Skip to main content

Opijnen – De crash van een B-17 in 1943

09 december 2018

 

Op de reguliere begraafplaatsen in Nederland zul je maar weinig Amerikaanse oorlogsdoden uit de Tweede Wereldoorlog vinden. Bijna alle in Nederland omgekomen Amerikaanse militairen liggen begraven in Margraten. Er zijn enkele uitzonderingen, zoals de acht bemanningsleden van een B-17 bommenwerper die liggen begraven in het Gelderse Opijnen. Zij stierven in de ochtend van 30 juli 1943.

Erevelden

Nederland kent enkele tientallen militaire erevelden, oorlogsbegraafplaatsen waar bij elkaar vele duizenden soldaten liggen begraven. Daarnaast liggen verspreid door het land nog eens een paar duizend geallieerde militairen begraven op gemeentelijke en bijzondere begraafplaatsen. De meesten van hen zijn afkomstig uit de Britse Gemenebest, waarvoor de Commonwealth War Graves Commission (CWCG) in principe het uitgangspunt hanteert van ‘eens begraven, altijd begraven’. De CWCG laat zijn doden over het algemeen rusten nabij de plek waar ze om het leven zijn gekomen. De American Battle Monuments Commission begraaft zijn doden normaal gesproken op één van de burger- of militaire begraafplaatsen in de Verenigde Staten of op één van de vierentwintig Amerikaanse erevelden buiten het eigen grondgebied. Eén van die begraafplaatsen is de begraafplaats in Margraten, de enige Amerikaanse begraafplaats in Nederland en na de begraafplaats bij Omaha Beach in Frankrijk, de drukst bezochte Amerikaanse begraafplaats in Europa. Toch zijn er een paar uitzonderingen waarbij de nabestaanden ervoor hebben gekozen om de grafrust van de doden niet te verstoren en hen te laten liggen op de begraafplaats waar zij in eerste instantie zijn begraven. In Nederland vinden we naast de doden op Margraten in totaal elf Amerikaanse oorlogsdoden begraven op vier begraafplaatsen.

De laatste vlucht

 

Op 30 juli 1943 vloog een Amerikaanse bemanning hun B-17F bommenwerper van het 323 Squadron van de 91st Bombardment Group terug naar de basis in Engeland. Men had zojuist een aanval op de Messerschmidt-vliegtuigfabrieken in het Duitse Kassel uitgevoerd. 186 bommenwerpers waren betrokken bij de aanval. De bombardementen maakten onderdeel uit van de Combined Bomber Offensive, waarbij Luftwaffe-locaties belangrijke doelwitten waren. Britse bommenwerpers voerden daarvoor met name ’s nachts hun taken uit, waarbij in eerste instantie de luchtverdediging werd aangevallen. De Amerikanen voerden hun bombardementen vervolgens bij daglicht uit, waardoor gerichte aanvallen op specifieke doelen mogelijk waren. De B17, door de bemanning omgedoopt tot Man-O-War, had die missie de hele vlucht nog zonder grote problemen doorstaan, maar werd boven Waardenburg beschoten door Duits afweergeschut. Toen het vliegtuig vervolgens tijdens een luchtgevecht gedwongen werd de formatie bommenwerpers te verlaten, werd het zwaar gehavend uit de lucht geschoten door een Duits jachtvliegtuig. Het vliegtuig stortte bij Opijnen neer en de meeste bemanningsleden kwamen bij de crash om het leven. Eén van de Amerikanen, de bombardier Ohman, was nog aan een kapotgeschoten parachute door het rieten dak van een boerderij gevallen en leefde nog, maar vlak nadat een arts arriveerde, overleed hij alsnog aan zijn verwondingen. Twee andere bemanningsleden, piloot Keene McCammon en de co-piloot John Bruce, wisten met hun parachute te landen, maar werden vrijwel meteen door Duitse troepen krijgsgevangen genomen. 

