Skip to main content

Nek, Piet van

08 januari 2023

Een van de grootste grafmonumenten op de 33 hectare tellende De Nieuwe Ooster (DNO) in Amsterdam is voor een haast vergeten sportheld, de wielrenner Piet van Nek. Hij verongelukte in 1914 aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog op een Duitse wielerbaan.

Piet van NekBaanwielrennen

Wielrennen is anno 2023 een gevaarlijke sport. Regelmatig raken sporters ernstig gewond, soms erger, tijdens wedstrijden of trainingen. In het begin van de vorige eeuw was wielrennen al een echte volkssport en enorm populair. En ook toen waren er veel zware ongelukken. De overheid beschouwde destijds de wielersport dusdanig gevaarlijk voor andere weggebruikers dat het met de Motor en rijwielwet van 1905 werd verboden om wegwedstrijden te houden voor wielrenners. Er kon alleen ontheffing verleend worden door Gedeputeerde Staten van de desbetreffende provincie. Wegwedstrijden werden een uitzondering, zoals in 1909, toen de Amsterdamse Sportclub Olympia de driedaagse etappewedstrijd Olympia’s Ronde van Nederland organiseerde. Het verbod op de weg betekende een verbanning naar de wielerbaan, het zorgde er echter niet voor dat er minder ongelukken zouden gebeuren. Het was een bloeitijd voor het baanwielrennen en in het bijzonder bij het stayeren, waar wielrenners achter een gemotoriseerde gangmaker rijden, lagen de snelheden hoog. Door heel Nederland lagen houten en betonnen wielerpistes waarop wielrenners vervaarlijk hun rondjes draaiden. Lekke banden, maar ook het nodige duw- en trekwerk tussen renners zorgden voor veel ongelukken. Bovendien ontbrak er een hand- of terugtraprem op de fietsen...

Beroepswielrenners

Eind negentiende eeuw was het wielrennen als sport snel opgekomen, net als de schaatssport. In 1893 behaalde Jaap Eden zijn eerste wereldtitel allround bij het schaatsen, een jaar later werd hij wereldkampioen 10 km kilometer wielrennen. Op de sprint over een Engelse mijl zou hij als tweede eindigen. In 1895 zou hij echter als eerste eindigen. Wel als amateur, want vanaf dat jaar was er een onderscheid met beroepswielrenners. Met wielrennen bleek namelijk goed geld te verdienen te zijn. In 1896 werd Eden dan ook professional. Naast Eden waren er nog tal van andere wielrenners die hun brood met de sport verdienden, zoals Mathieu Cordank, die in 1895 wereldkampioen stayeren werd. De prestaties inspireerden een nieuwe generatie van durfals, zoals Piet Dickentman uit Amsterdam en Piet van Nek uit Nieuwendam. Dickentman geldt als een van de grootste Nederlandse stayers van zijn tijd. Vanaf 1910 werd hij na het winnen van een prestigieuze wedstrijd met alle toppers in de Duitse pers zelfs Herr Ober-Weltmeister genoemd.

Piet van Nek

Piet van Nek is geboren op 10 oktober 1885 en was negen jaar werkzaam als elektricien bij de Amsterdamse Droogdok Maatschappij (ADM). In 1905 was Van Nek een van de wegwielrenners die overstapte naar de baan waar hij ging stayeren achter zware motoren. In 1907 nam hij voor het eerst deel aan baanwedstrijden in Duitsland, waar destijds veel geld te verdienen was. Dat jaar won hij de Grote Prijs van Steglitz en in Parijs werd hij vierde op het wereldkampioenschap. Op de wielerbaan van Bergen op Zoom verbeterde Van Nek het jaar daarop het Nederlands uurrecord van Piet Dickentman, de belangrijkste Nederlandse stayer in die jaren, naar 69.550 km. In 1909 behaalde Van Nek drie grote zeges op wielerbanen in Berlijn en in Leipzig.

Piet van NekPiet van Nek

In die tijd lieten supporters zich behoorlijk gelden bij wedstrijden en regelmatig waren er opstootjes. Een aantal keren was ook Van Nek daarbij betrokken. In 1911 liep een wedstrijd in Scheveningen uit de hand toen Van Nek beweerde dat hij door de Franse tweevoudig wereldkampioen Darragon was afgesneden. Van Nek jutte zijn supporters dusdanig op, dat de Fransman werd bekogeld met bierglazen en stukken hekwerk. De jury liet de wedstrijd stilleggen, waarna Van Nek de zege greep na de hervatting. Datzelfde jaar eindigde een andere wedstrijd in een stevige vechtpartij, nadat de gangmaker van Van Nek, zijn zwager Albert Käser, een van Van Neks tegenstanders een klap had verkocht tijdens de wedstrijd.

