De verzwegen graven van de oorlog

Vanaf begin 1943 pleegden Nederlandse verzetsstrijders een reeks van aanslagen op verschillende collaborateurs. Het eerste kopstuk dat doel werd van deze acties was de bevelhebber van het Nederlandse Vrijwilligerslegioen, luitenant-generaal H.A. Seyffardt.

{seog:disable}Op 11 september 1933 besloot Fake Krist lid te worden van de Nationaal-Socialistische Beweging, de NSB, een organisatie die al voor de oorlog sympathiseerde
met de Nazi's en gedurende de oorlogsjaren collaboreerde met de Duitse bezetter. Het besluit om van de NSB lid te worden zou een fatale wending aan zijn leven geven. En erg genoeg niet alleen aan zijn leven. Vele joden en verzetsmensen werden in de oorlogsjaren door zijn toedoen opgepakt, vastgezet en vaak ter dood gebracht.
Krist werd op 1 januari 1904 in Beilen (Dr.) geboren. Rond de twintiger jaren werkte hij bij de marechaussee in Beverwijk gevolgd door 3 jaar bij de halpolitie van het Staatsvissershavenbedrijf in IJmuiden. In augustus 1932 stapte hij over naar de gemeentepolitie in Haarlem waar hij op het bureau aan de Smedestraat werkzaam was. Kort nadat hij in Haarlem was komen werken overleed op 23-jarige leeftijd zijn vrouw Neeltje Spreij. Zij werd op 15 september 1932 op de de Algemene Begraafplaats aan de Kleverlaan in Haarlem begraven waarna op 22 oktober 1932 een grafsteen met haar naam werd geplaatst.

Ruim zestig jaar na de Tweede Wereldoorlog is het aantal monumenten dat symbolen van die tijd met zich meedraagt nog maar spaarzaam. Veel grafmonumenten zijn verdwenen. Maar het blijkt dat de getoonde symboliek niet altijd het verhaal vertelt wat je zou verwachten. Zo ook niet bij het grafmonument van Wilhelm Rudolph Aalbers, overleden in het oorlogsjaar 1942.
Wilhelm Rudolph Aalbers werd op 23 mei 1875 geboren in het toenmalige Karlshafen (D) Als kind van een Nederlandse vader en een Duitse moeder groeide Aalbers op in Karlshafen en ging er naar school. Hij werkte in verschillende bierbrouwerijen en volgde een aantal opleidingen in München. Ondanks dat Aalbers in Duitsland geboren was, bezat hij de Nederlandse nationaliteit. In 1914 vertrok hij daarom naar Nederland om zijn dienstplicht te vervullen. Hij werd echter afgekeurd vanwege zijn lengte. In plaats van terug te keren naar Duitsland ging Aalbers werken in een bierbrouwerij in Leiden. Via Vlissingen kwam hij uiteindelijk in het Gelderse Tricht terecht. Daar ging hij werken als brouwmeester bij de bierbrouwerij Fortuna. De Eerste Wereldoorlog veroorzaakte echter een schaarste aan grondstoffen en de eigenaar van de brouwerij, Smits, zag zich genoodzaakt de brouwerij te sluiten. Aalbers nam een deel van de apparatuur over en kocht een voormalige boerderij aan de Meersteeg 5 in Tricht. Omdat bierbrouwen niet meer rendabel was begon hij hier een bottelarij en limonadefabriek. In die tijd leerde Aalbers de onderwijzeres Dirkje Hendrika van Erkom kennen en op 30 oktober 1919 traden ze in het huwelijk. Dirkje deed vanaf dat moment de boekhouding van het bedrijf. Op 25 mei 1921 werd hun dochter Helene Amalia geboren.

