Skip to main content

Groningen


Geschreven: 25 juli 2009
Aangepast: 10 januari 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen

 

Inleiding

In de beroemde kroniek van Emo (1175-1237), eerste abt van het klooster Bloemhof te Wittewierum (Gr), wordt gewag gemaakt van het Minderbroederklooster Domus Sancti Pauli in de stad Groningen. Er is dan strijd tussen de stad en de ommelanden. Het klooster deed dienst als militair steunpunt.
Aangezien het de Minderbroeders (=Franciscanen) niet lukte het klooster in goede staat te houden, ging het in 1469 over naar de Congregatio Hollandiae. Deze congregatie was een hervormingsbeweging van de orde der Dominicanen, die verslapping in de eigen gelederen wilde tegengaan. Deze hervormingsbeweging begon in een van hun kloosters te Rotterdam. Officieel werd de Congregatio Hollandiae (Hollandse Congregatie) opgericht in 1464 te Rijssel (Lille) en heeft bestaan tot ongeveer 1515.
Wat de Congregatie voor ogen stond, was betere verzorging van de liturgie, strengere levenswijze en toeleg op de studie van de theologie. De veranderingen op kerkelijk gebied door de Reformatie betekenden echter voor het klooster en de kloosterkerk toewijzing door het stadsbestuur van Groningen aan de hervormden. Met enkele illustratie: uitsnede uit de kaart van Egbert Haubois ca. 1640tussenpozen, waarin de kerk gebruikt werd voor de katholieke eredienst, bleef zij jaren in handen van de hervormden. Bij de oprichting van de Academie in 1614 werd de kerk Academiekerk. In het complex werd onderwijs gegeven en was de Universiteitsbibliotheek gevestigd. Zoals te doen gebruikelijk, zal bij het klooster in het verre verleden een kerkhof zijn gesticht, belangrijke figuren echter vonden een laatste rustplaats in de kerk. Was het oude kloosterkerkhof te klein geworden? In elk geval werd een aantal jaren na de ingebruikneming van de Broerkerk als Academiekerk in de ruimte tussen kerk en klooster het Academiekerkhof aangelegd. Op dit kerkhof konden uiteraard zij worden begraven, die behoorden tot de Groninger Academie als hoogleraar, curator of verwant waren aan een van deze ambtsdragers.

 


Geschreven: 07 juli 2009
Aangepast: 10 januari 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen


Het is niet teveel gezegd, wanneer we stellen, dat het dorp Wagenborgen, even ten zuiden van Delfzijl gelegen, zijn bekendheid dankte aan het psychiatrisch ziekenhuis Groot Bronswijk. Inmiddels behoort deze instelling sinds 2004 tot het verleden. Groot Bronswijk paste niet meer binnen de ontwikkelingen op het gebied van psychiatrische zorg. De paviljoens en de markante watertoren, jarenlang beeldbepalend voor het dorp, zijn gesloopt. Een aantal gebouwen kreeg een andere bestemming of wacht nog op de sloop. Het terrein werd eigendom van Woonzorg Nederland, die ongetwijfeld een aantal ideeën heeft met betrekking tot de ontwikkelingen van deze locatie. Voor het dorp betekende het verdwijnen van Groot Bronswijk een behoorlijke aderlating. Velen uit het dorp hadden er werk en de patiënten, voor zover ze zich vrij mochten bewegen, werden gezien als mededorpelingen.


Geschreven: 11 augustus 2007
Aangepast: 03 juni 2024
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen

Het Blauwe HuisDe geschiedenis van het geslacht Cleveringa biedt funerair veel stof, ook al zijn er zerken verloren gegaan of slecht leesbaar geworden. In dit artikel beperk ik me tot hun "Damster" periode. De interesse voor deze periode heeft zeker te maken met een aantal redenen. Ten eerste bracht ik jarenlang mijn vakanties door in het Blauwe Huis te Appingedam, dat na de Tweede Wereldoorlog eigendom van mijn grootouders was geworden.


Geschreven: 09 november 2003
Aangepast: 23 december 2020
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen

 

 

Wie een indruk wil krijgen hoe een vesting uit de tachtigjarige oorlog er moet hebben uitgezien, zal zeker een bezoek moeten brengen aan de vesting Bourtange. Het idee voor het verdedigingswerk kwam van Willem van Oranje, die vreesde voor een aanval vanuit Duitsland. Adriaen Anthoniszoon ontwierp het en in 1593 werd met de bouw begonnen. Tussen 1738 en 1742 werd de vesting nog uitgebreid, maar opgeheven in 1851 veranderde de vesting in een "gewoon" boerendorp. Veel verdween wat herinnerde aan de uitsluitend militaire functie.Tot men in 1972 begon met de reconstructie van de vesting. In 1593 werd ook de vesting Oudeschans gebouwd. Een naam overigens, die het pas later kreeg. De oorspronkelijke naam was de Bellingwolder Schans. De vesting was bedoeld om de verbinding van en naar de stad Groningen, toen nog in handen van de Spanjaarden, af te sluiten. Deze vesting had vier bastions. Een bastion of bolwerk is een vijfhoekig gemetselde of aarden uitbouw van een verdedigingsmuur of wal. In de Bellingwolder Schans werd een klein garnizoen gelegerd.


