Skip to main content

Oosterland (Schouwen-Duiveland) - Gemeentelijke begraafplaats

21 november 2012

Niet ver buiten het dorp Oosterland in de gemeente Schouwen-Duiveland, ligt de gemeentelijke begraafplaats. In 2008 kondigde de gemeente aan dat een klein deel van de begraafplaats geruimd zou worden. Dat was nodig om ruimte te maken voor nieuwe graven. Reden om eens nader naar deze begraafplaats en het begraven in Oosterland te kijken.

De ingang van de begraafplaats in Oosterland.De ingang van de begraafplaats in Oosterland.Het ontstaan van Oosterland ligt in het midden van de veertiende eeuw nadat eerder de Oosterlandpolder werd gesticht. Daarbij werd de kreek ‘De Maire’ afgedamd en op het hoogste deel van de nieuwe polder werd het dorp gebouwd. Oosterland werd al snel een heerlijkheid en groeide in aanzien door de bouw van een stenen kerk. Het dorp kende onder de ambachtsvrouwe Susanna Maria Lonque (1699-1752) en haar echtgenoot mr. Johan Cau (1676-1720) een behoorlijke groei. In haar testament gaf Lonque aan dat er een gasthuis in Oosterland gesticht moest worden. Het grafmonument van het echtpaar is nog te vinden in de kerk. Die kerk toont niet meer zijn grootsheid doordat in 1612 het oude schip van de kerk afbrandde en nooit is vervangen. Rondom de kerk werd nog tot ver na 1829 begraven. Het dorp had rond die tijd minder dan 1.000 inwoners dus men kon het kerkhof gewoon blijven gebruiken. Net als veel andere gemeenten moest de gemeente rond 1870 een begraafplaats buiten de bebouwde kom aanleggen. Die kwam er op een terrein ten zuiden van het dorp. Hoewel de begraafplaats sterk te lijden heeft gehad van de watersnoodramp in 1953, kent de begraafplaats toch nog wel enkele waardevolle elementen. De kerk van Oosterland in 2009. Goed is te zien dat het afgebrandde schip later ingevuld is met een school, later raadhuis..De kerk van Oosterland in 2009. Goed is te zien dat het afgebrande schip later ingevuld is met een school, later raadhuis.

De begraafplaats

De gemeentelijke begraafplaats werd aangelegd op een haast driehoekig perceel met een op één punt uitlopend deel aan de westzijde. De begraafplaats lag in de bocht van de Lage Rampertseweg, ten zuiden van het dorp. Waarom werd gekozen voor dit perceel is onbekend. Waarschijnlijk had het een goede ligging en goede grondslag voor de vertering van de lichamen. De toegang kwam op de kruising van de twee wegen die hier liepen. De afstand vanaf de kerk, ongeveer tweehonderd meter, was gemakkelijk te belopen. Of het toegangshek dat vandaag de dag de toegang siert origineel is, valt te betwijfelen. Mogelijk is het pas na de Watersnoodramp van 1953 aangebracht. Afgaande op het schaderapport dat opgemaakt kon worden nadat het land destijds weer droog was, had de begraafplaats grote schade geleden. Het lijkenhuisje dat dateerde uit 1930 was geheel verwoest en datzelfde gold ook voor alle begroeiing en mogelijk ook voor veel grafmonumenten. Het herstel zal niet eenvoudig zijn geweest.De oorspronkelijk aangelegde begraafplaats rond 1914.De oorspronkelijk aangelegde begraafplaats rond 1914.

