Skip to main content

Middelburg - Joodse begraafplaatsen

08 november 2009

 

 

Nederland kent meer dan 250 joodse begraafplaatsen. Per provincie zijn behoorlijke verschillen in het aantal joodse begraafplaatsen. Zo kent Zeeland zes joodse begraafplaats, waarvan twee in Middelburg. Dat betreft niet een oude en een nieuwe, maar een Hoogduitse en een Portugese.

De joodse begraafplaatsen in Nederland variëren in grootte van enkele vierkante meters tot vele hectaren. Een aantal kleinere joodse begraafplaatsen ligt, soms nauwelijks herkenbaar, op gemeentelijke begraafplaatsen. Veel joodse begraafplaatsen, hoe gering ook in omvang, liggen echter geheel vrij. Soms in het bos, soms midden in de weilanden, maar altijd herkenbaar. De joodse begraafplaatsen in Nederland vallen niet allemaal onder hetzelfde kerkgenootschap, want Nederland kent er drie. Het jongste kerkgenootschap, het Verbond van Liberaal-religieuze Joden in Nederland heeft een eigen begraafplaats en een gedeelte op de gemeentelijke begraafplaats in Rijswijk. Het Portugees-Israëlitisch Kerkgenootschap heeft in Nederland meerdere begraafplaatsen gehad waarvan er vier zijn overgebleven. Slechts een daarvan wordt nog gebruikt. De meeste joodse begraafplaatsen in Nederland behoren toe aan het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (Hoogduits). De oudste Hoogduitse begraafplaats dateert uit 1642 en ligt in Muiderberg. Van de Hoogduitse begraafplaatsen zijn er nog een groot aantal in gebruik. Naast deze kerkgenootschappen zijn er in Nederland ook nog enkele joodse begraafplaatsen aangelegd door afgescheiden gemeenten, zoals die van de Neie Kille in Overveen.

In veel provincies zijn bijna geen joodse begraafplaatsen te vinden. Zo kent Zeeland slechts zes joodse begraafplaatsen, waarvan twee zijn te vinden in Middelburg. Dat er veel misverstanden bestaan over locatie en hoeveelheid van joodse begraafplaatsen blijkt wel uit het werk van Cees van Raak. In "Dodenakkers", een overzicht van volgens hem bijzondere kerkhoven, begraafplaatsen, grafkelders en grafmonumenten in Nederland, stelt hij dat Nederland 195 joodse begraafplaatsen kent waarvan vier Portugees. Het eerste getal ligt aanzienlijk hoger, maar met dat tweede getal zit Van Raak meer bij de waarheid, hoewel nadere toelichting vereist is. In Groet (NH) zijn namelijk nog de resten te vinden van een Portugese begraafplaats waarvan de graven evenwel begin zeventiende eeuw zijn overgebracht naar Ouderkerk aan de Amstel. Hoewel de begraafplaats geruimd is, wordt deze in de huidige hoedanigheid nog altijd als zodanig gerespecteerd. Verder is nog een aantal van oorsprong Portugese begraafplaatsen later overgegaan naar de Hoogduitse joden, zoals in 's-Gravenhage en Delft.

Middelburg

Over de joodse begraafplaatsen in Middelburg bestaat ook enige verwarring. Die verwarring heeft voornamelijk te maken met de ligging en het adres. Kijken we weer naar Van Raak dan zien we dat hij de beide begraafplaatsen met elkaar verwart wat betreft het adres. Hij plaatst de Portugese begraafplaats aan het Seisplein, maar daar ligt de Hoogduitse begraafplaats. Van deze laatste begraafplaats wordt bij de officiële registratie van het rijksmonument geen adres genoemd. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg houdt het op de aanduiding "nabij Seisbolwerk", maar dat bolwerk is groter dan alleen het deel waar de begraafplaats op ligt!
Hoe het ook zij, de twee joodse begraafplaatsen liggen al eeuwen op dezelfde plek in Middelburg, niet ver van elkaar, maar beide met een geheel eigen geschiedenis.