Naam | Nat. | Sententie | Gefusilleerd | Executie |
Albrecht, Wilhelm Artur | Dui. | 31-01-1949 | Den Haag | 21-03-1952 |
Bartelsman, Hermanus P.M. | Ned. | 18-03-1946 | Amsterdam | 06-03-1947 |
Berendsen, Johannes | Ned. | 25-03-1946 | Vught | 02-05-1947 |
Blokzijl, Martinus H.L.W. | Ned. | 25-09-1945 | Den Haag | 16-03-1946 |
Berg, Karl P. | Dui. | 14-12-1948 | Amsterdam | 21-11-1949 |
Boogaard, Jan | Ned. | 26-07-1946 | Amsterdam | 01-03-1947 |
Bouman, Oomke | Ned. | 28-04-1947 | Groningen | 12-02-1949 |
Driehuis, Joannes H.A.M. | Ned. | 03-06-1946 | Vught | 20-06-1947 |
Van Droffelaar, Sander | Ned. | 09-12-1948 | Groningen | 16-11-1949 |
Drost, Evert C. | Ned. | 25-10-1948 | Groningen | 28-07-1949 |
Van Dijk, Anna | Ned. | 10-03-1947 | Amsterdam | 14-01-1948 |
Eijkelboom, Dirk | Ned. | 27-04-1947 | Amsterdam | 06-07-1948 |
Faber, Pieter J. | Ned. | 09-06-1947 | Groningen | 10-07-1948 |
Feenstra, Jacob E. | Ned. | 22-02-1946 | Arnhem | 09-08-1946 |
Ganzevles, Gerardus J.H. | Ned. | 17-06-1946 | Amsterdam | 05-02-1947 |
Gerrits, Petrus J. | Ned. | 26-02-1946 | Vught | 29-05-1947 |
Harrebomée, Abraham | Ned. | 20-01-1947 | Amsterdam | 03-05-1947 |
Heinemann, Ludwig | Dui. | 10-12-1946 | Arnhem | 10-02-1947 |
Herdtmann, Julius | Ned. | 15-12-1949 | Amsterdam | 26-01-1951 |
Jansen, Marinus | Ned. | 21-11-1947 | Arnhem | 11-02-1949 |
Kaper, Abraham | Ned. | 11-10-1948 | Groningen | 29-06-1949 |
Kaptein, Cornelis J. | Ned. | 06-04-1948 | Den Haag | 21-07-1949 |
Koot, F.W. | Ned. | 24-11-1949 | ||
Kuiper, Maarten | Ned. | 06-12-1947 | Amsterdam | 30-08-1948 |
Lamberts, Jan | Ned. | 09-12-1948 | Groningen | 16-11-1949 |
Lehnhoff, Robert W. | Dui. | 30-05-1949 | Groningen | 27-07-1950 |
Meijer, Frederik H. | Ned. | 18-03-1946 | Amsterdam | 28-03-1947 |
Mollis, Wouter C. | Ned. | 12-07-1947 | Amsterdam | 04-02-1949 |
Mussert, Anton A. | Ned. | 12-12-1945 | Den Haag | 07-05-1946 |
Pieters, Andreas J. | Ned. | 25-06-1949 | Den Haag | 21-03-1952 |
Rauter, Hanns A. | Dui. | 04-05-1948 | Den Haag | 25-03-1949 |
Ridderhof, Matthijs A. | Ned. | 14-10-1946 | Amsterdam | 01-03-1947 |
Rollema, Geerard | Ned. | 13-02-1946 | Vught | 06-02-1947 |
Sanner, Gerrit H. | Ned. | 05-09-1946 | Groningen | 01-05-1947 |
Schaap, Pieter | Ned. | 18-10-1948 | Groningen | 29-06-1949 |
Suykerbuyk, Jacobus | Ned. | 22-10-1947 | Vught | 23-03-1949 |
Verwayen, Hendrikus W. | Ned. | 19-07-1947 | Den Haag | 26-06-1947 |
Van der Waals, Antonius | Ned. | 05-07-1948 | Den Haag | 26-01-1950 |
Van der Weiden, Tjeerd | Ned. | 07-10-1946 | Amsterdam | 06-06-1947 |
Wichers, Pieter | Ned. | 08-07-1946 | Groningen | 02-06-1947 |
Met dank aan Richard Schoutissen