Geschreven: 09 november 2003
Aangepast: 10 januari 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen

 

Een klein wierdedorp even ten noorden van de spoorlijn Groningen - Delfzijl ter hoogte van Appingedam. In de tweede helft van de twaalfde eeuw werd hier een kerk gebouwd, die men wijdde aan Maria. De kerk is voorzien van een zogenaamde dakruiter, waarin een luidklok hangt, die in 1694 werd gegoten. Ooit bezat de kerk een toren. Deze echter stortte in tijdens het luiden bij de begrafenis van stadhouder Ernst Casimir.
In een resolutie der Heren Gedeputeerden van Stad en Lande van 4 juli 1665 lezen we:

ALSO DOOR HET LUIDEN VAN DE KLOCKE TOT OOSTERWYTWERT OVER HET DROEVICH AFSTERVEN VAN SYN FURSTEL. DOORLUCHTICHEIT DE HEERE STADTHOUDER DE TOORN ALDAAR IS COMEN OM TE VALLEN, HEBBEN DE HEEREN GEDEP. DEN GOET GEVONDEN DE COMMYS ENGELBARTS TE LASTEN OM DESELVE WEDEROM TE LATEN MAACKEN, MITS DAARIN NIET EXCEDERENDE DE SOMMA VAN HONDERT DALER.

In 1411 werd hier het Huis van Oosterwijtwerd gesticht door Focke Ukena, hoofdeling te Leer uit een Oost-Fries adellijk geslacht. Door zijn huwelijk met Hiddeke van Wijtwerd verwierf hij zich aanzienlijke goederen en borgen, waaronder die van Oosterwijtwerd. Eén van zijn drie dochters, Ulske Ukena, trouwde met Unico Ripperda van Farmsum en omdat zij alleen kinderen kregen, kwamen de goederen van de Ukena's in bezit van de Ripperda's.

De Ripperda's kunnen we onderscheiden in drie familietakken, te weten de Farmsumer tak, de Oosterwijtwerder tak en de Winsumer tak. Hadden ze plaatselijk gezag, in de Ommelanden speelden ze niet zo'n grote rol. De Winsumer tak mag zich verheugen in de kleurrijke en opportunistische Johan Willem Ripperda (1680-1737). Hij bracht het tot eerste minister van het Spaans koningspaar. Met Alida Ernestina Ripperda (1738-1766) sterft de Winsumer tak uit. Toen Hero Maurits Ripperda van Farmsum in 1681 stierf, vond de Farmsumer tak een geruisloos einde. De Oosterwijtwerder tak verdween met het overlijden van Margaretha Elisabeth Ripperda in 1738. Zij was de laatste van dit geslacht.


Geschreven: 08 november 2003
Aangepast: 10 januari 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen

 

ToegangshekDe begraafplaats van de Hervormde Gemeente bevindt zich aan de westkant van het dorp. Hoewel de Minister van Binnenlandse Zaken al in 1827 een ambtelijke brief had uitgedaan aan alle provincies om per 1 januari 1829 te stoppen met het begraven binnen de bebouwde kom, duurde het nog tot 1869 voordat de kerkvoogdij van de hervormde gemeente Noordlaren zich ging bezig houden met het probleem van het stichten van een nieuwe begraafplaats. Door overlijden was er in 1867 een stuk land vrij gekomen, dat vergroot kon worden met een paar kleine aanpalende stukken, die de eigenaar wel kwijt wilde. In 1870 kon de koopakte worden getekend.


Geschreven: 08 november 2003
Aangepast: 08 januari 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen

 

Treft men elders Hervormde, Rooms-katholieke en algemene begraafplaatsen aan, in Nieuwe Pekela bevinden zich naast genoemde drie ook nog een Gereformeerde en een Lutherse begraafplaats. Was dit het gevolg van scherpe tegenstellingen of van een grote verbondenheid onder elkaar tot over de grens van de dood? Misschien wel het gevolg van beide. In ieder geval lag er in 1898 bij de toenmalige burgerlijke gemeente Nieuwe Pekela het verzoek van de Lutherse gemeente om een eigen begraafplaats te mogen stichten. Met het honoreren van dit verzoek, kon de kerkelijke gemeente in 1899 overgaan tot de aanleg en de exploitatie van de begraafplaats.