De Portugees-joodse begraafplaats

De enige tastbare herinnering aan de Portugese joden (Sefardiem) in Middelburg bestaat vandaag de dag nog uit hun begraafplaats. Deze werd in 1655 gesticht. In de eerste helft van de zeventiende eeuw leefde een actieve gemeenschap van Sefardiem in Middelburg. De meeste waren gevlucht voor de Spanjaarden in Antwerpen of al eerder uit Spaanse en Portugese streken naar hier gekomen. Omdat de waardering voor de joden in Middelburg niet direct positief was, trokken velen door naar Amsterdam waar grotere vrijheid bestond ten aanzien van het uitoefenen van hun geloof. De Portugees-joodse gemeenschap mocht in Middelburg namelijk geen synagoge bouwen. Daarnaast was er sprake van een zekere bekeringsijver ten aanzien van joden.
De Sefardiem in Middelburg maakten noodgedwongen gebruik van een huissynagoge in het woonhuis van J.P. de Pinto. In het midden van de zeventiende eeuw was Middelburg ook een toevluchtsoord voor joodse vluchtelingen uit Brazilië. Vanaf 1700 overvleugelde de Hoogduitse joodse gemeenschap (Asjkenazische gemeenschap) de Sefardische en geleidelijk verdween de laatste uit Middelburg.

In december 1655 kregen de Sefardiem de beschikking over een kleine begraafplaats buiten de wallen tegenover het Seisbolwerk. De joden mochten hier hun doden begraven volgens hun eigen gebruiken, mits de ceremoniën die daarbij hoorden achterwege werden gelaten. Een al te nadrukkelijke joodse aanwezigheid werd kennelijk niet op prijs gesteld. De begraafplaats was niet de eerste joodse begraafplaats in Nederland want eerder waren al in Ouderkerk aan de Amstel en in Rotterdam Portugese begraafplaatsen gesticht. Hoewel de Portugese gemeenschap in Middelburg rond de tijd van de aanleg het grootst was, zijn er op de begraafplaats maar 95 graven te vinden. Mogelijk werden veel doden overgebracht naar Ouderkerk aan de Amstel. Ook in Middelburg rusten Portugese joden van elders, voornamelijk uit Antwerpen. In 1656 werd hier voor het eerst begraven.
Omstreeks 1700 waren de meeste Sefardiem uit Middelburg vertrokken en werd de begraafplaats nog voornamelijk gebruikt door Antwerpse joden. Toen in 1721 in Vlaanderen de pest heerste werd het begraven vanuit Antwerpen in Middelburg verboden. Sindsdien is op de begraafplaats niet meer begraven.
In de achttiende en negentiende eeuw werd nauwelijks nog omgekeken naar de begraafplaats. De omgeving veranderde wel sterk. In de negentiende eeuw werd de Jodengang en de omgeving volgebouwd met arbeiderswoningen. De begraafplaats bleef als een kleine stille plek tussen de huizen liggen.

Aan het eind van de negentiende en begin twintigste eeuw kwam de belangstelling voor de begraafplaats weer meer naar voren. Deels is die aandacht te danken aan het graf van Samuël Ben Israel, de zoon van de rabbijn Menasseh Ben Israel. Vader en zoon worden beschouwd als de grondleggers van het Britse en Amerikaanse jodendom. In 1912/1913 werd de begraafplaats dankzij de Engelse predikant I. Harris en The Jewisch Chronicle gerestaureerd. Daarbij werd het graf van Samuël voorzien van een laag hekwerkje.

De JodengangIn 1997 werd de begraafplaats opnieuw gerestaureerd. Tijdens deze restauratie werd de ligusterhaag langs de Jodengang vervangen door een nieuw hekwerk met bronzen poort, zodat de begraafplaats direct vanaf de openbare weg was te bereiken. Onder de zerken werden betonnen funderingsplaten aangebracht en men heeft een aantal zerken gerepareerd en gereinigd. Op de begraafplaats werd ook een looppad aangebracht.

Op de kleine begraafplaats liggen nog steeds 95 graven. In totaal liggen hier 93 liggende stenen, waaronder twee dubbele en vijf kinderstenen, zoals gebruikelijk bij Sefardische graven. De stenen liggen in negen rijen, direct tegen elkaar aan, zonder tussenruimte. Op de open plekken groeit een enkele conifeer. De meeste stenen hebben een Spaanse of Portugese inscriptie met de Hebreeuwse afkorting van de tekst "Zijn/haar ziel zal zijn ingebonden in de bundel der levenden". Veel vaker komt de afkorting S.A.G.D.G. voor, wat staat voor Sua Alma Goze de Gloria. Slechts zes zijn geheel voorzien van een Hebreeuwse tekst.
Overzicht Portugese begraafplaatsDe meeste stenen zijn van hardsteen, maar ook marmer en zandsteen komen voor. Enkele stenen zijn voorzien van fraaie gebeeldhouwde motieven die wijzen op de adellijke afkomst van de overledene. Wereldlijke motieven die men niet zou verwachten, maar destijds heel gewoon waren. De namen op de zerken klinken uitheems, zoals verwacht kan worden, maar ook vandaag de dag treffen we sommige namen nog aan bij Nederlandse families: Gomes, Peres, da Costa, Pereira, Spinosa en andere.
Tussen de teksten op de zerken vallen een aantal bijzondere op, waaronder een zerk waarop een dubbele kalender is opgenomen, zowel in het Hebreeuws als in het Portugees. 

