Skip to main content

Rozendaal - Begraafplaats van de kasteelheren van Rosendael (1)

22 maart 2020

De sfeervolle begraafplaats in het Gelderse Rozendaal was tot 1977 eigendom van de Rosendaelse kasteelheren. Niet vreemd dat de geschiedenis van de dodenakker dan ook nauw verweven is met het kasteel Rosendael. Een eerste aflevering van een drieluik over de begraafplaats. 

De verwijzing naar het kasteel Rosendael op de allereerste grafkelder.De verwijzing naar het kasteel Rosendael op de allereerste grafkelder.

Reinhard

We stappen terug naar 1800, de tijd van Napoleon. Reinhard Jan Christiaan Torck (1775-1810) had al jaren geleden het kasteel geërfd en rond Rozendaal had hij 3000 ha grond in zijn bezit. Om er omheen te lopen is dat 25 km. Maar totaal had hij meer dan 10.000 ha en daarmee behoorde hij tot de grootste grondeigenaren van het land. De familie had het Kasteel van Wageningen in hun bezit met nogal wat gronden en een paar Torcken waren drost en in later tijd zelfs burgemeester van de stad, zoals Lubbert Adolph. De familie heeft er veel gebouwd. De familieleden werden begraven in een grafkelder in de Wageningse kerk, al generaties lang. Van die grafkelder is in Wageningen niets meer te zien, maar er is wel een foto waarop de bovenzijde van het gewelf van de grafkelder zichtbaar is, tijdens de restauratie van de kerk. Er wordt verteld dat de Torcken over eigen grond van Rozendaal naar Wageningen konden rijden, maar landkaarten uit vroeger tijd vertellen een ander verhaal.De blootgelegde bovenzijde van de grafkelder van de familie Torck in de kerk in Wageningen (Archief Historische Vereniging Oud-Wageningen).De blootgelegde bovenzijde van de grafkelder van de familie Torck in de kerk in Wageningen (Archief Historische Vereniging Oud-Wageningen).

Het hoofdverblijf van de familie was in die jaren in Den Haag, in een huis aan de Kneuterdijk hoek Lange Voorhout en zij gebruikten Rosendael alleen als zomerverblijf, ook weer generaties lang. Op Rosendael had Reinhard zes vrouwen en zes mannen als personeel, maar uit Den Haag kwamen er bij elke verhuizing ook nog eens vijf dienstboden mee.

Hoe betaalde Reinhard dat allemaal? Zijn inkomsten kwamen vooral uit onroerend goed. Hij ontving huur van zijn huizen en pachtgelden van heide en bos. Zijn pachters hielden schapen en anderen zorgden voor inkomsten uit houtkap.

Adolph

Reinhard Torck had twee kinderen. Henriëtte Johanna Adelheid (1802-1877) erfde in 1810 het huis in Den Haag en trouwde met Adolph W.C.W. baron Van Pallandt, Heer van Keppel. Assueer Lubbert Adolph (1806-1842) erfde Rosendael. Het enorme grondgebied werd in tweeën gedeeld. Adolph was dus zijn hoofdwoning kwijt en hij was de eerste die permanent op Rosendael ging wonen. Er kwamen daarom verbouwingen aan het kasteel en het koetshuis. In 1830 vocht Adolph tegen de Belgische opstandelingen en later werd hij lid van de provinciale en gedeputeerde staten van Gelderland. In 1834 trouwde hij met Louisa Huijssen van Kattendijke. Zij waren respectievelijk 28 en 22 jaar en er werd een groot feest gevierd.Portret van Assueer Lubbert Adolph Torck (foto Brantsen van de Zyp Stichting, in bruikleen aan Geldersch Landschap & Kasteelen (kasteel Rosendael, Rozendaal)Portret van Assueer Lubbert Adolph Torck (foto Brantsen van de Zyp Stichting, in bruikleen aan Geldersch Landschap & Kasteelen (kasteel Rosendael, Rozendaal).

De kasteelheer bouwde huizen in het dorp en zorgde er onder meer voor dat er een nieuwe school kwam. Adolph trok de beroemdste tuinarchitect van zijn tijd aan, Jan David Zocher jr. en die veranderde het inmiddels ouderwetse park van Marot in een lusthof in Engelse landschapsstijl. Ook kwam er een Orangerie. Adolph kende Zocher via zijn vrouw Louise. Haar opa Cornelis Jan van Nellesteijn liet door hem in Leersum een enorme graftombe bouwen.

Verdriet

Ruim een jaar na het huwelijk werd het eerste kindje geboren, Ada. Wat leek dit een gelukkig gezin te worden, maar wat nu volgt, is een heel verdrietig verhaal dat zich in acht jaar afspeelde.