Bemanning Man-o-War. Van links naar recht, Herman Poling, Harold Sparks, George Krueger, John Bruce, Keene McCammon, Daniel Ohman, Mike Perrota, Douglas Blackwood en Amrico Cianfichi. Niet op de foto Robert Duggan.Bemanning Man-o-War. Van links naar recht, Herman Poling, Harold Sparks, George Krueger, John Bruce, Keene McCammon, Daniel Ohman, Mike Perrota, Douglas Blackwood en Amrico Cianfichi. Niet op de foto Robert Duggan.

De acht omgekomen bemanningsleden zijn:

Robert U. Duggan (21 jaar), navigator
Daniel V. Ohman (25), bombardier
Douglas V. Blackwood (24), radio-operator
Americo Cianfichi (27), topschutter/mecanicien
Mike A. Perrotta (22), luchtschutter
Harold R. Sparks (21), zijschutter
George R. Krueger (25), zijschutter
Hermon D. Poling (21), staartschutter 

Twee dagen later, op 1 augustus, werden de acht omgekomen Amerikanen om 9 uur in de ochtend begraven op het kerkhof bij de hervormde kerk van Opijnen. Enkel burgemeester Formijne mocht van de Duitsers bij de begrafenis aanwezig zijn. Desondanks liep het dorp uit om de begrafenis bij te wonen en de burgemeester te horen spreken. Na de toespraak stroomde de begraafplaats vol met mensen die hun respect wilden tonen aan de acht omgekomen Amerikanen. De doodgravers kregen hulp bij het dichten van de graven en er ontstond al snel een grote bloemenzee.

De grafmonumenten voor de acht omgekomen bemanningsleden op het kerkhof van Opijnen.De grafmonumenten voor de acht omgekomen bemanningsleden op het kerkhof van Opijnen.

Het afscheid

Het was voor bemanningsleden van vliegtuigen gebruikelijk een afscheidsbrief te schrijven voor het geval zij niet terug zouden keren van een missie. Twintig procent van de Amerikaanse bommenwerpers van de Eighth Army Air Force ging verloren in 1943. Alleen al in oktober van dat jaar werden 176 vliegtuigen vernietigd, bijna zes per dag. 1st Lt. Robert Duggan had met dertien vluchten ruime ervaring als navigator in een B-17 met vluchten naar Nederland, Frankrijk en Duitsland. De aanval op Kassel zou zijn eerste vlucht worden aan boord van de Man-O-War. Enkele dagen eerder, aan de vooravond van een reeks vluchten naar Duitsland schreef Robert Duggan een brief aan zijn moeder, voor het geval hij niet meer terug zou keren.

Dear Mother,

This is not to be mailed unless I am killed or missing. First of all I want you to understand that missing does not necessarily mean anything — well over half of the Fortress crews shot down are prisoners of war — some even escape. So don’t worry too much.

I am writing this to tell you how wonderful you have always been to me, and that, although I may not have shown it, I have always appreciated you. It has taken war to show me how much.

You know I have had more fun with you all than with anyone else, which is as it should be but rare nowadays. I think I have been amazingly lucky to have known you.

I can’t be noble about the war — I don’t really feel any exaggerated patriotism. I suppose I am fighting for my own egotism and my background rather than my country.

We are going out again tomorrow. It’s funny — I don’t even feel scared any more. I just don’t care. Still, I have torn up one of these — I may live to tear up this one.

Lots of love, Bobby

P.S. I hope you don’t mind my not having told you I am back on ops — but you do worry so.

Nabestaanden

Na de begrafenis van de mannen stuurde burgemeester Formijne een brief naar zijn collega in de woonplaats van piloot McCammon. De nabestaanden van de acht omgekomen bemanningsleden ontvingen een afschrift van de brief, waarna zij Formijne berichtten dat zij de wens hadden dat de bemanningsleden in Opijnen begraven zouden blijven. Om die reden werden de acht Amerikanen na de oorlog dan ook niet herbegraven in Margraten.

