Skip to main content

Boudier-Bakker, Klazina (Ina)


 

* Amsterdam 15 april 1875 - † Utrecht 26 december 1966

 

De Utrechtse schrijfster Ina Boudier-Bakker overleed op Tweede Kerstdag 1966 op 91-jarige leeftijd. Ze stierf in het huis aan de Oudegracht waar ze vanaf 1928 met haar man had gewoond en na zijn dood in 1952 met een jongere vriendin.

Schrijversleven

{seog:disable}Ina Bakker werd op 15 april 1875 in Amsterdam geboren als Klaziena, dochter van Frederik Bakker († 1897) en Aleida Emilia Holm († 1924). Toen haar in 1878 geboren broertje Rudolf in 1881 aan kinkhoest stierf, rekende zij zich dat erg aan. Ze was op de kleuterschool besmet geraakt en had deze besmetting op haar broertje overgedragen. Het tweede, op het eind van 1881 geboren en ook Rudolf genaamde broertje, kwam geestelijk gehandicapt ter wereld en leed bovendien aan epilepsie. Hij overleed, veertien jaar oud, in 1896. Geen omgeving waarin een overgevoelig, eenzelvig kind zich harmonieus kan ontwikkelen. Haar grote geluk in die tijd was haar vriendschap met een klasgenootje, Cornelia Scheltema Beduin. Een vriendschap die tot de dood van Cor in 1938 zou duren. Ina voelde zich in het gezin van haar vriendin plezierig, het werd haar tweede thuis. 

Ze bezocht de 3-jarige meisjes-HBS van 1890 tot 1894 waarna ze in 1895 de akte Lager Onderwijs behaalde. Na het afbreken van studies Nederlands en Frans was ze enige tijd onderwijzeres aan de Armenschool in Amsterdam. Met steun van de ouders van haar hartsvriendin Cor, legde ze zich na de dood van haar vader toe op haar droom: schrijven. Ze debuteerde onder het pseudoniem Aleide Fredericks. In 1902 trouwde Ina Bakker met Henricus Anthonius Boudier, hun huwelijk zou kinderloos blijven. In hetzelfde jaar verscheen haar eerste bundel met korte verhalen Machten en ging het toneelstuk Verleden in première. In november 1905 werd Boudier-Bakker bestuurslid van de Vereniging van Letterkundigen en raakte ze bevriend met onder meer P.C. Boutens, Lodewijk van Deyssel en Isaac Israëls. Met haar goed ontvangen roman Armoede (1909) vestigde zij haar naam als psychologisch schrijfster.

Hoogtepunten en dieptepunten

Het werk van haar man bij de Post en Telegrafie noodzaakte tot meerdere verhuizingen. Na wat woningen in Amsterdam verbleef het echtpaar in Utrecht, Aerdenhout en vanaf augustus 1917 in Vianen. Ina voelde zich ongemakkelijk in de kleine gemeenschap. Ze voldeed aan haar sociale verplichtingen zoals die hoorden bij de status van het echtpaar, maar pas na de verhuizing in 1922 naar Baarn wist ze haar indrukken vorm te geven in de novelle De straat. Het verhaal geeft de kern weer van haar werk waarin mensen fundamenteel eenzaam zijn. Na Baarn verhuisde het echtpaar weer naar Utrecht, Groningen en in 1928 voor de derde keer naar Utrecht. De vele verhuizingen waren haar niet welgevallig.

Portret door Isaac Israëls

Isaac Israëls

Ina Boudier-Bakker was goed bevriend met de schilder Isaac Israëls. Op het hoogtepunt van zijn roem schilder hij haar meerdere malen. In 1925 schreef Bouder-Bakker aan haar uitgever: ‘Is. Israëls heeft weer eens een portret van me geschilderd. Ik vind het duizend jaar te jong, maar hij niet.’ Na de dood van Israëls in 1934 informeerde ze of hij het portret had afgemaakt, waarop het haar geschonken werd. Het kreeg een ereplaats in haar huis.

Haar grootste bekendheid verkreeg Boudier-Bakker met haar uitvoerige familieroman De klop op de deur, waarin vrouwenemancipatie en de arbeidersbeweging een grote rol speelden. Haar populaire werk zorgde er echter ten onrechte voor dat het werd afgedaan als voorbeeld van de verachte breedvoerige ‘vertelkunst’. De eerste oplage van het boek telde 7000 exemplaren en in 25 jaar tijd kwamen er maar liefst zestien herdrukken. De negatieve reacties bij het verschijnen van het werk raakte haar echter. Tot overmaat van ramp beschuldigde Menno ter Braak haar in 1935 van plagiaat in haar ambitieuze historische roman Vrouw Jacob. Haar verweer deed haar zaak geen goed en haar zelfvertrouwen als schrijfster was ernstig geschaad. Enkele jaren later, in 1938, overleed haar hartsvriendin Cor Scheltema Beduin, die zich altijd kritisch met haar werk bemoeide.