De Hoogduitse begraafplaats

Terwijl aan het begin van de achttiende eeuw de Sefardiem verdwenen uit Middelburg kwamen er juist meer joden uit Duitsland, Polen en de Oekraïne naar de Verenigde Nederlanden. Hoewel joods behoorden deze vluchtelingen tot een geheel andere maatschappelijke en culturele klasse dan de Sefardiem. Deze Asjkenaziem, of Hoogduitse joden zoals de Nederlanders hen noemden, spraken Jiddisch en hun achtergrond was geheel anders dan die van de Sefardiem. De groeiende gemeenschap had na het wegtrekken van de Sefardiem grote behoefte aan een eigen synagoge en begraafplaats. In 1705 kregen ze een vergunning voor beide. Op een van de bolwerken, nabij de Seispoort, kreeg men een stuk grond ter beschikking. Hoewel de plek binnen de stadswallen lag, was deze niet heel geschikt. Er scheen regelmatig wateroverlast te zijn. Wellicht heeft men daarom in het midden van de negentiende eeuw een deel van de begraafplaats opgehoogd. Daarbij zijn waarschijnlijk de oudste zerken uit het begin van de achttiende eeuw onder de grond verdwenen. Het oudste grafmonument dat vandaag de dag nog te vinden is op de begraafplaats dateert uit 1760.
De begraafplaats fungeerde in eerste instantie voor heel Zeeland. In de loop van de negentiende eeuw kregen ook andere joodse gemeenten, zoals die van Zierikzee, Goes en Vlissingen hun eigen begraafplaats. De begraafplaats in Middelburg werd verschillende malen uitgebreid zodat uiteindelijk een lange smalle begraafplaats tot stand kwam. Aan het hoofdeind van de begraafplaats, aan het Seisplein, werd een dienstwoning gebouwd. Hiernaast werd in 1900 een metaarhuisje gebouwd. Hier vond de rituele reiniging van de overledene plaats.

Metaarhuisje SeispleinDit rechthoekige gebouwtje is opgetrokken in baksteen onder een met pannen gedekt zadeldak. De voor- en achtergevel vallen op door de Jugendstil bouwstijl waarin ze zijn opgetrokken. De boogvorm van het grote bovenlicht boven de deur, de sierlijke smeedijzeren muurankers en het deurbeslag geven dit gebouwtje een geheel eigen uitstraling. Naast de ingang hangen links en rechts natuurstenen schilden met links in het Nederlands en rechts in het Hebreeuws de tekst: KLEIN EN GROOT ZIJN DAAR EEN. Op de latei boven de deur staat het stichtingsjaar alsmede het Hebreeuwse opschrift: Beet Hakewarot (Huis van de begravenen).
Na de Tweede Wereldoorlog bleef de begraafplaats als een herinnering achter aan de ooit zo welvarende joodse gemeenschap in Middelburg. Voor hen die niet terugkeerden is op de begraafplaats in 1954 een monument opgericht met meer dan 70 namen.
Vanaf het metaarhuisje tot het eind van de begraafplaats, langs de Walensingel, is een smeedijzeren hekwerk geplaatst. De gietijzeren penanten die het hekwerk op regelmatige afstand overeind houden zijn geplaatst op hardstenen blokken. Aan het eind, waar de begraafplaats eind negentiende eeuw voor het laatst werd uitgebreid is een toegangshek geplaatst met daarop het jaartal 1880. Een aantal ornamenten op het toegangshek mist, maar de davidsterren en de omlaag gerichte toortsen aan weerszijden maken voldoende duidelijk wat er achter ligt. Het hek wordt gebruikt bij onderhoudswerkzaamheden.
Achter het hek loopt over de volle lengte een grindpad dat door een heg wordt afgesloten van de eigenlijke begraafplaats. Hoge kastanjebomen en taxus onttrekken de begraafplaats voor het grootste deel aan het oog. Het pad is speciaal bedoeld voor de kohaniem, de priesters, die de begraafplaats zelf niet mogen betreden.

