Skip to main content

Thomas a Kempis

15 januari 2011

 

Portret Thomas a KempisOp de plek van begraafplaats Bergklooster stond vroeger het Agnietenklooster. Reeds in het jaar dat het klooster werd ingewijd, in 1398, werden de eerste doden op deze plek begraven. In het klooster leefde de Augustijner kanunnik Thomas a Kempis. Hij is geboren in - het tegenwoordig in Duitsland gelegen - Kempen in 1379 of 1380 en overleden in het Agnietenbergklooster op 25 juli 1471. In dit klooster schreef hij onder meer tussen 1420 en 1441 het beroemd geworden boek De Imitatione Christi (Over de Navolging van Christus). Ook schreef hij een kroniek over het Sint-Agnesklooster 'Chronica Montis Sanctae Agnetis'. Thomas van Kempen behoort tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de laatmiddeleeuwse vernieuwingsbeweging, de Moderne Devotie, waarvan de Deventer schepenzoon Geert Grote (1340-1384) de grondlegger is.

Schrijn met de beenderen van Thomas a Kempis (bron: Onderwijsgek (Eigen werk) via Wikimedia Commons)Thomas a Kempis werd na zijn dood begraven in de Agnietenkerk. In 1672 werd de beenderen opgegraven. Het geraamte verkeerde nog in goede staat. De beenderen werden vervolgens in 1674 in linnen vervoerd naar de St.- Josephkapel in Zwolle. Sindsdien ligt het gebeente in de huidige reliekkist. In 1809 werden de relieken verhuisd naar de Zwolse Michaëlkerk in de Nieuwstraat, en in 1892 werden ze bijgezet in de Nieuwe Sint-Michaëlkerk, waar ze vijf jaar later in een tombe werden geplaatst. Bij deze gelegenheid werd het gebeente van Thomas a Kempis in een glazen binnenkist geplaatst. Na de sloop van de kerk en het monument in 1965 werd de schrijn overgebracht naar de nieuw gebouwde Michaëlkerk. 

Onderzoek

In 2011 is in de parochie Thomas a Kempis en het Stedelijk Museum Zwolle onderzoek gedaan naar het gebeente van Thomas a Kempis. Schedel en beenderen werden na al die jaren voor het eerst weer uit de reliekkist gehaald en fysisch-antropologisch onderzocht. Het onderzoek had tot doel de conditie van het gebeente te bepalen. De parochie heeft samen met het Stedelijk Museum Zwolle en hulpbisschop H. Woorts de reliekschrijn opengemaakt. Mgr. Woorts was als ’custos reliquiarum’ van het Aartsbisdom Utrecht verantwoordelijk voor het beheer van de relieken binnen het bisdom en bij het uitnemen van de schedel sprak mgr. Woorts een gebed uit.

Het onderzoek heeft uitgewezen dat de beenderen in redelijke conditie waren. De bewaaromstandigheden bleken goed, maar met moderne conserveringstechnieken werd verder verval vertraagd. Op enkele botjes na, die in de zeventiende eeuw als reliek zijn verspreid, waren alle voorwerpen die genoemd worden in het opgravingsverslag uit 1672 nog aanwezig. Het fysisch-antropologisch onderzoek bracht aan het licht dat het bovendien ging om het skelet van een zeer oude man gaat, die ongeveer 1,76 meter lang was.

Een mogelijkheid om een driedimensionale reconstructie te maken van de schedel was er echter niet, alleen een klein stukje onderkaak met een kies is van het Gedenkteken op de Agnietenberg (bron: Onderwijsgek (Eigen werk) [CC-BY-SA-2.5-nl], via Wikimedia Commons)gezicht bewaard gebleven, te weinig om een betrouwbare reconstructie te kunnen maken.

Gedenkteken

Op de Agnietenberg is sinds 1916 een gedenkteken te vinden (van architect P.J. Cuypers) met het opschrift: 'In cruce salus, in cruce vita. Hier leefde Thomas van Kempen in den dienst des Heeren en schreef zijn Navolging van Christus mccccvi-mcdlxxi'. Het Agnietenklooster heeft bestaan tot 1581, toen werd het afgebroken. In het museumschuurtje op het kerkhof worden gevonden bouwfragmenten van het klooster bewaard.

 

 

Literatuur

  • B. Pierik, 'Kroniek of grafregister? Begraven op Bergklooster door de eeuwen heen', in: Een klooster ontsloten, De kroniek van Sint-Agnietenberg bij Zwolle door Thomas van Kempen (Kampen, 2000) 113-123.
  • Aartsbisdom Utrecht: 'Onderzoek naar beenderen Thomas a Kempis', 24 juni 2011

 

Internet

 

 

 

Aangepast: 24 december 2020

Nieuw op de website