De begraafplaats is na de oorspronkelijke aanleg in meerdere fasen uitgebreid. Dat kan afgeleid worden uit de huidige plattegrond. De eerste uitbreiding vond waarschijnlijk rond de Eerste Wereldoorlog plaats. In dit deel vinden we ook veel graven van hen die omkwamen bij de watersnoodramp. Ook lag hier een deel van de te ruimen vakken. Het in 1953 herbouwde lijkenhuisje staat mogelijk op een uitbreiding die rond de Tweede Wereldoorlog is opgezet. Deze uitbreiding kent geen lange rijen graven meer zoals op de eerdere uitbreiding. In plaats daarvan zijn de graven in dwarsregels geplaatst met paden ertussen. Meer recent, in het laatste kwart van de twintigste eeuw, is de rest van het perceel benut voor de laatste uitbreiding. Bij deze uitbreiding is gekozen voor een geometrisch patroon van grafvakken waarbij de groenaanleg een belangrijke rol speelt. Daarmee is op de begraafplaats een sterk contrast ontstaan tussen de verschillende grafvakken.  

Vandaag de dag

De begraafplaats kent tot op heden wat driehoekige vorm, maar de punt wijst nu naar het zuiden. De oorspronkelijke ingang is mogelijk in de loop der tijd naar achteren gezet om een keerruimte annex parkeerplaats te verkrijgen. Achter de ingang maakt het geasfalteerde hoofdpad een knik en dan zet het pad zich voort in de lengteas van de begraafplaats. Hier ligt het oudste deel van de begraafplaats. Rechts een groot open grasveld met her en der een boom en nog enkele vroeg twintigste-eeuwse stèles. Links een drietal grafvakken waarvan het middelste geen grafmonumenten meer bevat. Dit vak stond ook op de nominatie om geruimd te worden. Het grafvak direct links van de ingang vertoont het gedeelde beeld van een uitbreiding en deels nog van het oude grafvak. Het derde grafvak ter linkerzijde bevat nog enkele tientallen graven, met daarop staande of liggende grafmonumenten. De voorzijde van het grafvak is een grasveld. Daarachter liggen vooral veel zerken.Op deze luchtfoto van de begraafplaats uit 2010 zijn de te ruimen vakken duidelijk aangegeven.Op deze luchtfoto van de begraafplaats uit 2010 zijn de te ruimen vakken duidelijk aangegeven.

Achter dit deel, gescheiden door een lange heg, ligt de eerste uitbreiding. Die uitbreiding betrof een lange strook van ongeveer vijfentwintig meter breed. Het deel is omgeven door een gemengde haag en een stuk bosplantsoen. De graven liggen hier in lange rijen, direct op elkaar aangesloten of met een smal grindpad voor de graven (kleine grafvakken links). Een kruisvormig padenstelsel ontsluit hier vier grafvakken. De grafmonumenten dateren uit het midden van de twintigste eeuw met tussendoor ook veel grafmonumenten voor slachtoffers van de Watersnoodramp. Centraal is een gedenkmonument geplaatst met daarop de namen van hen die bij die ramp omkwamen.

Achter deze uitbreiding ligt weer een jongere uitbreiding met daarin ook het lijkenhuisje. Opvallend is dat de graven hier anders georiënteerd zijn, in kortere rijen liggen, rug aan rug met wat bredere paden ertussen. Daarmee worden de veranderingen in de inrichting van begraafplaatsen goed zichtbaar. De nabestaanden wilden steeds meer ruimte bij het graf en zij wilden zeker niet op het graf van iemand anders hoeven te staan. Dit deel is mogelijk rond de Tweede Wereldoorlog in gebruik genomen en hier zal het oorspronkelijke baarhuisje van 1930 zijn gebouwd. Ook hier vinden we grafmonumenten van slachtoffers van de Watersnoodramp.

De derde en laatste uitbreiding reflecteert ook weer de ideeën die aan het eind van de twintigste eeuw gangbaar waren. Dit gedeelte kenmerkt zich door beschutte hofjes, breed opgezette paden en veel ruimte voor groen. In totaal kent de begraafplaats iets meer dan 1.500 graven. Al eerder zijn op oude grafvakken ruimingen gedaan en kleine herinrichtingen. Maar in 2008 bleek er meer ruimte nodig. Twee oudere grafvakken werden daarom voor ruiming aangewezen.  

