Skip to main content

Grafmonumenten


Geschreven: 21 juni 2003
Aangepast: 19 maart 2023
Auteur: R.P.M. Rhoen
Categorie: Grafmonumenten

 

Op 5 april 1945 werd in Zeist aan de Soestdijkerweg een groep van tien mannen gefusilleerd door de Duitsers. Hun lichamen werden overgebracht naar de Algemene Begraafplaats aan de Woudenbergseweg, waar de meesten van hen op 11 april werden begraven. J.H. Brinkhof en A.C. Brinkhof werden niet in Zeist begraven. Zij rusten nu op het Ereveld in Loenen. In opdracht van de nabestaanden van de acht die in Zeist werden begraven, ontwierp de Zeister architect Leo G. Visser een gemeenschappelijk grafmonument. Op 5 april 1946, een jaar na de fusillade, werd het monument in aanwezigheid van de familieleden onthuld. Sprekers waren ds. J.G.W. Goedhart, luitenant A. Bos namens de Gemeenschap van Oud Illegale Werkers, P.A. van der Werff namens de burgemeester van Zeist, de heer Vos namens de nabestaanden en als laatste ds. Kuilman. Het monument bestaat uit acht grafstenen (stèles) met daarop de teksten (v.l.n.r.):

  • Hier rust in vrede onze lieve man en vader serg.-majoor Antonie van der Hoek, geboren 23-12-'97 te 's-Gravenhage
  • Hendricus Kemp geb. 7-6-1910 Jong gestorven weinig geleden - vroeg gestorven - vroeg bij God. Rust zacht lieve Rikus
  • G. Dekker geb. 17-5-1926 Laten wij hopen wat wij willen, maar dragen wat wij krijgen.
  • Hier rust Johannes Jonk geb. 23-2-'95 te Leiden. Die als dapper illegaal werker van zijn leven werd beroofd.
  • Hier rust onze lieve man en vader Jan Kouw geb. 25-6-'92 te Asperen. Hij is verlost, God heeft hem welgedaan.
  • H.W. Loddema geb. 21-8-1913 te Haarlemmermeer. Hij gaf alles en vroeg nooit. Ruwe bolster. Gouden hart. Rust zacht lieve Henk.
  • Hier rust Rinke Vos geb. 21-1-'22 te A'dam. Zijn jong leven werd afgesneden maar opgevangen door de liefde Gods en gedragen naar Jezus Christus.
  • Hier rust onze lieve jongen Harry Koningsberger geb. 11-2-1924 IXXXI Meer dan zijn leven, had hij zijn vaderland lief IXXI

Grafmonument voor Rinke Vos (foto René ten Dam)Grafmonument voor Rinke Vos (foto René ten Dam)

Op elke grafsteen is boven de tekst een afbeelding aangebracht, zoals een davidsster. Daardoor dragen deze qua vorm identieke stenen een persoonlijk karakter.

Detail oorlogsgraven

Als materiaal voor de grafstenen en de afdekplaten koos de ontwerper Vourion-natuursteen, een vrij zachte natuursteensoort. Door de keuze van deze poreuze Franse kalksteen moesten de grafstenen in 1997 worden vervangen. De in reliëf uitgehakte tekst brokkelde langzaam af. De nieuwe grafstenen zijn van een weerbestendiger soort natuursteen gemaakt, dat door de Oorlogsgraven- stichting meer wordt gebruikt. De grafstenen zijn 140 cm hoog, 54 cm breed en 8 cm dik. Door middel van een muur van paarsrode handvormstenen zijn de grafstenen met elkaar verbonden. De muur schermt het graf aan beide kanten af. Het monument heeft daardoor een totale breedte van 11, 20 m en is het 3,50 m diep.

Zeister Nieuwsblad dinsdag 9 april 1946:

Onthulling Monument. Onder schitterend voorjaarsweer vond Vrijdagmiddag de onthulling plaats van het monument dat op de Nieuwe Alg. Begraafplaats is opgericht voor de acht Nederlanders, die op 5 April van het vorig jaar door den bezetter werden vermoord, t.w. G. Dekker uit Utrecht, A. van den Hoek uit Maarssen, H. Kemp uit Haarlemmermeer, J. Jonk uit Leiden, J.J. Koningsberger uit Amsterdam, J. Kouw uit Leeuwarden, H.W. Loddema en R. Vos uit Amsterdam. Het ontwerp van dit monument is van den heer Leo Visser, terwijl de uitvoering was opgedragen aan de fa. van Tellingen alhier. Het geeft voor elken gevallene een steen weer, die gezamenlijk gedragen worden door een baksteenen voet, waarin links het symbool van hun offer is weergegeven in de woorden: voor God, Vorstin en Vaderland en rechts de datum waarop zij vielen. Het woord werd gevoerd door Ds. J.G.W. Goedhard, Luitenant A. Bos, die namens de G.O.I.W. ook een krans neerlegde. Namens den burgemeester sprak de heer v.d. Werf. De heer Vos uit Amsterdam bracht den dank namens de familieleden van den gevallenen en tenslotte sprak nog Ds. Kuilman uit Leiden. De plechtigheid werd besloten met het bidden van het 'Onze Vader', waarna de familie bloemen bij den steen hunner gevallene neerlegde. 