Na de oorlog werden door het Bijzonder Gerechtshof te Leeuwarden verschillende mensen ter dood veroordeeld voor misdaden begaan tijdens de oorlogsjaren. Voor zover bekend zijn diegenen die ook daadwerkelijk zijn gefusilleerd allen terecht gesteld op het terrein van de voormalige kazerne aan de Hereweg in Groningen. Waar bij de meesten van hen de laatste rustplaats al jaren door een zweem van geheimzinnigheid wordt omgeven, was van in ieder geval één van hen, Oomke Bouman, een aanwijsbaar graf met grafmonument bekend.

Na de executies van Max Blokzijl en Anton Mussert werden beide mannen begraven in een massagraf op de Algemene begraafplaats aan de Kerkhoflaan in Den Haag. Eerder al waren Meinoud Rost van Tonningen en Robert van Genechten in hetzelfde massagraf begraven. Rost van Tonningen pleegde zelfmoord in de strafgevangenis, nog voor het tot een proces was gekomen. Hij stierf op 6 juni 1945. Robert van Genechten werd na een proces ter dood veroordeeld, maar pleegde zelfmoord. Dat deed hij op 13 december 1945, de dag nadat hij had gehoord dat Mussert ter dood was veroordeeld. Robert van Genechten zou in 1958 herbegraven worden in Utrecht. De beenderen van Anton Mussert zouden eindigen in een knekelput, tenminste volgens de officiële lezing. Wat gebeurde er met de resten van Meinoud Rost van Tonningen?

Anton Mussert, voorheen een begenadigd ingenieur, was van 1931 tot 1945 de leider van de Nationaal Socialistische Beweging, de NSB. Deze organisatie had hij in 1931 samen met Cornelis van Geelkerken opgericht. Aanvankelijk was de NSB eerder een algemeen-fascistische dan een nationaal-socialistische organisatie. Na 1936 radicaliseerde Mussert met zijn NSB door de nazi-invloeden die hij onderging.

Robert van Genechten was bij leven een controversieel persoon. De tot Nederlander genaturaliseerde Belg ontvluchtte zijn vaderland en pleegde bijna twintig jaar later in een Nederlandse cel zelfmoord. Hiermee voltrok hij zelf zijn doodvonnis. Van Genechten kreeg een laatste rustplaats in een massagraf waarin onder andere ook Anton Mussert en Max Blokzijl werden begraven. Als een van de weinige ter dood veroordeelde oorlogsmisdadigers zou Van Genechten later alsnog een herkenbaar eigen graf krijgen. Van de meeste geëxecuteerde oorlogsmisdadigers zijn de graven in de loop der jaren geruimd. Veelal werden ze begraven in een anoniem graf, zonder grafteken, dat na verloop van tijd werd geruimd. Slechts enkelen kregen alsnog een eigen graf, al dan niet met grafmonument. Zo is van Robert van Genechten als een van de weinige ter dood veroordeelde oorlogsmisdadigers nog een bestaand graf bekend. [1]