Zijn laatste wedstrijd

Op zondag 12 april 1914 reed Piet van Nek op de wielerbaan van Leipzig een stayerwedstrijd over twee manches van elk 50 kilometer tegen de Duitsers Arthur Stellbrink en Peter Günther, de Deen Gustav Janke en de Fransman Jules Miquel. In de eerste manche raakte Van Nek achterop door een klapband, waardoor hij in de tweede manche veroordeeld was tot een inhaalrace. Weer kreeg hij een klapband, maar nu in een bocht. Tijdens zijn val brak het riempje van zijn helm en zonder bescherming knalde hij met zijn hoofd op de wielerbaan. Bewusteloos bleef hij liggen. In het ziekenhuis werd een schedelbreuk geconstateerd en na twee dagen in coma te hebben gelegen, overleed Piet van Nek op 28-jarige leeftijd op 14 april 1914. Nog voordat het lichaam was overgebracht naar Amsterdam had zich al een comité gevormd om geld bijeen te brengen voor een eenvoudig grafmonument.[1] In het comité hadden zitting enkele bestuursleden van de Nederlandse Wielerbond, een sportredacteur van De Telegraaf en de uitgever van “De Fiets”.

Op maandag 20 april werd Piet van Nek vanuit het ouderlijk huis in Amsterdam op de Nieuwe Oosterbegraafplaats begraven. Op de kist lag zijn nationale kampioenstrui en diverse bloemstukken waren aan de baar bevestigd, waaronder die van sportclub Olympia. Na de baar volgden drie ruituigen met nog meer bloemstukken. De belangstelling was enorm.

“Reeds vroeg in den voormiddag stond er een groote menigte menschen in de Van Woustraat, nabij het ouderlijk huis van den gestorvene, perceel 95, hoek St.-Willibrordusstraat. De belangstelling van het Amsterdamsche publiek groeide, naarmate het later werd. ’t Zag er tegen halfelf zwart. Het publiek stond in dichte rijen ter weerszijde van de straat – het middengedeelte van den weg was door een politiemacht onder leiding van den hoofdinspecteur Loos van Amstel, afgezet, - en ook in de Van Woustraat tot nabij de Stadhouderskade, op de Ceintuurbaan en in omliggende straten was ‘t vol van menschen. Politie te paard zorgde er op het drukke punt Ceintuurbaan-hoek Van Woustraat voor, dat het verkeer niet al te zeer gestoord werd. Te elf uur reed de rouwstoet voor.”

Op de begraafplaats werd de lijkkist door leden van Olympia naar het graf gedragen. De publieke belangstelling was ook hier zeer groot. Krantenberichten spreken van vier- tot vijfduizend aanwezigen. Bij het graf werden de tientallen kransen uitgespreid, waarna Dr. Jäger van de Leipziger Sportplätz als eerste het woord nam. Hierna volgden nog enkele andere sprekers, waarna de heer Hesse namens de familie de aanwezigen bedankte.[2]

Grafmonument Piet van Nek op DNO AmsterdamGrafmonument Piet van Nek op DNO Amsterdam

Voor het grafmonument werd intussen volop geld ingezameld, onder andere bij wielerwedstrijden. Eind 1914 had het comité een kleine 900 gulden bijeengebracht.[3] Op 30 juli 1915 werd het grafmonument van zandsteen voor Piet van Nek onthuld door de maker, beeldhouwer C.A. (Kees) Smout. Het monument bestaat uit een grote staande steen met reliëf, een liggende zerk met inscriptie en een eenvoudige omheining met korte pijlers. Smout beeldde Van Nek levensgroot op het reliëf af met zijn stayerfiets, geflankeerd door de figuren Faam en de Dood. Faam is een engelfiguur met vleugels, die een boek vasthoudt met de datum 14 april 1914, de sterfdag van Piet van Nek. Bovenaan de tekst: AAN PIET VAN NEK VAN FAMILIE VRIENDEN EN VEREERDERS. Een dergelijke uitbeelding is volstrekt uniek in Nederland. Jaap Eden is op zijn grafsteen ook uitgebeeld met een fiets, maar dan actief en zonder de begeleidende figuren.

Detail grafmonument Piet van Nek op DNO AmsterdamDetail grafmonument Piet van Nek op DNO Amsterdam

Klaas van Nek jr.

In het graf werd in 1934 Klaas van Nek jr. bijgezet, zoon van Piets broer Klaas van Nek. Hij was met twee andere wielrenners, Sander (Sam) Hoevens en Philip (Flip) Reinders, op zaterdag 15 september 1934 omgekomen bij een botsing met een stoomtram op een onbewaakte overweg te Schoorldam. De vierde inzittende, hun verzorger, werd zwaargewond. In de middag hadden de drie wielrenners hun wedstrijden gereden op de wielerbaan in Leeuwarden. De volgende dag zou Klaas van Nek jr. een wedstrijd rijden in Gouda. Op de terugweg uit Leeuwarden zaten de drie wielrenners op de voorbank en de masseur tussen de koffers en de bloemen op de achterbank. Waarschijnlijk was dat de reden dat hij als enige het ongeluk overleefde.

