Skip to main content

Joure - Bij het graf van een Pauselijke Zouaaf

22 juli 2009

 

Het bezoek, dat Paus Johannes Paulus II in 1985 bracht aan Nederland, wekte niet dat enthousiasme, dat de oproep van Paus Pius IX in de 19e eeuw wel deed. Hij vroeg toen jonge mannen de Kerkelijke Staat te komen verdedigen. Met name onder de Nederlandse katholieken was het enthousiasme groot. Dat bleek wel uit het contingent Nederlanders in het regiment der zogenaamde Zouaven. Dat contingent telde ruim 3000 man.

 

De Kerkelijke Staat

Om iets te begrijpen van de Kerkelijke Staat moeten we terug in de geschiedenis. In de 8e eeuw hebben de moslims een deel van Spanje in handen en is de rest van Europa uiteengevallen in drie machtsblokken. Het Oost-Romeinse rijk (Byzantium) met Constantinopel als hoofdstad omvatte Turkije, grote delen van de Balkan, Ravenna, Rome, Zuid-Italië en Sicilië.

Het Frankische rijk omvatte een groot deel van Frankrijk, België, Nederland tot de Rijn en een deel van Duitsland. De Longobarden bezaten Noord- en Midden-Italië en sloten als het ware Rome, waar de Paus zetelde, in. Waren de Pausen tot 715 Byzantijnen, omdat zij Grieks spraken en dat aanzien gaf, in dat jaar werd een Romein tot Paus gekozen: Gregorius II (715-731). Tussen hem en de Byzantijnse keizer rees een conflict over de ikonenverering, een conflict, dat met het oprukken van de Longobarden de Paus deed besluiten zijn heil te zoeken bij de Franken. In 722 ging de Paus een verbond aan met Karel Martel, hofmeier van de Frankische koningen. Deze redde in 732 in de slag bij Poitiers het Westen van de opdringende Islam.
Paus Gregorius II was inmiddels opgevolgd door Paus Gregorius III (731-741). Onder het Pontificaat van diens opvolger, Zacharias (741-752), werd de zoon van Karel Martel, Pippijn III, door Bonifatius tot koning gezalfd. Door Paus Stefanus II (752-757) werd Pippijn's hulp ingeroepen tegen de Longobarden, die een eerder gesloten vrede met Rome hadden verbroken. In een paar veldtochten (in 754 en in 756) werden ze onderworpen en gedwongen het veroverde gebied af te staan aan de Paus. Voorzien van een oorkonde, waarin het gebied voor eeuwig werd geschonken aan de Heilige Petrus en aan de Romeinse kerk, betekende dit een officiële toewijzing aan de Paus van wereldlijk gebied. De Kerkelijke Staat, ook wel het Patrimonium Petri genoemd, was een feit geworden.

 

De verdediging van het Patrimonium Petri

Zouaaf door Van GoghIn de volgende eeuwen zijn er wat de Kerkelijke Staat betreft wel wat verschuivingen van grenzen geweest, maar de 19e eeuw betekent het einde van de Kerkelijke Staat. Bij het verdrag van Wenen in 1815, waarbij de staatkundige kaart van Europa ingrijpend is veranderd, bleef het bestaan van de Kerkelijke Staat nog gewaarborgd. Toch zou het niet mogelijk blijken het streven naar eenheid in Italië tegen te gaan. Een streven, dat de doodsteek zou betekenen voor de Kerkelijke Staat. Van alle kanten werd de toenmalige Paus Pius IX in het nauw gebracht. Zijn roep om interventie van de grote mogendheden haalde weinig uit. Alleen Frankrijk kwam te hulp.
Om het Patrimonium Petri, de Kerkelijke Staat, te verdedigen werd een oproep gedaan aan Katholieke jonge mannen om zich hiervoor beschikbaar te stellen. Een regiment van Pauselijke Zouaven werd opgericht onder bevel van een Franse generaal. zouaaf1Zouaven werden ze genoemd naar een stam uit Algiers, die zich aan de Fransen hadden onderworpen en een keurkorps in het Franse leger waren geworden.

De Nederlandse Zouaven hadden Oudenbosch in Brabant als verzamel- en vertrekpunt. Het is een hopeloze strijd geworden, waarbij veel Zouaven het leven lieten. In 1870 werd de Porta Pia gebombardeerd, moest de Paus capituleren en werd op het Capitool een streep Graf Johannes Hylkemagehaald door de wereldlijke heerschappij van de Paus. De Kerkelijke Staat in z'n toenmalige verschijningsvorm had opgehouden te bestaan. De Zouaven vertrokken van Italiaanse bodem. De Paus zelf beschouwde zich vanaf dat moment als "de gevangene van het Vaticaan". Deze situatie duurde tot 1929, toen Pius IX met Mussolini de Lateraanse Verdragen zou tekenen. Hoezeer de Zouaven binnen de eigen kring hoog aanzien genoten, hun terugkeer betekende geen betere sociale en maatschappelijke positie.

Monument Sint NicolaasgaBij het graf van Johannes Hylkema op de begraafplaats van Joure-Westermeer, gedenken we de onbaatzuchtige edelmoedigheid en grote geestdrift van zovelen, van wie een aantal niet terugkeerde uit een hopeloze strijd.

Ter herinnering aan de Zouaven uit Friesland werd op de rooms-katholieke begraafplaats van Sint Nicolaasga een monument opgericht, waarop we ook de naam van Hylkema tegenkomen. (2003-2004)

 

Literatuur

  • Hans Kühner, Geschiedenis der Pausen; Prisma-boeken (Utrecht, 1962)
  • Robrecht Boudens, Momentopnamen uit de geschiedenis van de katholieke kerk; Kok (Kampen, 1987)
  • Dr. Karl Ploetz, Kalender der wereldgeschiedenis, Prisma-boeken; (Utrecht, 1962)

 

 

Internet

 

 

 

 

Aangepast: 10 januari 2022