In 1947 ontving de kerkvoogdij van de Hervormde kerk van de ouders van Douglas Blackwood een drieluik als dank voor de betoonde eer. Aanvankelijk hing het werk op het gemeentehuis van de toenmalige gemeente Opijnen en Est, maar anno 2018 hangt het aan de muur van de gemeenschapsruimte van de Hervormde kerk in Opijnen.

Tot 1962 sierden eenvoudige houten kruisen de graven, maar in dat jaar werden ze vervangen door meer duurzame marmeren stèles. De grafmonumenten zijn identiek aan de grafmonumenten zoals ze erevelden in de Verenigde Staten worden gebruikt, zoals Arlington National Cemetery.

Herdenkingen

Vanaf het einde van de oorlog werd er jaarlijks bij de graven een herdenkingsceremonie gehouden met steun van de American Women’s Club of Amsterdam en The Betty MacDonald Foundation. En in 1983 werd een herdenkingssteen onthuld door de burgemeester en de president van de American Women's Club of Amsterdam. Het gedenkteken is een gift van de American Women’s Club of Amsterdam en de Betty McDonald Foundation aan de bevolking van Opijnen. In 2010 nam de toenmalige burgemeester de opvallende beslissing met de jaarlijkse herdenkingen stoppen. Er zou te weinig belangstelling voor bestaan en het was immers al zo lang geleden. In 2013 kreeg de herdenkingsbijeenkomst dankzij betrokken inwoners van Opijnen gelukkig weer een vervolg. De belangstelling om de Amerikanen jaarlijks te herdenken is onverminderd groot, met in 2018 zo’n 300 deelnemers aan de bijeenkomst.

Het gedenkteken is een gift van de American Women’s Club of Amsterdam en de Betty McDonald Foundation.Het gedenkteken is een gift van de American Women’s Club of Amsterdam en de Betty McDonald Foundation.

Nieuwbouwwijk

In 2006 werd een nieuwbouwwijk in Opijnen opgeleverd, waarin de straten zijn vernoemd naar de bemanningsleden. Het plein in het midden van de huizen is vernoemd naar 2nd Lt. Keene C. McCammon, de piloot die de crash overleefde. Vanuit de lucht is zichtbaar hoe het plein de omtrek vormt van een vliegtuig en het Ohmanpad en het Kruegerpad de vleugels vormen. Een uniek eerbetoon aan de slachtoffers.

De wijk is gebouwd met het silhouet van een B-17 als uitgangspunt.De wijk is gebouwd met het silhouet van een B-17 als uitgangspunt.

Op het plein zelf is in het gras het silhouet van een B-17 vliegtuig in straatstenen vormgegeven met een uitstekende verticale stabilisator van terrazzo die voorzien is van een plaquette met de namen van de omgekomen bemanningsleden en de twee piloten die het overleefden.

Het monument is een ontwerp van beeldend kunstenaar Joris Baudoin.Het monument is een ontwerp van beeldend kunstenaar Joris Baudoin.

De witte driehoek symboliseert de 1st Air Division of the Eighth Army Air Force, de rode “A” de 91st Bombardment Group, de “V” de 323rd Bomb Squadron met daarnaast het serienummer van het vliegtuig. John Bruce, de copiloot die de crash overleefde, onthulde het monument op 4 mei 2006. Het monument is een ontwerp van beeldend kunstenaar Joris Baudoin.

 

Literatuur

  • Doeke J. Oostra, Gesneuvelden in steen (2009)
  • Richard B. Woodward ‘A Downed Plane, a Dutch Village and the Art of Remembering’ in: The Washington Post Magazine 9-11-2018 (geraadpleegd 1-12-2018)

 

Internet

 

Aangepast: 04 juli 2022

Nieuw op de website