Skip to main content

Indonesië - Kerkhof in de Plantentuin (Kebun Raya) van Buitenzorg (Bogor) in West-Java

24 juli 2006

overzicht01{seog:disable}Het mooiste kerkhof dat ik ken ligt in de Plantentuin van Bogor. Wandelend tussen bomen die hier echt de hemel in groeien stuit je ineens op een kleine begraafplaats verscholen in een bamboebos.

Bogor, het vroegere Buitenzorg, was tot eind 1949 de residentie van de Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indie en tegenwoordig de woonplaats van de President van Indonesië. Het witte paleis dateert uit 1856 en verving het buitenverblijf dat Gouverneur-Generaal Van Imhoff er in 1745 had laten aanleggen.

Toen vanaf 1811 de Engelsen het gedurende 5 jaar voor het zeggen hadden op Java, woonde de jonge Luitenant-Gouverneur Thomas Stamford Raffles (1781-1826) er en hij liet enkele Engelse tuinontwerpers overkomen om bij de woning een tuin aan te leggen.

In die Cenotaaf voor Olivia Fancourttuin richtte hij een monumentje op voor zijn eerste echtgenote Olivia Marianne Fancourt die in 1814 overleed en in Batavia werd begraven. Het staat nog steeds aan de ingang van wat uiteindelijk een grote plantentuin van 60 hectare werd.

Toen in 1816 de Engelsen zich moesten terugtrekken en een nieuwe Nederlandse Gouverneur-Generaal (baron van der Capellen) benoemd werd, reisde in zijn kielzog mee de Duitse botanicus Caspar Reinwardt. Hij stichtte de botanische tuin. In 1820 werden er twee Nederlandse ornithologen begraven die vanuit Nederland waren aangekomen om in de tuin te werken, maar al snel na aankomst aan uitputting overleden. Zij heetten Kuhl en van Hasselt en waren de eerste bewoners van het kleine dodendorpje (42 graven) in de tuin. 

Schilderij Saleh (afbeelding Tropenmuseum)

Het kerkhof in 2006

De bekende Indonesische schilder Raden Saleh maakte in 1871 onderstaand schilderij van het kleine kerkhof dat toen al omringd werd door een bamboebosje.

In 1974, ruim een eeuw nadat Raden Saleh er was, fotografeerde ik het kerkhofje voor het eerst. Het ziet er eigenlijk nog net zo uit.

Het kerkhof in 1974Op een recente foto (2006) van het kerkhofje zijn de graven nog goed herkenbaar, al lijkt het wel alsof ze wat in elkaar gedrukt zijn. Ook worden ze heel wat minder goed onderhouden, de zwarte aanslag neemt toe.

Volgens de uitleg bij het schilderij van Raden Saleh zijn erop afgebeeld de graven van Jeannette Antoinette Pietermaat, echtgenote van Mr. Pieter Mijer, Gouverneur-Generaal van 1866-1872 en van Ernestine Geertruida Mijer, echtgenote van Jhr. H. van Raders. 

Het kerkhof in 2006

Op haar grafmonument staat te lezen: "Rustplaats van Vrouwe Jeannette Antoinette Pietermaat - echtgenoote van Mr. Pieter Mijer, geboren den 6den July 1816, ontslapen in den Heer den 8sten april 1870."
En in kleinere letters: "Zalig zijn de dooden, die in de Heer sterven van nu aan. Ja zegt de geest opdat zij rusten mogen van hunne arbeid en hunne werken volgen hen.Openb. 14-Vs.13."

Raden Saleh schilderde niet alleen haar graf, maar ook (in het jaar van haar dood) Jeannette Pietermaat zelf. Volgens het Tropeninstituut dat het schilderij bezit betreft het Madelon Pietermaat, de weduwe van Pieter Mijer, geschilderd in 1870. Maar Pieter overleed pas in 1881 en Jeannette (gestorven in 1870) was zijn enige echtgenote. Deze tekst klopt dus in elk geval niet. Het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie beschrijft dit schilderij als een portret van Jeannette. Dat klopt beter.

