om bij hem een verhoging te bepleiten van het loon voor de inlandse artsen. Ook was Tehupeiory actief in enkele studentenverenigingen en hield hij op 27 augustus 1908 een voordracht op het dertigste Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres in Leiden. In zijn verhaal dat de titel De Inlander vóór en na de stichting van het Algemeen Nederlandsch Verbond droeg, gaf hij een overzicht van de mogelijkheden voor de inlander om op diverse scholen de Nederlandse taal te leren. Toegang tot de Nederlandse taal was voor hem de poort tot de kennis van de westerse wetenschap. Zijn voordracht werd ook in druk uitgegeven. In november gaf Tehupeiory wederom een voordracht, nu in het Koloniaal Museum in Haarlem. Daar vertelde hij onder meer over zijn ervaring met de Dajaks op Borneo. Fotoportret van Johan Tehupeiory uit 1908Fotoportret van Johan Tehupeiory uit 1908

Ondertussen, terwijl nieuwe uitnodigingen voor lezingen binnenkwamen, legden de broers Tehupeiory op 18 december 1908 hun artsenexamen af. Een groot feest volgde.

Plotseling overlijden

De dag na zijn examen, 19 december, vergat Tehupeiory bij het naar bed gaan de gaskraan van de verlichting dicht te draaien in zijn hotelkamer in Utrecht. Vanwege de kou was de kamer hermetisch afgesloten, wat betekende dat Tehupeiory in zijn slaap verstikte. Hij werd de volgende dag gevonden, reeds in coma, en naar het ziekenhuis gebracht. De volgende dag overleed hij daar.

Zijn verloofde Henriette Graanboom (eveneens arts), broer en zus bleven in ongeloof achter. In de pers van die tijd werd uitgebreid aandacht geschonken aan het overlijden. De levensloop van Tehupeiory werd beschreven en ook zijn plannen voor de toekomst, waar hij zich samen met zijn verloofde in Indië hoopte te vestigen als oogarts.

Rouwadvertentie in het Algemeen Handelsblad 24 december 1908Rouwadvertentie in het Algemeen Handelsblad 24 december 1908Op tweede kerstdag werd het stoffelijk overschot van Tehupeiory overgebracht naar de Tweede Algemene begraafplaats Kovelswade in Utrecht. Aan het graf sprak als eerste mr. C.Th. van Deventer, lid van de Tweede Kamer en voorstander van het betalen van een ‘ereschuld’ aan Nederlands-Indië. Hij bracht namens alle Nederlanders die Indië als hun tweede vaderland beschouwen en liefhebben  een hulde aan de gestorvene. Tevens sprak Van Deventer over de wil van Tehupeiory om te laten zien wat de inlanders konden en willen. Vervolgens sprak de heer Gieshers namens het studentengezelschap NOVA vol lof over Tehupeiory en diens streven om Indië meer bekendheid te geven onder de Nederlanders. Andere sprekers volgden, waaronder ook de broer van de verloofde van Tehupeiory en de voorzitter van de net opgerichte Indische Vereniging in Nederland. Als laatste sprak Wim Tehupeiory, de broer van de overledene. Nadien werden talloze kransen en bloemen op de kist gelegd, alvorens deze in het graf werd gelaten. Van de begrafenis werd uitgebreid verslag gedaan in de kranten.

Het hotel waar Tehupeiory verbleef, schakelde niet lang na het noodlottige ongeval over op elektrische verlichting.

Grafmonument

Op 23 oktober 1909 werd het grafmonument op het graf van Tehupeiory onthuld en bij deze gelegenheid overgedragen aan de Indische Vereniging. Ook nu werd bij de plechtigheid als eerste het woord gevoerd door mr. Van Deventer. Vervolgens nam de heer Soetan Casjangan, voorzitter van de Indische Vereniging het monument in ontvangst en sprak de secretaris R. Soemitro een rede uit. Voor de vervaardiging van het grafmonument had de Indische Vereniging opdracht gegeven aan de beeldhouwer Thérèse van Hall (1872-1931). Van Hall had al eerder grafmonumenten opgeleverd, alle zeer verschillend van elkaar. Voor Tehupeiory vervaardigde ze een stèle uit zandsteen, gevat tussen twee palen. Bovenop de palen in elkaar gekrulde slangen, als symbool van de medische wetenschap. Op de stèle valt vooral de afbeelding op van een man in lotushouding met een boek op schoot. Achter hem een zon en zonnestralen. Boven hem beeldde Van Hall de bladeren van de sagopalm uit, herinnerend aan Ambon. Onder de afbeelding de tekst: "Ter herinnering aan / Johannes Everhardus Tehudeiorij / Inlandsch en Nederlandsch arts / geboren 25 juni 1882 te Ema, eiland Ambon / overleden 22 december 1908 te Utrecht / zijn nagedachtenis blijft in eere bij allen / die gelooven in Insulinde's toekomst"

Het grafmonument op KovelswadeHet grafmonument op Kovelswade

Herinnering

In 1933, 25 jaar na het overlijden, vond in kleine kring bij broer Wim in Batavia een herdenking plaats voor Tehupeiory. Door dokter Apituley werd een herdenkingsrede uitgesproken. Wim was in die tijd huisarts in Batavia. Hij bleef zeer betrokken bij de opleiding tot arts en was in 1928 medeoprichter van het Moluks Politiek Verbond. Wim overleed in 1946 en liet een fraaie fotocollectie en zijn archief na.

In 2001 werd het grafmonument als onderdeel van het complex begraafplaats Kovelswade, aangewezen als rijksmonument. Het grafmonument wordt van algemeen belang geacht vanwege de kunsthistorische waarde als voorbeeld van een karakteristieke vormgeving en vanwege de funerair-historische waarde als onderdeel van de begraafplaats. Vandaag de dag is het grafmonument van Tehupeiory een belangrijk onderwerp als het gaat om de emancipatie van de Indonesische bevolking in de twintigste eeuw.

 

Literatuur:

  • J.P. Tehupeiory †, in Land en Volk, 24 december 1908.
  • Poeze, Harry A.; In het land van overheerser. Indonesiërs in Nederland 1600-1950, 1986

Internet:

  • Fotocollectie Willem Karel Tehupeiory (geraadpleegd 10 maart 2022)
  • Delpher: Diverse krantenartikelen rond het overlijden van Tehupeiory in 1908 (geraadpleegd 10 maart 2022)

 

Aangepast: 21 februari 2024

Nieuw op de website