Skip to main content

Spijk - Gemeentelijke begraafplaats

10 januari 2010

 

Veel gemeentelijke begraafplaatsen zijn aangelegd in de negentiende eeuw en werden later uitgebreid. Ze lagen destijds buiten de bebouwde kom maar zijn inmiddels in veel gevallen omringd door woonwijken. Vaak zijn ze alweer gesloten of in sommige gevallen zelfs alweer verdwenen. In de twintigste eeuw werden begraafplaatsen op andere wijze aangelegd, op andere locaties en met het idee dat er meer te beleven moest zijn dan alleen de dood. Dat dit idee niet verdwenen is, bewijst één van de laatste nieuw aangelegde begraafplaatsen in Nederland. Bij het Gelderse dorpje Spijk in de huidige gemeente West Betuwe werd op 3 september 2004 een nieuwe gemeentelijke begraafplaats geopend.

Opdracht voor de nieuwe begraafplaats

Ingang begraafplaatsSpijk is een dijkdorp met ongeveer 800 inwoners. Het dorp strekt zich uit langs de Lingedijk en van oudsher werd er begraven op het kerkhof bij de Hervormde kerk. Ondanks dat er maar enkele begravingen per jaar plaatsvinden, dreigde het kerkhof vol te raken. Het gemeentebestuur besloot daarop een nieuwe begraafplaats te laten ontwerpen. Deze moest plaats bieden aan 360 graven van twee diep, 21 kindergraven, 44 urnengraven en een veld voor asverstrooiing. Het eerste ontwerp met de bekende haagjes en kaarsrechte paden voldeed niet helemaal aan de verwachtingen, ondanks dat er behoorlijk op de centen was gelet. Via de gemeentelijke kunstcommissie kwam men op het idee om de begraafplaats te laten ontwerpen als kunstopdracht. Via de Stichting Kunst Openbare Ruimte (SKOR) werden drie kunstenaars aangetrokken: Mike Tyler, Ronald van Tienhoven en Louwrien Wijers. Alle drie hadden ervaring met het vormgeven van ideeën ten aanzien van het landschap. Burgemeester en wethouders van de toenmalige gemeente Lingewaal wilden wat bijzonders, aansluitend bij de culturele en botanische waarden die eigen zijn aan oude kerkhoven. Dat deze eisen en de inzet van kunstenaars het hele kostenplaatje wat hoger zouden doen uitvallen was duidelijk. Dankzij de SKOR en de provincie Gelderland konden de extra kosten gedekt worden. De provincie zag het project als voorbeeld en wil in de toekomst meer van dit soort begraafplaatsen realiseren.

Het ontwerp

De kunstenaars namen als uitgangspunt een begraafplaats te maken als een omsloten tuin; een hortus conclusus. Geen gemakkelijke opgave, mede omdat het terrein waar de begraafplaats moest komen gewoon een weiland was. Voor de relatief kleine ruimte, ongeveer 60 bij 50 meter, kwamen de kunstenaars met het idee van 'open omslotenheid'. Die omslotenheid manifesteert zich aan alle zijden, behalve aan de oostkant. Daar bedacht men een open zijde die uitzicht geeft over het omliggende landschap tot aan de horizon. De beslotenheid werd verkregen door de ruimte te omheinen met vlechthekken en muurelementen opgetrokken uit leem.

De muur aan de noordzijde fungeert als urnenmuur en die aan de zuidzijde kan gebruikt worden als herdenkingsmuur. Voor leem is gekozen omdat het een natuurlijk materiaal is, kan worden hergebruikt en bovendien ter plekke kon worden aangemaakt en 'gemetseld'. De muren zijn als het ware gebeeldhouwd uit aarde. De entree van de begraafplaats wordt gevormd door twee massief ogende muurelementen met daartussen een eenvoudig ijzeren hekwerk. Aan de voorzijde is voldoende parkeerruimte gecreëerd die tevens als buffer tussen de doorgaande weg en de begraafplaats dient. Links van de ingang is een kleine aula en materialenbergplaats gebouwd. Hier kunnen bezoekers ook water halen en zo nodig even beschut zitten op een bankje. Het rechthoekige gebouwtje heeft een afgeschuind dak en aan de zijde van de begraafplaats is een hoek vrijgelaten zodat hier schuilruimte is gecreëerd. Het gebouw oogt eenvoudig en is opgetrokken van baksteen. Mettertijd zal aan de straatzijde de gevel begroeid raken met klimplanten.

