Skip to main content

Toegang tot de dood - Genemuiden

11 december 2011

In de negentiende eeuw werden steeds meer toegangshekken van begraafplaatsen uitgevoerd in smeed- of gietijzer. De ijzergieterijen legden zich toe op een groot pakket aan pijlers en decoratieve elementen die goed bij de smeedijzeren hekwerken pasten. In Genemuiden is daarvan een gaaf voorbeeld te zien.

Toegang tot de oude begraafplaats van Genemuiden

De oude begraafplaats van Genemuiden dateert uit 1828 en werd vermoedelijk rond 1870 uitgebreid. Rond die tijd is de begraafplaats voorzien van een lijkenhuisje en toegangshek. Het huisje in de stijl van de Willem-II gotiek en het hekwerk in een meer eclectische stijl. Het hekwerk bestaat uit twee zware gietijzeren kolommen met daartussen een dubbel smeedijzeren hekwerk. Ter weerszijden van de kolommen sluit een smeedijzeren hekwerk aan dat de begraafplaats afsluit van de straat.

De vierkante kolommen zijn van gietijzer en bevatten aan elke zijde twee blindnissen. Onderin een vierkante en daarboven een langwerpige nis. Daarboven is een rand opgenomen met een soort fries waarop links een plaat met de tekst ‘RUST’ en rechts ‘PLAATS’. De kolommen worden bekroond door gestileerde hoekpalmetten met centraal een ronde palmet met daarin een kruisje. De kolommen krijgen hierdoor de uitstraling van een stoer verdedigingswerk. De hekdelen tussen de kolommen lopen van buiten naar binnen in een boog af naar het midden. Hier is op de sluiting een opvallend ornament aangebracht, namelijk een uil. De uil gold al in het oude Egypte en Indië als dodenvogel. Voor de Grieken was de uil het attribuut van de godin Pallas Athene en daarmee het symbool van haar wijsheid. De christelijke betekenis werd, omdat de uil een nachtdier is, een symbool van degenen die de duisternis liefhebben (ongelovigen, ketters en wereldwijzen) of, omdat de uil kan zien in de duisternis, een symbool van de gelouterde ziel.

De beide hekdelen bestaan verder uit een framewerk van zes lange spijlen, bekroond met een hellebaard-achtige beëindiging. Onderin zijn kortere spijlen geplaatst die net boven een dwarsstaaf uitsteken en voorzien zijn van lelies. Het sluitwerk oogt authentiek maar het slot is gemoderniseerd. Onder het hek ligt een harstenen rand. Achter het hek loopt een middenpad, afgezet met een lage taxushaag met opgesnoeide esdoorns, naar het lijkenhuisje.

Aangepast: 24 april 2018

Nieuw op de website