Saleh's portret van Jeannette Pietermaat (Afbeelding Tropenmuseum)Ook het tweede graf op Raden Saleh's schilderij is er anno 2006 nog, het is het graf van Ernestine Geertruida Mijer.

De tekst luidt: "Hier rust Ernestine Geertruida Mijer, diep betreurde echtgenoote van Jhr. H. van Raders, geboren den 3 juny 1838, ontslapen in den Heere den 27 February 1867." En in kleinere letters: "Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der Hemelen. Matth.V-Vs.3. Buitenzorg, 25 April 1871". Het klinkt een beetje als een trap-na (was zij zo dom?), maar het zal wel goedbedoeld zijn. Was zij - gezien haar meisjesnaam - familie van Pieter Mijer, die zijn vrouw Jeannette naast haar begroef? Het lijkt niet onwaarschijnlijk, dit kerkhofje was vooral bedoeld voor doden uit de entourage van de Gouverneur-Generaal en de staf van de Plantentuin. De dood was toen altijd dichtbij en kon je op elk moment overvallen. Vooral vrouwen in het kraambed, zoals GG Jan Jacob Rochussen ondervond, die hier in één klap zijn vrouw en dochtertje verloor.

Detail grafmonument voor Elisabeth VincentOp het graf staat: "Hier ligt begraven Elisabeth Charlotte Vincent, echtgenoot van Jan Jacob Rochussen. Zij stierf den 14 augustus 1851 te Buitenzorg aan de gevolgen van hare verlossing van eene bij de geboorte overledene dochter. Het wichtje rust met de moeder in hetzelfde graf en is met haar in den hemel verenigd." Jan Jacob Rochussen was Gouverneur-Generaal van 1845-1851. Op 12 mei 1851 legde hij het werk neer, maar bleef tot 27 september in Indië om zijn opvolger in te werken, staat in de officiële documenten. Dat zijn vrouw hoogzwanger was zal ook wel een rol gespeeld hebben. Elisabeth was 21 toen ze de 30 jaar oudere Rochussen in 1848 trouwde en ze hadden al een dochtertje toen deze tweede zwangerschap haar fataal werd. Zij was zijn tweede vrouw, een "Creoolse" volgens de website van het Nederlands Parlement. Dat klopt, haar familie kwam uit Stabroek in de toenmalige Nederlandse kolonie Demarara (tegenwoordig heet Stabroek Georgetown en is de hoofdstad van Guyana). 

Dochtertje PahudNiet alleen Rochussen verloor hier een kind in de tijd dat hij Gouverneur-Generaal was. Charles Ferdinand Pahud (1856-1861) verloor een (klein?)dochtertje dat slechts anderhalf jaar oud werd. De tekst op de grafplaat luidt: "Margaretha Catharina Elisabeth Pahud, Geb. 16 July 1858 Overl. 21 Januarij 1860 - Gij hebt nu droefheid, maar ik zal u wederzien. Uw hart zal zich verblijden en niemand zal uwe blijdschap wegnemen..Joh:XXVI:28" Pahud's kleinzoon Charles Ferdinand Pahud de Mortanges werd in de 20ste eeuw een bekende ruiter en behaalde in de jaren twintig en dertig vier gouden en één zilveren medaille bij de Olympische Spelen.

Levensberigt in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde

Doodgeboren zoontje van Jean Baud

Pieter Mijer beschijft ook een andere gebeurtenis die tijdens Baud's verblijf in Buitenzorg plaats vond: "[...] te midden der zegeningen van zijn openbaar en bijzonder leven waren BAUD en de leden van zijn gezin bijkans de slagtoffers geworden van eene geweldige aardbeving, welke in den vroegen morgen van den 10 october 1834 te Buitenzorg het sterkst gevoeld werd. Het paleis was er zoodanig door geteisterd, dat het tot den grond moest afgebroken en door een nieuw gebouw vervangen worden. Na zich niet zonder groot levensgevaar een doortogt tusschen de ingestorte en nedervallende balken en muren buiten het paleis gebaand te hebben, begaf BAUD zich met zijne echtgenoote en één kind naar het huis van den Algemeenen Secretaris. [...] Daar het nieuw Hôtel niet zoo spoedig gereed kon zijn dat BAUD het nog zou hebben kunnen betrekken, en hij het verblijf te Buitenzorg boven dat te Batavia verkoos, wees hij den Secretaris eene andere woning aan en liet het huis van dezen eenigzins vergrooten, zoodat het voor zijn gebruik voldoende was. Het ingestorte paleis was in 1744 gesticht door den Gouverneur Generaal VAN IMHOFF, in 1809 vergroot door den Gouverneur Generaal DAENDELS, en in 1818 herbouwd, vergroot en verfraaid door den Gouverneur Generaal VAN DER CAPELLEN."