 

 

 


Geschreven: 11 juli 2002
Aangepast: 04 juli 2020
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Grafmonumenten

 

* 's-Gravenzande 30 december 1909 - † Veenendaal 20 november 1944

 

Dienaar van het Woord en dienaar van mensen

Ader portretBastiaan Ader was predikant te Nieuw-Beerta van 1938 tot november 1944. In een gemeente, waar de meeste mensen van de kerk waren vervreemd tengevolge van de enorme sociale tegenstellingen tussen boeren en arbeiders. Door zijn organisatorische talenten en zijn hartstochtelijke taakopvatting wist hij velen en met name jongeren aan zich te binden. In de bezettingsjaren was de pastorie centrum van hulp aan joden, onderduikers en Engelse piloten. Niet alleen in Nieuw-Beerta en omgeving, ook ver daarbuiten verrichtte Ader zijn ondergronds werk. Eind 1944 onderweg naar Haarlem, in het kader van zijn verzetswerk, werd Ds. Ader opgepakt, gevangen gezet en kwam uiteindelijk terecht in de gevangenis aan de Weteringschans in Amsterdam. Als represaille voor een aanslag op een Duitser is hij bij Veenendaal gefusilleerd, daar begraven, maar eind november 1944 herbegraven in Driebergen. Na de oorlog werd hij bijgezet op Ereveld Loenen.

Zijn echtgenote, Johanna Adriana Ader-Appels, zette na WO II als evangeliste zijn werkzaamheden te Nieuw-Beerta en omgeving voort. In Drieborg, even ten noorden van Nieuw-Beerta, werd in 1950 een oecumenisch gemeenschapshuis gesticht met gelden van het Ds. Aderfonds. Voor een deel bedoeld om gesprekken tussen Nederlanders en Duitsers mogelijk te maken na de verschrikkelijke gebeurtenissen van de bezettingsjaren. Belangrijk voor het Ds. Aderfonds waren de opbrengsten van het boek, dat mevrouw Ader schreef over die oorlogsjaren, die haar man het leven kostte, "een Groninger pastorie in de storm", waaruit het volgende fragment:

Herinneringshoek in de Ned. Hervormde kerk van Nieuw-Beerta."Wat mijn broer me van de situatie vertelde, was zeer alarmerend. Domie* was gepakt in gezelschap van twee ondergedoken Duitse officieren en een Jood. Ze hadden bij het "verhoor" hem toe willen brengen namen te noemen. Daartoe hadden ze hem mishandeld. Neusbeen en gehoorvlies waren stukgeslagen met een gummistok. De organisatie was voor Domie aan 't werk, maar je stond voor een muur, waar je niet door kon komen.

Ze hadden hem Zaterdag uit de gevangenis in haarlem willen lichten. Alle plannen waren daarvoor al heel goed voorbereid, maar nu was hij juist op Vrijdag naar Amsterdam overgebracht en uit die beruchte Gestapo gevangenis aan de Weteringschans kon het niet."

* Domie = groningse vorm van Dominee

Indrukwekkend zijn de brieven, die Ader schreef aan zijn jonge gezin en de gedichten, zoals:

't Is niet om mij dat ik die muren uit wil duwen,
Naar ruimte hijg en schreeuw om recht!
'k Weet mij verward in een onmeedogend kluwen
En ken het deel dat mij zal worden toegelegd.

't Is niet om mij: 'k heb fel en taai gestreden,
Bij dag noch nacht begeerd naar rust;
'k Heb in het lijden der gedoemden meegeleden.
En vaar nu heen naar verre, lichte kust.

Maar 'k moet nog zoveel diepe dingen zeggen
Aan haar die altijd op mij wacht;
Ik moet een kindje in zijn bedje leggen
En kussen het een zacht goe-nacht!

Ader-AppelsDominee Ader rust op Ereveld Loenen (Vak E, Grafnummer 52).

Zijn echtgenote, begiftigd met het Verzetsherdenkingskruis, overleed in 1994 en werd begraven op de begraafplaats achter hun kerk in Nieuw-Beerta. 

 

Literatuur

  • Nieuwe Groninger Encyclopedie; Groningen (1999)
  • Biografisch Lexicon Geschiedenis Ned. Protestantisme; Kampen
  • Groningen Gids voor cultuur en landschap; Bedum (1994)
  • J.A.Ader-Appels: Een Groninger pastorie in de storm; Franeker (6e druk 1974)
  • Naamregister ereveld Loenen; Den Haag (2000)

 


Geschreven: 27 juni 2001
Aangepast: 19 maart 2023
Auteur: René ten Dam
Categorie: Grafmonumenten

 

* 29 april 1882 - † 10 april 1945

 

Hendrik Werkman was in 1908 een drukkerij in Groningen begonnen, maar moest deze in het begin van de jaren twintig sluiten wegens ernstige zakelijke moeilijkheden. Hij trok zich terug op een - roodgeverfde - pakhuiszolder. Deze werkruimten, aan de Lage der A 12, zijn tegenwoordig ateliers voor Groninger kunstenaars. Vanaf het begin van de jaren twintig werd Werkman bekend als beeldend kunstenaar. Werkman begon te experimenteren met materialen uit de drukkerij, waarbij hij geen gebruik maakte van de regels binnen het drukkersvak. De 'druksels' van Werkman worden meestal tot de prentkunst gerekend, omdat hij gebruik maakte van een 'drukvlak' (een voor het afdrukken bewerkte plaat), een drukpers en er ook sprake is van een afbeelding in spiegelbeeld. Het zijn vooral de druksels en het daaraan verwante drukwerk waarmee Werkman zich aan de hand van steeds nieuwe 'ontdekkingen' ontwikkelde en zich als beeldend kunstenaar manifesteerde. In Groningen maakte Werkman deel uit van de in 1918 opgerichte kunstenaarsvereniging 'De Ploeg'. Door zijn kontakten met andere kunstenaars kwam hij op het idee een avant garde-tijdschrift te maken, waarin hij zowel beeldend als typografisch zou kunnen experimenteren.