Te ruimen vakken

De te ruimen grafvakken zijn in 2010 onderzocht op hun kunst- en cultuurhistorische waarde door Bureau Funeraire Adviezen. Eén klein grafvak bevatte geen grafmonumenten meer, terwijl op het andere nog enkele tientallen grafmonumenten stonden. Dit betrof een vak van de eerste uitbreiding van de begraafplaats, derhalve daterend uit de periode 1915-1940. Het bestond uit een langgerekt veld dat in twee gedeelten is uitgegeven. Het grootste gedeelte, bijna tweehonderd stuks, betrof graven die dicht opeen lagen. Daarvan was weinig meer te merken omdat de grafmonumenten die er nog stonden, voornamelijk stèles betrof en veel graven geen grafmonument hadden. Het andere gedeelte was een klein grafvak met 58 graven uit de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw. De grafmonumenten lagen in een veel ruimere context met tussen de graven een groene rand. Samen met enige grafbeplanting was hier een wat rommelig beeld ontstaan. Op dit deel stonden voornamelijk stèles, de meeste van hardsteen, maar ook graniet kwam voor.Het kleine grafveld voor de ruiming. Op het bordje worden rechthebbenden opgeroepen zich te melden.Het kleine grafveld voor de ruiming. Op het bordje worden rechthebbenden opgeroepen zich te melden.

Bij de kunst- en cultuurhistorische waardering is vooral gekeken naar het grootste gedeelte van het grafvak. Daar kon het merendeel van de grafmonumenten, naar materiaal en de vormgeving, getypeerd worden als laat negentiende-eeuws. Enkele grafmonumenten vielen op door materiaalgebruik dat typisch is voor de eerste helft van de twintigste eeuw: kunststeen, emaille en hout. Van een aantal van deze grafmonumenten is vastgesteld dat ze zeker de moeite waard zijn om te bewaren. Het gaat om verschillende grafmonumenten uit de jaren tien en twintig van de twintigste eeuw. Daaronder een stèle van kunststeen uit 1924, een hardstenen stèle van hardsteen uit 1916, een ongedateerde houten stèle, een geëmailleerd bordje op paal uit 1928 en een ongedateerde betonnen grafrand met ijzeren stangen.

De reden om juist deze grafmonumenten te bewaren, was vooral gelegen in het materiaalgebruik. Hoewel grafmonumenten van kunststeen ook elders op de begraafplaats nog voorkomen, moet deze ene toch als bijzonder worden gezien omdat ze op een vak staat dat ook uit die tijd dateert. De grafmonumenten waarin hout is verwerkt, zijn kwetsbaar en zeldzaam. In de gemeente Schouwen-Duiveland komen op andere begraafplaatsen nog wel voorbeelden voor, maar niet veel. Voor hun voortbestaan moet gevreesd worden.Deze houten stèle werd ook geselecteerd, maar is na de ruiming helaas niet teruggeplaatst.Deze houten stèle werd ook geselecteerd, maar is na de ruiming helaas niet teruggeplaatst.

Bij de waardering van het grootste grafvak is ook gelet op enkele opvallende groenelementen en aanleg daarvan. Wat die aanleg betrof, leek er geen sprake te zijn van een doordacht idee. In ieder geval dateerde de begroeiing van na 1953. Een lange gemengde haag van beuk (fagus) en Spaanse aak (acer campestre) scheidde het grafvak van het oudere gedeelte en aan de andere kant stond een lage buxushaag. Opvallend element was een dubbele rij lavendel die over twee grafrijen was aangeplant. Samen met de hier geplaatste betontegels benadrukte dit de lange regels op dit veld. Dan stonden er ook nog enkele bomen waarvan de Japanse kers vooraan het meest in het oog liep. 

