Skip to main content

De naoorlogse moord op Jacob van Dijk

06 april 2023

In de vroege ochtend van maandag 31 december 1945 werd aan het Halmaheiraplein 3 te Dordrecht een aanslag gepleegd op Jacob van Dijk. Een explosief, waarschijnlijk een handgranaat, werd omstreeks 04.00 uur door zijn openstaande slaapkamerraam naar binnen geslingerd en doodde hem op slag. Zijn (tweede) echtgenote, Geardina (Gea) van Dijk-Prins werd daarbij zwaar aan haar hoofd gewond. Zij herstelde volledig en stierf pas vele jaren later een natuurlijke dood.

Wie was deze Van Dijk, waarom werd hij vermoord en wie was of waren de dader(s)?

Grafmonument Jacob van DijkHet geruimde grafmonument van Jacob van Dijk

Jacob van Dijk, geboren op 8 maart 1889 in Delft, diende tijdens de mobilisatie van 1914-1918 als reserveofficier bij de infanterie. Gedurende het interbellum klom hij langzaam maar zeker op tot de rang van reservemajoor en voerde hij in de meidagen van 1940 het bevel over het 2e bataljon van het 11e Regiment Infanterie. Die eenheid was een frontvak toegewezen in de Grebbelinie nabij Veenendaal. De meningen over zijn betoonde leiderschapskwaliteiten tijdens de korte Mei-oorlog waren niet onverdeeld gunstig. In al in het voor- en najaar van 1940 opgemaakte onderzoeksrapporten werd Van Dijk afgeschilderd als (citaten) ‘besluiteloos’ en ‘een zeer middelmatig officier’ en ‘niet opgewassen tegen de groote spanningen die in den oorlog voorkomen’. Omdat de omstandigheden in die dagen ook voor Van Dijk niet echt hadden meegezeten, werd afgezien van (militair) strafrechtelijke maatregelen.

Groepsfoto van directie en kantoorpersoneel van de Kalkfabriek Van Dijk & Co. aan de Lijnbaan bij het 25-jarig bestaan omstreeks 27 maart 1922. Zittend tweede van rechts Jacob van Dijk.  (Collectie van het Regionaal Archief Dordrecht / Collectie Gemeentelijke Prentverzameling)Groepsfoto van directie en kantoorpersoneel van de Kalkfabriek Van Dijk & Co. aan de Lijnbaan bij het 25-jarig bestaan omstreeks 27 maart 1922. Zittend tweede van rechts Jacob van Dijk. (Collectie van het Regionaal Archief Dordrecht / Collectie Gemeentelijke Prentverzameling)

Het burgerbestaan van Van Dijk toonde een heel ander beeld van de man. In de jaren twintig en dertig had Van Dijk zich ontwikkeld tot succesvol ondernemer. Ten tijde van de Duitse bezetting was hij directeur van de CV Van Dijk en Co. te Dordrecht, een kalk- en kalkzandsteenfabriek. Met veel inzet en op grote schaal leverde zijn bedrijf gedurende de bezettingsjaren bouwmaterialen voor de bunker- en stellingbouw aan de Duitse bezetter. En droeg daarmee ook een voor hem zeer profijtelijk steentje bij aan de aanleg van het Nederlandse deel van de Atlantikwall. Dit werd hem door het verzet zeker niet in dank afgenomen en resulteerde tijdens de oorlog al in een sabotageactie. Op 26 juni 1944 ontplofte in zijn fabriek aan de Lijnbaan één van de autoclaven (verhardingsketels), waarna deze als een raket door de bedrijfshal en enkele belendende woningen vloog en enkele burgerslachtoffers maakte.

Ravage na de ontploffing (Collectie van het Regionaal Archief Dordrecht / Collectie Gemeentelijke Prentverzameling)Ravage na de ontploffing (Collectie van het Regionaal Archief Dordrecht / Collectie Gemeentelijke Prentverzameling)

Kort na de Duitse capitulatie in mei 1945 werd Van Dijk onder grote publieke belangstelling in de boeien geslagen en opgesloten op verdenking van economische collaboratie. Hij zou moeten verschijnen voor een tribunaal van de Bijzondere Rechtspleging. Dat was een nieuwe rechtsvorm die tot doel had al diegenen te berechten die verdacht werden zich tijdens de Duitse bezetting schuldig gemaakt te hebben aan collaboratie, hoogverraad, landverraad en/of oorlogsmisdaden. De nieuwe tribunalen kwamen echter om in het werk. Zo’n 300.000 dossiers werden aangelegd tussen 1945 en 1952.