Er werden nog vier kinderen geboren die allemaal vroeg overleden. In 1840 overleden zelfs twee kindjes ‘eenige uren na elkander’. De eerste kinderen werden begraven in de grafkelder in Wageningen, maar het echtpaar wilde niet dat ze ver weg in Wageningen bleven liggen. Al gauw werd er daarom een grafkelder gemaakt in het bos bij het kasteel en eromheen mochten ook andere Rozendalers worden begraven. De kindjes uit Wageningen werden in de grafkelder bijgezet en de later overleden kindjes ook. Toen overleden ook nog vader en moeder zelf en ook hun kisten werden in de grafkelder geplaatst. Adolph en Louisa werden 35 en 30 jaar oud.De rouwannonce voor de twee kindjes in de Opregte Haarlemsche Courant van 22 februari 1840De rouwannonce voor de twee kindjes in de Opregte Haarlemsche Courant van 22 februari 1840

De grafkelder is waarschijnlijk een ontwerp van Zocher, die ook het park aanlegde. De kelder is aangelegd in een verhoging in het terrein en ligt half onder de grond. Er is een front van rusticablokken rond een hoefijzervormige opening, die, iets ingesprongen, wordt afgesloten met een ijzeren dubbele deur met een hangslot. Erboven is een zwaar driehoekig fronton met de letters Kasteel Rosendael. Voor de ingang van de kelder ligt een afsluitsteen van ruim een bij een meter die de trap verbergt. Oorspronkelijk was de ingang van de begraafplaats recht tegenover de kelder en een kort beukenlaantje verbond deze met elkaar. De voorzijde van de grafkelder op de begraafplaats (foto Leon Bok).De voorzijde van de grafkelder op de begraafplaats (foto Leon Bok).

NaamGeboortedatumSterfdatum
Assueer Lubbert Adolf baron Torck 23-11-1806 19-8-1842
Louisa Catharina Wilhelmina jkvr. Huijssen van Kattendijke 20-7-1812 5-3-1843
Ada Catharina 26-10-1835 13-1-1902
Maria Stephania 10-12-1836 19-2-1840
Reinhart Hendrik 17-8-1838 28-8-1838
Lubbert Adolph 5-11-1839 18-2-1840
Willem Frederik 1-10-1841 4-2-1843

Ada

Alleen de eerste dochter Ada Catharina (1835-1902) leefde toen nog en werd door het overlijden van haar ouders op achtjarige leeftijd wees. In 1854 trouwde zij met Rein baron van Pallandt van Keppel, een volle neef, een zoon van Ada’s tante Henriëtte. De gesplitste gebieden van opa werden weer samengevoegd en Keppel kwam er ook nog bij. De Van Pallandts behoorden tot de meest vermogende Gelderse families van de negentiende eeuw. Rein werd de eerste adellijke burgemeester van Rozendaal en ook hij en zijn echtgenote werden na hun dood bijgezet in de grafkelder.

Reinoud

Ada en Rein kregen drie zonen. Het leven van de oudste zoon Reinoud Adolph (1857-1936) is met raadsels omgeven. Hij bleef zijn leven lang op Rosendael wonen onder de hoede van familieleden, een gouverneur en inwonende verpleegsters. Hij woonde in de zijvleugel van het kasteel en na het overlijden van zijn vader liet hij zich vrijwillig onder curatele stellen. Bij de dood van zijn moeder werden zijn zaken waargenomen door zijn broer. Hij had waarschijnlijk geestelijke beperkingen. Hij overleed toen hij 78 jaar was en ook hij werd bijgezet in de grafkelder bij zijn ouders. En dat is opvallend, hij ligt dus niet naast zijn broer die vier jaar eerder overleed.

Willem

De middelste zoon, Frederik Jacob Willem (1860-1932), erfde de huizen in Den Haag, Keppel en Rozendaal, maar de woning in Den Haag werd na een aantal jaren verkocht. Willem werd net als zijn vader burgemeester van Rozendaal. Hij kreeg vijf kinderen: Rein, Hugh (Joekie), Willy, Helena en Cecilia en reserveerde achter op de begraafplaats een gedeelte als begraafplaats voor zijn familie: de Van Pallandt-cirkel. Frederik overleed in 1932 en in het testament stond: de oudste zoon mocht het eerst een landgoed uitkiezen. Rein koos Keppel, daarna koos de tweede zoon, mits hij nog geen ander gebied in zijn bezit had. Hugh had van een tante een fortuin geërfd plus landgoed Klein Vanenburg in Putten. Rosendael was daarom voor derde zoon Willy. Het grondgebied werd onder de vijf kinderen verdeeld. Zij en hun nageslacht zijn voor een deel in de Van Pallandt-cirkel begraven, meestal dekken zerken hun graf, maar Hugh heeft op het hoofdeind van zijn graf een ovale tekstplaat gesteund door een grote kei en Willy heeft een van natuurstenen keien opgebouwd basement met daarop een kruis. In het basement is een hardstenen tekstplaat verwerkt. Rein werd bijgezet in de familie-grafkelder bij de kerk van Hoog-Keppel waar hij vlakbij woonde.Grafmonument voor Hugh van Pallandt.Grafmonument voor Hugh van Pallandt.

