Skip to main content

Snakkerburen - Drenkelingenbegraafplaats

10 januari 2010

 

Snakkerburen is een streek langs de Dokkumer Ee, ten noorden van Leeuwarden. Tot 1944 viel de buurtschap onder de gemeente Leeuwarderadeel. Kerkelijk gezien behoorde Snakkerburen tot het dorp Lekkum.

Door de snelle expansie van de nabijgelegen stad Leeuwarden en de handige ligging van Snakkerburen langs het water, telde de buurtschap vanaf ongeveer 1750 tot ver in de 20e eeuw echter meer inwoners dan Lekkum. Vandaag de dag is de situatie weer omgedraaid en heeft Lekkum tweemaal zoveel inwoners als Snakkerburen dat bij de laatste telling 220 inwoners telde.

De verbinding tussen Lekkum en Snakkerburen werd vanoudsher gevormd door een ongeplaveid pad (in het Fries "Modderreed"). Sinds geruime tijd heet dit pad Oan 'e Dyk. Waar dit modderpad vanuit Lekkum op Snakkerburen uitkwam, op de kruising met het Pollepaed, werd in 1873 door de gemeente Leeuwarderadeel een openbare begraafplaats gesticht. Deze kleine begraafplaats bood plaats aan 296 graven. De begraafplaats werd aangelegd op grond die behoorde tot de zogenaamde 'schoollanden'. Dit waren weilanden in eigendom van de school te Lekkum, welke een belangrijke bron van inkomsten vormden voor de hoofdonderwijzer. In 1873 verkocht de toenmalige hoofdonderwijzer Jan Marinus Wildeboer deze weilanden aan de gemeente. Hij kreeg er een jaarlijkse vergoeding van 25,- gulden voor wat in die tijd een enorm bedrag was. Een gedeelte van de grond werd bestemd voor de dodenakker.

Zicht op de begraafplaats vanaf het pad Oan 'e DykOmdat alle bewoners van Lekkum en het gebied daarom heen, begraven wilden worden op het kerkhof te Lekkum, bleef de begraafplaats te Snakkerburen leeg. De reden dat men in Lekkum begraven wilde worden, is te wijten aan het feit dat de kerk in Lekkum stond. Daarom werd de begraafplaats in Snakkerburen uiteindelijk bestemd voor het begraven van doden waarvan men de identiteit niet kon vaststellen. Het aantal personen dat uiteindelijk op de begraafplaats van Snakkerburen ter aarde werd besteld is niet met zekerheid bekend. Er is sprake van dat in de perioden 1900/1910 de eerste personen hier zijn begraven. Dit waren twee volwassen drenkelingen en een pasgeboren, verdronken kind. Een van deze personen zou zijn verdronken in de Bonkevaart, een zijtak van de Dokkumer Ee.

Meint Span, een voormalige doodgraver uit Lekkum, vertelde dat als je op de begraafplaats drie steken diep in de grond zat, het water je over de klompen liep. De doodskisten kantelden in het water van de verse graven. Dit was er de oorzaak van dat de bewoners van Snakkerburen zeiden "De minsken fersüpe der twa kear" (de mensen verdrinken er twee maal). Verder zouden te Snakkerburen in 1916 of 1917 twee Belgische vrouwen zijn begraven waarvan gezegd werd dat ze aan de pest waren overleden. Ze lagen met hun schip in de Dokkumer Ee bij Snakkerburen / Lekkum, omdat ze Leeuwarden niet binnen mochten varen. Uit de archieven blijkt echter dat er met zekerheid drie personen ter aarde zijn besteld. De eerste was het drie-jarige dochtertje van een schipper welke overleed aan de pokken. De tweede begrafenis vond plaats in 1924 en betrof een volwassen drenkeling. De laatste ter aarde bestelling vond plaats in 1933 en betrof iemand die zelfmoord had gepleegd door onder een trein te springen. Volgens de, toen 82 jarige, doodgraver Meint Span in gesprek met een journalist van de Leeuwarder Courant in 1949, was de eerste die hier werd begraven een drenkeling uit De Bonke. Als tweede werd een onbekende drenkeling begraven, en als laatste een pasgeboren verdronken kind. Op deze begraafplaats staan helaas geen grafstenen, zodat het totaal aantal begraven personen voorlopig wel onbekend zal blijven. Op de begraafplaats staan wel 28 genummerde betonnen paaltjes.

Zicht op de begraafplaatsIn de periode 1940/1945 werden de lindebomen rond de begraafplaats gekapt. Toen in 1944 een groot deel van de gemeente Leeuwarderadeel bij de Gemeente Leeuwarden werd ingedeeld, (waaronder ook het dorp Lekkum met Snakkerburen) werd de begraafplaats overbodig, omdat Leeuwarden zelf al twee algemene begraafplaatsen had. De gemeente Leeuwarden betaalde daarna ter compensatie jaarlijks 25,- gulden aan de kerkvoogdij van Lekkum. In 1949 stond er nog een lijkenhuisje op de begraafplaats waarin nog een lijkbaar stond. Het lijkenhuisje verkeerde toen al in een slechte staat. Er zat een gat in de achtergevel waardoor men zo naar binnen kon lopen. Kort na 1949 is het huisje gesloopt. Het grondgebied van de begraafplaats te Snakkerburen werd nadien verhuurd als weiland. Daarom wordt ook wel aangenomen dat de linden rond de dodenakker zijn gekapt door de nieuwe huurder van het terrein omdat de bomen slecht zouden zijn voor het gras. Niet lang daarna bestonden er korte tijd plannen om op dit terrein te gaan bouwen, het is echter bij plannen gebleven.

Het in de vijftiger jaren aangebrachte toegangshek.Om de voormalige begraafplaats te kunnen onderscheiden van het omringende weiland werden er daarna weer lindebomen geplaatst. De toegang werd afgesloten door een hekwerk.

Op 25 augustus 1975 werd Snakkerburen, welke tot deze datum behoorde bij het dorp Lekkum, door de gemeente Leeuwarden tot aparte buurtschap verheven. Ter gelegenheid van de Open Monumentendag van 1996 werd het hekwerk gerestaureerd.

 

Literatuur

  • Laan, Leo van der en Klaas Zandberg (red.), Langs Dokkumer Ee, tussen Bonke en Ake : monumenten in en rond Lekkum, Miedum en Snakkerburen, uitgave Open Monumentendag 1996, Leeuwarden
  • Leij, Jan v.d., Yn fûgelflecht / [samenst.: red. dorpsblad] "De Kobbeflecht", Lekkum 1986.
  • Zandberg, Klaas (eindredactie), 'Hier wordt U, voor gij sterft, een lusthof aangeboden'. Begraven en begraafplaatsen, uitgave Open Monumentendag 11 september 1999, Leeuwarden
  • Een toekomst voor Snakkerburen. Stichting Snakkerburen.
  • Dure doden zonder steen. Leeuwarder Courant, 12-08-1949.

 

Internet

 

 

Aangepast: 27 december 2020

Nieuw op de website