Het dienstgebouw met daarin een kleine aula en materiaalberging.Een van de meest in het oog lopende elementen van de begraafplaats is het hoogteverschil. Het terrein wordt in vieren gedeeld door een scheef kruis, een zogenaamd Malevich-kruis (naar de Russische kunstenaar die beroemd werd om zijn abstracte werken). De vier kavels die zo ontstonden zijn ongeveer een halve meter verhoogd. Vanaf de entree loopt het middenpad geleidelijk omlaag naar het midden en wordt het een holle weg. De paden zijn bedekt met grind en de zijkanten worden bedekt met bloeiende bodembedekkers. De kavels zijn vervolgens onderverdeeld in stroken grafvelden die van elkaar gescheiden worden door gemaaide graspaden. Gezien het aantal mensen wat hier jaarlijks begraven zal worden, gemiddeld zo een acht per jaar, zal de begraafplaats lange tijd leeg blijven. De kunstenaar hebben bedacht om de tussentijd de grafvelden in te zaaien met een eenjarig bloemenmengsel aangevuld met lichtbloeiende bolgewassen. Op die wijze valt er van de plek te genieten als een tuin. Op willekeurige plekken kunnen de stroken onderbroken worden door een nieuw graf te delven. De keuze aan beplanting moet over een aantal jaren zorgen voor een aparte plek met een paradijselijk karakter, zo althans bedoelen de ontwerpers het. Er is gekozen voor veel bloeiende planten en struiken die door de verschillende jaargetijden heen bloemen dragen.

In gebruik

Overzicht vanaf het centrum van de begraafplaats. Via trapjes kunnen de grafvelden bereikt worden.Toen de begraafplaats nog niet in gebruik was, oogde het ontwerp nog niet veelbelovend. Het kruispunt in het midden stond na een flinke regenbui geheel onder water omdat de afvoer het water niet aankon en het groen had nog weinig om het lijf. Toch kan deze nieuwe begraafplaats in meerdere opzichten een geslaagd project worden genoemd. Het lef om te kiezen voor een dergelijk concept waarbij een groene ruimte een bredere functie heeft gekregen dan slechts begraven, is uniek te noemen op zo'n schaal. Doordat de bewoners van Spijk al in een vroege fase over het project geïnformeerd werden, kon een breed draagvlak worden gecreëerd. Dat draagvlak kon verder uitgroeien door voor de aanleg gebruik te maken van lokale expertise. Een lokale aannemer verzorgde de fundamenten van de lemen muren, een grondbedrijf maakte de verhoogde grafheuvels en de gemeentelijke dienst was verantwoordelijk voor het inplanten en -zaaien van de grafvelden. Het onderhoud van de begraafplaats zal in de toekomst ook door de gemeente worden verzorgd. Op die manier is de begraafplaats een 'tuin' voor en van allen geworden.

De officiële opening van de begraafplaats vond plaats op 3 september 2004. Wethouder Frans de Bruijn van de toenmalige gemeente Lingewaal had de eer om de begraafplaats te openen.
Wie over een aantal jaren, wanneer het jonge groen heeft gezorgd voor wat meer beslotenheid, de begraafplaats bezoekt, zcn waren de doden naast de levenden staan. Een fraaie laatste rustplaats waar het voor de levenden prettig toeven is.

 

Met dank aan José Hagemans

 

Literatuur

  • 'Begraafplaats Spijk geopend' in: Gorcumse Courant, 1 september 2004
  • 'Begraven worden in een kunstwerk', in: De Begraafplaats, zesde jaargang, nummer 1, maart 2004, blz. 16 t/m 19
  • Joost Verlaan, ...Onder de groene zoden. Tuin of begraafplaats? september 2004 op Archined (geraadpleegd op 8 januari 2022)

 

Aangepast: 08 januari 2022

Nieuw op de website


Kollum – Protestants kerkhof

16 maart 2024
~Fryslân

Jacobs, Aletta

07 maart 2024
~Maatschappij

Als bloemen bij het graf - Rolde

07 maart 2024
~Als bloemen bij het graf

Lobith - Katholieke kerkhof

12 februari 2024
~Gelderland