Overzicht Portugese begraafplaatsOp een groot aantal grafmonumenten zijn namen te lezen die heel Nederlands aandoen. Drielsma, Van Wittene, De Groot en Van Dam bijvoorbeeld. Er zijn ook namen te vinden die verwijzen naar verre oorden en zelfs een Sefardische oorsprong, zoals de naam Spanjaard. Andere namen klinken ook bekend, zoals Cohen, Van Tijn en Meijer. Opvallend is dat in veel gevallen aan de ene zijde een geheel Hebreeuwse tekst is aangebracht, terwijl aan de andere kant een Nederlandse tekst staat. Daar is ook de naam vermeld zoals bekend bij de burgerlijke stand. Aan de andere zijde staat de naam van de overledene zoals deze gebruikt werd in de synagoge. De meest voorkomende naam op de begraafplaats is de naam Boasson. Deze naam werd door verschillende joodse families gedragen, maar ze is nu definitief geschiedenis geworden. Het gelijknamige bankiershuis bestaat al lang niet meer en de textielwinkel in Middelburg overleefde de oorlog niet. Tot 1940 was de textielhandelaar Boasson wethouder van Middelburg, maar hij vond de dood in Polen. Een telg uit de familie Boasson is later nog eens terug geweest om de stad te zien die hij in de jaren dertig verliet om naar Palestina te trekken.
Op veel stenen zijn symbolen aangebracht die al dan niet verwijzen naar het joodse geloof. Davidsterren, gespreide handen, waterkannen zijn typerend voor joodse begraafplaatsen, maar ook zandlopers, geknakte bloemen of takken komen hier voor. Deze laatste symbolen zeggen wellicht iets over de mate waarin de joden waren ingebed in de Nederlandse cultuur.

GroenOp de begraafplaats zelf vinden we alleen stenen en gras. Aan de randen is de begraafplaats geheel in het groen gehuld. Aan de kant waar de begraafplaats tegen de stadswal ligt, is een modern stalen hek geplaatst. Vanaf het wandelpad dat over de wal loopt onttrekt een dichte haag van planten, struiken en enkele bomen de begraafplaats bijna geheel aan het oog. De glooiingen op de begraafplaats zijn enerzijds van de oude stadswallen, anderzijds van de ophoging uit de voorgaande eeuwen. Op de ophoging, dicht bij het metaarhuisje, staan ook de meest recente grafmonumenten. In 2002 is hier voor het laatst begraven. Er staan op de begraafplaats nu bijna 350 graftekens, de meeste hiervan zijn enkelvoudige stèles.
In 2000 werd het metaarhuisje gerestaureerd. Daarbij zijn ook de oorspronkelijke stijl en kleuren teruggebracht. Het metaarhuisje wordt tegenwoordig gebruikt om te luisteren naar de rouwrede die bij de begrafenis wordt uitgesproken. Ook het condoleren na de begrafenis vindt hier plaats.

Andere joodse monumenten in Middelburg

Terwijl van de Sefardiem in Middelburg niet meer rest dan hun begraafplaats, zijn van de Hoogduitse joden nog wel herinneringen te vinden in Middelburg. Na de Tweede Wereldoorlog keerden slechts 6 van de 200 joden terug naar Middelburg. Zij troffen een beschadigde synagoge en een weggevaagde gemeenschap. De synagoge verviel verder totdat in de jaren tachtig alleen nog een aantal muren overeind stonden. Vanaf 1987 werden initiatieven ontplooid om de synagoge te restaureren. Er werd een stichting opgericht met het doel de joodse monumenten in Zeeland voor de toekomst te bewaren. Niet alleen werd in 1994 de synagoge gerestaureerd, ook de Portugese begraafplaats en het metaarhuisje konden dankzij de stichting gerestaureerd worden. Daarmee houdt de stichting de herinnering levend aan een van de oudste joodse gemeenschappen in Nederland.

De Stichting tot Beheer en Behoud van de Joodse Begraafplaatsen in Zeeland en de Stichting Synagoge Middelburg zijn voor het behoud van begraafplaatsen en synagoge aangewezen op donaties. Voor meer informatie kan men contact opnemen met de stichting via: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

De begraafplaatsen zijn alleen op afspraak te bezoeken (zie ook de websites)

 

Literatuur

  • Raak, Cees van, Dodenakkers. Kerkhoven, begraafplaatsen, grafkelders en grafmonumenten in Nederland; 1995; blz. 149-150.
  • Stenvert, Ronald e.a., Monumenten in Nederland, Zeeland; 2003, blz. 186
  • Vos, A., De Sefardiem van Middelburg, in: De Sjoel van Zeeland: een bundel studies, uitgegeven ter gelegenheid van de herinwijding van de Middelburgse synagoge, onder eindredactie van P.W. Sijnke, 1994.
  • Vos, A., De Joodse begraafplaats aan de Walensingel te Middelburg, in: Walacria, een kroniek van Walcheren, deel 6, 1994.

Internet

 

 

Aangepast: 25 december 2020

Nieuw op de website