Het wapen van de familie Van Pallandt waarvan de kleuren ook gebruikt worden door voetbalclub Vitesse.Reinhard Jan Christiaan (1888-1938) voetbalde een aantal jaren bij de Arnhemse club Vitesse (opgericht in 1892). Hij zorgde ervoor dat Vitesse een van de eerste clubs van Nederland was met een vast clubtenue. Sinds Rein speelt Vitesse in de Van Pallandt-kleuren zwart en geel. Zijn begrafenis in 1938 trok zoveel mensen dat Keppel overliep van de geparkeerde auto’s. Op zijn graf lagen maar liefst zeventig kransen. ‘Nimmer te voren,’ aldus De Graafschap-bode, ‘vond hier een teraardebestelling plaats, waarvoor een dergelijke belangstelling bestond. Alle straten in en zelfs buiten het dorp stonden vol met geparkeerde auto’s’.

Werner

De derde zoon, Werner Karel (1863-1937), erfde Petcum in Oost Friesland. Het landgoed hoorde bij de familie sinds ca 1680, maar Werner verkocht het onmiddellijk. Hij ging wonen op Rozenheuvel in Rozendaal, nu een hospice. Hij werd begraven in de Van Pallandt-cirkel en ook zijn zes kinderen liggen hier. Ze liggen allemaal aan de achterzijde van de cirkel. In de kersttijd worden er steeds weer kerststukjes op deze graven gelegd.

Willy 

Willem Frederik (1892-1977) was een begrip in het dorp. Hij was betrokken bij zowel de gemeente, als bij de individuele inwoners. Hij trouwde in 1919 met Roline, barones van Randwijck. Ze kregen twee dochters en een zoon. Het huwelijk eindigde in 1935 met een scheiding en Roline ligt na haar dood in 1968 zonder zerk begraven in Oosterbeek. Willy trouwde in 1936 met Aaltje Groenhof. Hij wilde niet meneer de baron genoemd worden, maar gewoon meneer Van Pallandt. Door opgelopen schade in de oorlog was het kasteel onbewoonbaar en het echtpaar ging in de zijvleugel van het kasteel en later in het huis aan de poort wonen. Het was er klein, maar meer hadden ze niet nodig. De slaapkamer was op zolder en echtgenote Aaltje vertelde dat ze ’s zomers smolten door de hitte. Personeel, voor de oorlog nog vijf, was er niet meer. In 1977, bij het overlijden van Willem, werd de inboedel verdeeld onder de kinderen en deels verkocht. Het kasteel werd overgedragen aan Het Geldersch Landschap, die het kasteel restaureerde en herinrichtte. De tijd van de kasteelheren was voorbij. Op de begraafplaats vind je alleen herinneringen.Het grafmonument voor Willem Frederik van Pallandt.Het grafmonument voor Willem Frederik van Pallandt.

 

In de tweede aflevering van de drieluik over de begraafplaats in Roozendaal gaat het over rijk en arm, want niet alleen de adel vond hier een graf. In de derde aflevering wordt stilgestaan bij een aantal graven van personen die te maken hebben met kunst en literatuur.

 

Literatuur:

  • Reeks Nederland’s Adelsboek, uitgave Centraal Bureau voor Genealogie, 1903-2014
  • Bierens de Haan, J.C., Rosendael, groen hemeltjen op aerd. Kasteel, tuinen en bewoners sedert 1579, Zutphen 1994
  • Kerkkamp, H., Rozendaal, een heerlijkheid, Oudheidkundige Kring Rheden-Rozendaal, Rozendaal 1966
  • Kerkkamp, H., Historie van Velp en Rozendaal, Arnhem 1965. 

Bronnen:

  • Begraafregister Gemeente Rozendaal
  • Grafkaarten beheerder begraafplaats Jaap Wijlhuizen
  • Gelders Archief – Archief Van Pallandt
  • Correspondentie Historische Vereniging Oud Wageningen
  • Correspondentie Oudheidkundige Kring Rheden Rozendaal
Aangepast: 13 maart 2024

Nieuw op de website


Pieneman, Jan Willem

29 september 2024
~Kunst & Cultuur

Als bloemen bij het graf - Garsthuizen

15 september 2024
~Als bloemen bij het graf