Gedurende de Tweede Wereldoorlog kwamen in Nederland duizenden mensen om het leven: verzetsmensen en militairen, Joden en andere vervolgde bevolkingsgroepen, neergestorte geallieerde piloten, maar vooral ook vele onschuldige burgers. Op deze website wil Stichting Dodenakkers.nl respect tonen aan de slachtoffers van de oorlog door vanuit verschillende invalshoeken hun verhaal te vertellen. Nu er steeds minder mensen over zijn die de Tweede Wereldoorlog zelf hebben meegemaakt en daar over kunnen verhalen, wordt het steeds belangrijker om hun verhaal vast te leggen.
Gezien het thema van de website ligt de nadruk hier vanzelfsprekend op de dood, veelal de omstandigheden waaronder iemand om het leven is gekomen en de gebeurtenissen die daartoe hebben geleid. Juist die omstandigheden en gebeurtenissen zijn een illustratie van de verschrikkingen van een oorlog.
Oorlogsgraven maken een belangrijk onderdeel uit van het Nederlandse funeraire landschap. Maar dat landschap is bij nadere beschouwing breder dan menigeen in eerste instantie vaak zal bedenken. Tegenover de 'goeden' stonden meestal de 'fouten', beide zijn rekbare begrippen. Tot nu toe is relatief weinig aandacht besteedt aan de graven van 'foute' Nederlanders; zowel de graven van oorlogsmisdadigers als van collaborateurs, maar ook die van Duitse gevallenen in Nederland zijn nauwelijks beschreven. Zo is de grootste, en tegelijkertijd meest onbekende, oorlogsbegraafplaats in Nederland geen Nederlands, Brits of Amerikaans ereveld, maar een Duits 'Friedhof', waar meer dan 30.000 Duitse slachtoffers van de oorlog begraven liggen. Onder hen vele collaborerende Nederlanders, maar ook tientallen die stierven in Duitse krijgsdienst.
Slachtoffers van de oorlog, zo zouden ze benaderd moeten worden. 'Goed' of 'fout', verzetsheld of NSB-er, Nederlander of Duitser. Allemaal zijn ze slachtoffer geworden van de donkerste kant van de menselijke ziel waarin een mensenleven geen betekenis meer lijkt te hebben.
Feit is dat er naast de Duitse oorlogsbegraafplaats in Ysselsteyn nog maar nauwelijks graven en grafmonumenten van overleden NSB-ers en oorlogsmisdadigers te vinden zijn in Nederland. Nabestaanden werden vaak liever niet herinnerd aan het oorlogsverleden van hun geliefde en graven werden als gevolg hiervan geruimd bij het verlopen van de grafrechten. Omstreden grafsymboliek werd soms al veel eerder verwijderd. Geëxecuteerde oorlogsmisdadigers kregen meestal een algemeen graf, dat na verloop van tijd werd geruimd. Slechts zelden werd toestemming gegeven het lichaam alsnog in een familiegraf te begraven, soms ook omdat autoriteiten bang waren voor het ontstaan van 'bedevaartsplekken'.
Het is belangrijk om te leren van de geschiedenis en het verleden niet dood te zwijgen. Alleen als we beide kanten van de geschiedenis laten zien, ontstaat er een context waarin we een verhaal kunnen plaatsen. Primair gaat het de stichting daarbij om het funeraire aspect, d.w.z. de dood en de omstandigheden, de begrafenis en het graf van de beschreven persoon.
Een inventarisatie van nog bestaande grafmonumenten, in het bijzonder die met 'foute' symboliek is lastig, maar wordt ook niet voor het eerst gedaan. Meestal springen de media gretig en sensatiebelust in op pogingen dit erfgoed onder de aandacht te brengen. Daarbij wordt het historische en culturele aspect vaak al snel uit het oog verloren. Een voorzichtige schatting anno 2011 zou een twintigtal grafmonumenten met nog aanwezige specifieke symboliek opleveren. Grafmonumenten zonder deze symboliek zijn groter in aantal, maar de namen zijn veelal vergeten, anders wel ver weggestopt in een hoekje van ons collectieve geheugen. Als er nog graven bestaan, zijn ze voor de meeste mensen onbekend.
Deze aanzet tot een inventarisatie heeft niet de intentie om oude wonden te openen of een bepaald gedachtegoed te verheerlijken. Met respect voor zowel slachtoffers als nabestaanden wil de stichting aandacht besteden aan een klein, maar uniek aspect van het Nederlandse funeraire landschap: NSB-graven en graven van Nederlandse oorlogsmisdadigers. (2009-2011)

{seog:disable}Vanaf juni 1940 waren geüniformeerde leden van de NSB, waaronder veel leden van de WA (Weerbaarheidsafdeling), vrijwel dagelijks betrokken bij ongeregeldheden die ontstonden tijdens of na afloop van marsen en demonstraties. Soms was alleen al het verschijnen van de zwartgeüniformeerde WA-leden genoeg om een vechtpartij te doen ontstaan.