Skip to main content

Doelder, Mathilde (Willink-) de

15 juli 2006

 

* Terneuzen 7 juli 1938 - † Amsterdam 25 oktober 1977

 

willink-dd_portretEen extravagante stoeipoes werd ze genoemd. Over zichzelf zei ze: "Ik leef in een sprookjeswereld van illusies en extravagantie. Ik ben een superpoes. Als men je niet opmerkt kun je net zo goed niet bestaan." En opgemerkt werd ze. Regelmatig kwam ze in de publiciteit door haar opmerkelijke gedrag en uitspraken. Door haar dure, buitenissige kleding en de opmaak van haar gezicht waarin het accentueren van haar ogen alle proporties te buiten ging.

Maria Theodora Mathilde (Tilly) de Doelder werd geboren in Zeeland als eerste van vijf dochters van zeeman P.J.B. de Doelder en zijn echtgenote E. Cavé. Op haar 19e gaat ze naar Amsterdam waar ze in 1961 kunstschilder Carel Willink (1900-1983) ontmoet. Een superpoes noemt hij haar, een mooi ding om in huis te hebben. Ze trouwen in 1969 en hun verschijning als extravagant kunstenaarsechtpaar neemt groteske vormen aan. Mathilde hult zich in de dure, onconventionele kleding van modeontwerpster Fong Leng en baart daar veel opzien mee. Mathilde vertoont veel kuren, heeft hysterische buien en is zeer veeleisend. Beu van haar grillen houdt Willink het na een 14-jarige relatie voor gezien. Hij ontmoet andere vrouwen en wil met één daarvan verder. Mathilde moet het veld ruimen. De scheiding wordt in 1977 uitgesproken. Ze is desperaat en zoekt wanhopig naar een nieuwe man waarmee ze haar luxe leventje kan voortzetten. Anton Heyboer is al ruim van vrouwen voorzien en Salvador Dali gaat niet in op haar avances. Uiteindelijk geeft autohandelaar en drugsdealer Gerard ("Dicky") Vittali haar weer terug waar ze niet meer buiten kan, een leven vol luxe en buitenissigheid. Lang heeft ze er echter niet van kunnen genieten. Op 25 oktober 1977 wordt ze dood op haar hemelbed gevonden, een pistool in haar rechterhand. Haar dood is gehuld in een waas van geheimzinnigheid. Volgens het rechercherapport is er sprake van zelfmoord. Door de vele tegenstrijdigheden wordt dat door anderen in willink-dd_begrafenistwijfel getrokken. En niet door de minsten. Politiecommissaris Torenaar bijvoorbeeld geloofde niets van een zelfmoordthese. Mathilde was rechtshandig terwijl de kogel in haar linkerslaap zat. Fysiek gezien een moeilijke combinatie. Haar lichaam vertoonde sporen van een worsteling, er waren schrammen en 2 gebroken ribben. Bovendien bleek het wapen in de Amsterdamse onderwereld als besmet beschouwd te worden; het was in eerdere aanslagen gebruikt. Hoe kwam ze aan dat wapen? Nog steeds is haar dood met raadsels omgeven.

willink3Op 31 oktober 1977 vangt om 14.30 uur in de aula van de Amsterdamse begraafplaats Westgaarde de uitvaartplechtigheid aan. Het wordt een onwaardige en chaotische vertoning die tot aan het graf voortduurt. Haar lichaam wordt neergelaten in graf AAA-4-194. Pas veel later, op 21 oktober 1987, wordt een roodbruine, geaderde grafsteen geplaatst waarop alleen haar voornaam is vermeld.

Als in 2003 de rechten verlengd moeten worden blijkt de rechthebbende niet te traceren. Op 16 februari 2004 wordt de zerk verwijderd. Kort daarna willink2besluit Westgaarde het graf als monument aan te merken. Nog dezelfde maand wordt de steen herplaatst.

 

Literatuur

  • Jouke Mulder: Willinks waarheid (1983)
  • Peter R. de Vries: Uit de dossiers van commissaris Toorenaar (1985)
  • Joop van Loon: Mathilde Willink (1997)
  • Thomas Ross: Mathilde (2003)

 

 

 

Aangepast: 02 oktober 2021

Nieuw op de website


Pieneman, Jan Willem

29 september 2024
~Kunst & Cultuur

Als bloemen bij het graf - Garsthuizen

15 september 2024
~Als bloemen bij het graf