Pas in 1856, ruim 20 jaar na de aardbeving, kwam het nieuwe paleis klaar. 

Grafmonument voor Ary Prins

Overleden functionarissen

Hier ligt Ary Prins, een jurist die opklom tot Vice-President van de Raad van Nederlandsch Indië en vanuit die hoge functie meermalen waarnemend Gouverneur-Generaal was, bijvoorbeeld als de nieuw-benoemde GG nog niet was gearriveerd.

Prins had zelf GG kunnen worden als hij niet in zijn jonge jaren meegedaan had aan de 'Mei-beweging' in het revolutiejaar 1848, een kortstondige progressief-liberale beweging. De weduwe die hem bejammerde toen hij op 51-jarige leeftijd overleed, was Adriana van der Leeuw, geboren te Padang. Zij was pas 23 toen ze een jaar eerder met Ary trouwde, ze had zijn dochter kunnen zijn.

Gouverneur-Generaal De Eerens. Ook vice-admiraal K.B. van den Bosch, kommandant der Zeemagt in Oost-Indie stierf in het harnas, in 1851. Alhoewel hij in Batavia overleed is zijn lichaam begraven in het bamboebos van de plantentuin.

De meest vooraanstaande bewoner van het kerkhof is Gouverneur-Generaal De Eerens.

Hij was een vechtjas in het leger van Napoleon en bracht het daarna tot Luitenant-Generaal in het leger van het Koninkrijk der Nederlanden. Van 1830 - 1834 was De Eerens minister van oorlog, van 1836 - 1840 Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië.

Naast de al genoemde Elisabeth Charlotte Vincent ligt er nog een Vincent begraven op het kerkhof. Charles Gerard kwam uit een andere tak van dezelfde familie, afkomstig uit wat tegenwoordig Guyana heet.

Grafmonument voor Cornelia EliasHet licht scheefgezakte graf van Cornelia Dorothea Adelheid Elias, geboren Scholten van Aschat, de eerste echtgenote van Burchard Joan Elias die van 1842-1845 Gouverneur van Suriname en Curacao was, na een lange ambtelijke carriere in de Oost, waaronder in Buitenzorg. Kennelijk zijn ze later weer teruggekeerd. Een jaar na de dood van Cornelia trouwde Elias met Lidia Henriette Scholten van Aschat, haar zuster.

Op de kleine dodenakker ligt ook een verdwaalde Engelsman. "Sacred to the memory of Captn J. Drury, R.N. who died on the 1st of march 1835, aged 51. Much regretted by his relatives and friends", staat op het graf. Wie was hij? R.N. zal wel 'Royal Navy' betekenen en Dury is een naam die geregeld voorkomt in de Britse maritieme geschiendenis. In de vertrek- en aankomstlijsten van schepen zie ik een schip Volage.22 dat in 1814 en 1815 onder captain Joseph Dury voer op "Samarang". Het zou hem kunnen zijn.

Grafmonument KostermansEn dan, tenslotte, het jongste graf. Het is van Prof.Dr. André Joseph Guillaume Henry Kostermans, geboren in 1907 in Purworejo en overleden in Bogor in 1994. Hij was als botanist verbonden aan de Kebun Raya en kreeg in 1958 de Indonesische nationaliteit (zijn voornamen veranderde hij toen in Achmad Jahja Gon Hartono). Verschillende planten zijn naar hem vernoemd, zoals de Cryptocarya kostermansiana.

Op zijn verzoek en als teken van waardering van de Indonesische overheid kreeg hij een plekje op deze begraafplaats.

 

 

 

<hr id="system-readmore" />
Aangepast: 06 april 2024