Maar de overheid bevond zich bij de vervolging van zovelen in een ten dele onmogelijke spagaat. Enerzijds wilde men liefst alle ‘foute’ lieden ter verantwoording roepen, anderzijds moest de door de oorlog zwaar beschadigde infrastructuur van Nederland zo snel mogelijk weer hersteld worden. En voor die wederopbouw waren bouwbedrijven en toeleveranciers nodig, geleid door capabele leidinggevenden. Op last van de procureur-fiscaal, de aanklager in de dossiers voor de Bijzondere Rechtspleging, werd Jacob van Dijk na enkele maanden weer in (voorlopige) vrijheid gesteld.

De vrijlating van Van Dijk stuitte op veel onbegrip onder de Dordtse bevolking en, met name, onder leden van het voormalige Dordtse verzet. Op oudejaarsdag 1945 maakte een aanslag dan ook een eind aan het leven van Jacob van Dijk. Al snel na de moord circuleerden geruchten dat leden van het voormalige verzet betrokken zouden zijn geweest bij de aanslag. Als wraak voor het vermeend slappe overheidsoptreden tegen Van Dijk. Het verzet ontkende echter elke betrokkenheid, alhoewel men aangaf niet te treuren om het voorval. Politie en justitie zijn er nooit in geslaagd enig bewijs te vinden wie voor de aanslag verantwoordelijk is geweest. Na enkele maanden van wat heette ‘intensieve naspeuringen’, werd het onderzoek beëindigd en het dossier definitief gesloten. Meerdere partijen hadden er bovendien belang bij het voorgevallene snel te vergeten.

Detail grafmonument Jacob van Dijk (foto Leon Bok, 2016)Detail grafmonument Jacob van Dijk (foto Leon Bok, 2016)

Jacob van Dijk werd begraven op Essenhof in Dordrecht. In 1991 werd zijn zoon naast hem begraven. Het grafmonument is enkele jaren geleden verwijderd. Op het grafmonument waren naast een fotoportret van Van Dijk in uniform ook enkele medailles aangebracht. Uiterst rechts de civiele versie van de Belgische Kroonorde. De tweede van rechts was het Nederlandse Mobilisatiekruis 1914-1918. Geen officiële onderscheiding van staatswege, maar een herinneringskruis van het ‘Nationaal Comité Herdenking Mobilisatie 1914’. De derde van rechts is uiterst moeilijk te herkennen, maar is, onder voorbehoud, het (Nederlandse) Officierskruis (voor eervolle langdurige dienst) in de krijgsmacht bijgenaamd het ‘Jeneverkruis’. Reserveofficieren kwamen en komen ook voor deze onderscheiding in aanmerking. Het aantal dienstjaren staat in Romeinse cijfers in het midden op de voorzijde. Maar deze zijn op de foto’s niet te ontcijferen. De medaille links betreft de Ridder Leopoldsorde, ook een civiele orde. Die werd na 1908 uitsluitend voor verdiensten in de artistieke, commerciële en/ of industriële wereld toegekend.

Portret Jacob van Dijk (foto Leon Bok, 2016)Portret Jacob van Dijk (foto Leon Bok, 2016)

Van Dijk heeft nimmer een Nederlandse koninklijke onderscheiding toegekend gekregen. Ook komt zijn naam niet voor op de lijst van personen die majesteit op grond van het Zuiveringsbesluit 1945 de onderscheidingen ontnomen heeft.

Op het graf van zijn zoon zijn vier Britse decoraties te zien.

 

Literatuur

  • Luit.-generaal J.J.C.P. Wilson, Vijf Oorlogsdagen En Hun Twintigjarige Voorgeschiedenis, 1960

Bronnen

  • Privé-archief auteur
  • Correspondentie Kanselarij der Nederlandse Orden

Internet

 

Header: Grafmonument Jacob van Dijk, foto Leon Bok 2016

 

Aangepast: 07 maart 2024