De auto waarin de wielrenners zaten. (Haagsche Courant 17-09-1934)De auto waarin de wielrenners zaten. (Haagsche Courant 17-09-1934)

Op 20 september kwamen duizenden belangstellenden bijeen op de Nieuwe Oosterbegraafplaats om afscheid te nemen van Klaas van Nek jr. De kist werd gedragen door leden van wielervereniging De Germaan. De jonge Klaas werd begraven in het graf bij zijn oom Piet. Sam Hoevens werd die dag begraven op de Amsterdamse begraafplaats Vredenhof, waar de kist door leden van Olympia naar het graf werd begeleid. Philip Reinders werd onder grote belangstelling begraven op de katholieke begraafplaats in Ulvenhout. De burgemeester van Ginneken en Bavel hield een rede.

De gezinnen van Sam Hoevens en Philip Reinders bleven armlastig achter. Een comité zette zich in om de gezinnen te steunen, onder andere met een benefietwedstrijd twee weken na hun overlijden. Veel wielrenners werkten hieraan mee en 15.000 toeschouwers zamelden 9.000 gulden in. In Zwolle, waar Hoevens trainer was van de in maart van dat jaar geopende Zwolsche Wielerbaan, werd het Sam Hoevens-fonds opgericht. Voor een plaatselijke bakkerij-tentoonstelling maakte een bakker een chocoladetekening van Hoevens. Een collectebus naast de tekening bracht ruim 28 gulden op. Waarschijnlijk is uit de inkomsten ook het grafmonument voor Sam Hoevens betaald. Een bronzen beeld van een wielrenner op een sokkel. Het beeld is na 2004 gestolen, terwijl de oorspronkelijke tekstplaat daarvoor al was vervangen door een exemplaar van marmer. Hoe het grafmonument van Philip Reinders er uit heeft gezien, is niet bekend. Het graf van Philip Reinders is inmiddels geruimd.

De Roosendaalse boekdrukker F. Rombouts bracht een liedtekst uit naar aanleiding van het overlijden van het drietal, zoals dat vroeger vaak gebruikelijk was bij dramatische gebeurtenissen. De tekst werd dan geschreven op een bestaande melodie.

Een wreede ramp komt men alweer hooren,
Een autoramp te vrees’lijk om te zien
Waardoor drie jonge levens gingen verloren,
Wiens naam de sportbroeders veel droefheid bien,
Want immers zij, kommen op d’hoogste ladder,
Der wielersport door ’t gansche land bekend.
Nu liggen zij verpletterd, ja als een fladder,
Verschrikkelijk zoo aan hun levensend.

In februari 1921 werd ook Piet zijn moeder in het graf begraven en de jaren zeventig zijn broer Cornelis en diens vrouw Jantje. Het grafmonument (klasse 2, vak 2, nr. 84) werd in 2004 aangewezen als rijksmonument en is recent door de Werkgroep Het Stenen Archief van DNO gesteld omdat het hoge monument begon te verzakken.

 

Met dank aan Mischa Smeding (DNO)

Noten

[1] De Maasbode 18-04-1914.

[2] Het nieuws van den dag: kleine courant 20-04-1914

[3] Eindhovensch dagblad 10-12-1914

Bronnen

  • Bevolkingsregisters geannexeerde gemeenten, archiefnummer 5008, inventarisnummer 392, Gemeente: Amsterdam - Periode: 1875-1892
  • Rijksmonumentenregister: https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/monumenten/526966
  • Delpher:
    • Motor en rijwielwet, 10 februari 1905
    • Alkmaarsche Courant, ‘Drie bekende wielrenners verongelukt’, 17 september 1934
    • Alkmaarsche Courant, ‘Begrafenis Klaas van Nek jr.’, 20 september 1934
    • Haagsche Courant, ‘Begrafenis Klaas van Nek jr.’, 20 september 1934
    • Haagsche Courant, ‘Benefietwedstrijden in het Stadion’, 25 september 1934
    • Overijsselsch Dagblad, ‘Sam Hoevens-fonds’, 28-09-1934
    • Overijsselsch Dagblad, 31-12-1934
  • Rombouts, “Drie Wielrenners gedood bij Auto-ongeluk” https://resolver.kb.nl/resolve?urn=urn:gvn:KBMI01:LblMoormannL022

Internet

 

Aangepast: 13 maart 2024