Oorlog

De weigering om lid te worden van de Kultuurkamer maakte in de bezettingsjaren een voorlopig einde aan haar schrijversloopbaan. Tijdens de oorlogsjaren hield Ina Boudier een oorlogsdagboek bij en na de oorlog kwamen haar oorlogsverzen in boekvorm uit. In 1972 zou haar oorlogsdagboek gepubliceerd worden, maar later bleek een deel van de teksten te zijn geschreven door de uitgever van het werk. In 2013 verscheen een nieuwe uitgave onder de titel Zo doods en stil en donker.

Geheel onverwacht overleed haar echtgenoot in 1952 aan een hartaanval; aan het eind van dat jaar bleek ze aan een lichte vorm van kanker te lijden waarvoor ze werd geopereerd. Hoewel haar werd meegedeeld dat ze nog hoogstens een jaar te leven had, herstelde ze wonderwel. Ze begon daarna weer te schrijven en publiceerde in de haar nog resterende veertien jaar zes boeken. Publiek zowel als pers waren lovend over haar romans Kleine kruisvaart (1955) en Finale (1957). ‘Werken is mijn behoud’, vond ze.

Het naderende einde

Overlijdensadvertentie De TelegraafTijdens haar leven werd Ina Boudier maar ten dele gewaardeerd voor het schrijftalent wat ze had. Ten onrechte is haar werk soms afgedaan als ‘huiskamerrealisme’ of ‘damesproza’, terwijl haar vele verhalen en novellen hoog aanschreven staan bij kenners. Erkenning was er echter ook. Al in 1938 was Boudier-Bakker benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Nog bij haar leven, in 1960, werd in Utrecht een laan naar haar vernoemd. De pers besteedde in dat jaar veel aandacht aan haar vijfentachtigste verjaardag. Maar het werd haar allemaal te veel. Ze leed aan allerlei kwalen en in 1963 schroomde ze niet op te merken dat ze het leven niet prettig meer vond. Op Eerste Kerstdag 1963 brak ze een been waarvan ze slecht herstelde. Ze kon haast niet meer lopen en ook geestelijk ging het bergafwaarts met haar. In 1964 ontving ze voor haar hele oeuvre de Tollensprijs en haar negentigste verjaardag vierde ze in bed waar vele vrienden haar kwamen complimenteren. Helaas belandde ze in augustus van dat jaar wederom in het ziekenhuis door een spontaan gebroken been. In maart 1966 kwam ze weer thuis, maar het was duidelijk dat ze aan het eind van haar latijn was. Op 21 december 1966 kreeg ze een beroerte, Eerste Kerstdag raakte ze buiten kennis en de dag daarna, 's middags om vijf uur, overleed ze. Ze werd daarna thuis opgebaard. Uit die dagen is een foto bekend waar haar kat Lokkie op de kist zit. De kat schijnt urenlang op het kijkglaasje in het deksel te hebben gezeten.

Grafmonument op Den en Rust, BilthovenOp 30 december werd ze in stilte begraven op begraafplaats Den en Rust in Bilthoven in hetzelfde graf waar in 1952 haar man was begraven (1A-D-015). De baar was gedekt door een krans van de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk.

Het grafmonument bestaat uit een eenvoudig hardstenen zerk op lage roef. Onder de tekst die al op de zerk stond voor haar man werd de naam van Ina Boudier-Bakker met haar geboorte en sterfdatum uitgebeiteld. Bovenaan de zerk is een klein metalen plaquette geplaatst met daarop het portret in profiel van een jonge Ina Boudier-Bakker. Hoewel de zerk op zich nog in goede staat verkeert, drukt een dennenboom het grafmonument omhoog waardoor de zerk scheef is komen te liggen.

Eerbetoon

Portret aan het voormalige woonhuisOp 15 april 1975 werd in Vianen ter gelegenheid van de herdenking van haar 100e geboortedag een bronzen herdenkingsplaat onthuld aan de voorgevel van het voormalige postkantoor (Voorstraat 106), waarboven de Boudiers ooit woonden. Het is hetzelfde portret als op haar grafmonument, maar met wat meer tekst.

 

Literatuur

  • Hans Edinga: Ina Boudier-Bakker - Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (1966-1967)
  • Hans Edinga: Tien huizen, duizend levens. Het leven van Ina Boudier-Bakker (1969)
  • G.M.C. Vaartjes: Bakker, Klaziena (1875-1966) - Biografisch Woordenboek van Nederland, deel 3 (1989, gew. 2003)
  • Hans Heesen, Harry Jansen: Ina Boudier-Bakker, een dame van de straat - in: Pen in ruste (2001)
  • Hans Heesen, Harry Jansen, Ed Schilders: Waar ligt Poot? Over de dood en laatste rustplaats van Nederlandse en Vlaamse schrjivers (1997)
  • Gé Vaartjes, ‘Bakker, Klaziena’, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. [versie 21/07/2017]
  • Gé Vaartjes, Nawoord – Razend door eentonigheid bij De Straat (Soesterberg, 2000) via dbnl.org 
  • B. Trouwhorst, ‘De romans van Ina Boudier-Bakker’ in: Reformatorisch Dagblad 02-01-1992 via digibron 

 

Internet

 

 

Aangepast: 20 april 2020

Nieuw op de website