Herinrichting

In de loop van 2011 heeft de herinrichting zijn beslag gekregen en zijn de twee grafvakken opnieuw ingevuld. Bij de aanpak van het kleinere grafvak heeft men vooral rekening gehouden met het karakter van de oorspronkelijke aanleg: open en met gras rondom. Twee rijen beukenhaag geven aan hoe de grafmonumenten hier in de toekomst uitgegeven gaan worden.Een van de behouden grafmonumenten dat nu op het oudste gedeelte is geplaatst.Een van de behouden grafmonumenten dat nu op het oudste gedeelte is geplaatst.

Het grote grafvak is wat drastischer veranderd. Alle grafmonumenten zijn verwijderd en de graven geruimd. De grafmonumenten die uit het oogpunt van cultuur- en funeraire historie bewaard zouden blijven, zijn overgebracht naar het oude gedeelte van de begraafplaats. Daar zijn uiteindelijk drie grafmonumenten ingepast in het bestaande geheel. Het houten grafmonument bleek niet te herstellen en de betonnen grafrand met ijzeren stangen overleefde de verwijdering ook niet.

Bij de herinrichting van het grafvak is het langgerekte karakter in stand gehouden, als verwijzing naar hoe het grafvak oorspronkelijk was aangelegd. De haag tussen het oorspronkelijke deel en de uitbreiding is behouden, evenals de bomen die er stonden. De buxushaag langs het pad is verdwenen maar er zijn nieuwe beukenhagen aangeplant die nu het karakter van het veld accentueren. Er is geen sprake meer van twee gedeelten doordat de struiken ertussen ook verwijderd zijn.Resultaat na de ruiming in najaar 2012. De bomen en structuur zijn gehandhaafd.Resultaat na de ruiming in najaar 2012. De bomen en structuur zijn gehandhaafd.

Vooraan, bij de kruising van paden, staat een Japanse kers (prunus serrulata) die nu meer vrijgezet is. De Hollandse linde (tilia vulgaris) die halverwege het grafvak staat en in de oude situatie wat verdwaald op het grafveld stond, heeft nu een meer centrale rol gekregen. Rondom is een perk van grind aangebracht met daarbij een zitbank. Letterlijk een rustpunt. De jonge Esdoorn (acer) en een rij van wilgen (salix) achterin zijn eveneens behouden.

Uiteindelijk konden niet alle grafmonumenten behouden blijven. Uit het feit dat enkele van de geselecteerde grafmonumenten al niet meer te redden waren, blijkt wel dat de staat van veel van de oude grafmonumenten slecht was. In ieder geval is het oudste gedeelte behouden en heeft Oosterland nu weer voldoende grafruimte voor de komende jaren. Hopelijk wordt de nieuwe invulling qua vorm en uiterlijk passend in het geheel.Wel behouden is het geëmailleerde tekstplaatje dat op het graf van Davina Maria Kwaak (overl. 1928) stond.Wel behouden is het geëmailleerde tekstplaatje dat op het graf van Davina Maria Kwaak (overl. 1928) stond.

Inventarisatie 2023

In de Covid-19 periode hebben vrijwilligers getracht alle belangrijke grafmonumenten op de hele begraafplaats in kaart te brengen. Aan de hand van hun in het voorjaar van 2023 gepresenteerde rapport zijn toen door een funerair adviesbureau alle begraafplaatsen in de gemeente volgens specifieke selectiecriteria geinventariseerd. Voor Oosterland zijn de eerder genoemde grafmonumenten ook opgenomen in de selectie. Bedoeling is dat de geselecteerde grafmonumenten uiteindelijk alle behouden blijven. Daarmee wordt een voor Oosterland belangrijk stukje historie bewaard.

 

Literatuur

  • Quick Scan Begraafplaatsen Oosterland / Burgh, rapport Bureau Funeraire Adviezen (2010).

 

Internet

 

 

Aangepast: 13 april 2024

Nieuw op de website


Pieneman, Jan Willem

29 september 2024
~Kunst & Cultuur

Als bloemen bij het graf - Garsthuizen

15 september 2024
~Als bloemen bij het graf