Ds. Bögeholtz

Graf Ds. Bögeholtz op Zorgvlied, AmsterdamHet stichten van deze begraafplaats zal men zeker mogen duiden, naast de vele andere, als een expressie van de wederopbouw en bloei van de gemeente ten tijde van ds. Jakob Hendrik Bögeholtz. Ds. Bögeholtz, die tweemaal de Lutherse gemeente van Pekela diende, behoorde tot de rechtzinnige stroming in de Evangelisch-Lutherse kerk. Principieel Luthers als hij was, vond hij, dat er eigen verenigingen en scholen zouden moeten zijn. In dat kader lag het stichten van een eigen begraafplaats voor de hand. Ds. Bögeholtz zou er zelf begraven worden. Op zondag 21 april 1912 zakte hij tijdens het leiden van een kerkdienst op de kansel in elkaar en stierf korte tijd later. Tot 1938 heeft hij op de begraafplaats achter de kerk begraven gelegen om in dat jaar, op verzoek van de familie, in Amsterdam herbegraven te worden.

Aan Bögeholtz herinnert een glas-in-lood raam in de Evangelisch-Lutherse kerk te Nieuwe Pekela met zijn beeltenis. Wie opziet naar dat raam, ontkomt niet aan de gedachte, dat het is alsof hij zo nog waken wil over de kudde, die hij als herder mocht dienen: over de levenden in de kerk en de gestorvenen op de dodenakker achter de kerk. 

De Begraafplaats

Tussen de gebouwen, kerk en pastorie, en de begraafplaats bevindt zich een ruimte met hoog geboomte als een soort voorhof van de begraafplaats. De begraafplaats wordt nu aan de zijkant betreden. Aan het middenpad als as van de begraafplaats kan men zien, dat de ingang in het verleden aan de korte zijde was gesitueerd. Links en rechts van het grote middenpad bevinden zich de graven aan een negental zijpaden, die loodrecht staan op dat middenpad. Ooit achteraan, nu aan de zijkant, bevindt zich een bescheiden baarhuisje. 

De Graven

IK HOOPTE OP GELUKDe graven kenmerken zich door sobere zerken. Geen grafmonumenten van het soort, dat men bijvoorbeeld wel aantreft op de Hervormde begraafplaats van Nieuwe Pekela of die van Veendam. Het woord van Paulus in 1 Cor. 1: 26 geldt ook hier: "Ziet slechts, broeders, wat gij waart, toen gij geroepen werdt: niet vele wijzen naar het vlees, niet vele invloedrijken, niet vele aanzienlijken." Een enkel graf is voorzien van hekwerk. 

Grafpoëzie

Een paar graven hebben een zerk met wat we noemen grafpoëzie, zoals de volgende grafdichten:

IK HOOPTE OP GELUK
EN ER KWAM EEN ONGELUK OVER MIJ
ZOALS DE MAAIER ZEISEN ZWAAIT
EN GRAS EN BLOEM VAN DE AARDE MAAIT
ZO HEEFT DE DOOD MET WOEST GEWELD
U PLOTS GETROFFEN EN GEVELD
MAAR STAAN WIJ TREUREND AAN UW GRAF
HET IS ALS DAALDE EEN ENGEL AF
DIE FLUISTERT: HEM DIE PLICHT BETRACHT
VERRAST GEEN DOOD HOE ONVERWACHT

VADER MOEDER WIL NIET TREUREN
DAT IK ZO JONG NOG VAN U SCHEID
ZIE GODHEEFT MIJ DOOR ZIJN LIEFDE
VAN MIJN PIJN EN KWAAL BEVRIJD
T VALT WEL HARD ZO VROEG TE SCHEIDEN
MAAR T IS GOD DIE HET GEBIEDT
BAD NIET JEZUS IN ZIJN LIJDEN
VADER DAT UW WIL GESCHIED 

Kinderen

Zerk van de jonge Reinder achter het Kapiteinshuis in Nieuwe PekelaAandoenlijk zijn de zerken van twee kinderen: Hinderika en Grietje, voorzien van een engelfiguur op de achterzijde. De zerk van hun broer Reinder, die op 17-jarige leeftijd overleed, verdween van de begraafplaats en bevindt zich nu achter het Kapiteinshuis in Nieuwe Pekela.

Op het kerkhof liggen veel jonge kinderen begraven, al ontbreken de zerken. Een paar grafmonumentjes zijn de stille getuigen. De eerste, die op het kerkhof begraven werd in 1899 was een kind: Lodewijk de Haan, 6 maanden oud. Armoede en een gebrekkige gezondheidszorg in het begin van de twintigste eeuw zijn ongetwijfeld oorzaken van het op jonge tot zeer jonge leeftijd overlijden. Op een totaal van 1050 overledenen, die hier begraven liggen, is het aantal van 264 kinderen beneden de 10 jaar wel zeer veel. 

Graf ds. Pieter van Genderen Stort

Namen

Enkele zerken zijn aan de achterzijde voorzien van de vermelding van Bijbelboek, hoofdstuk en vers. Soms ook de tekst van dat vers. Missen we het grafmonument van ds. Bögeholtz, het graf van een andere herder van de gemeente, ds. Pieter van Genderen Stort, valt op door vorm en kleur. Het witte graf voorzien van een wit kruis trekt onmiddellijk de aandacht. Dichterbij gekomen trekt het uitgespaarde hart in het witte grind de aandacht. Ds. van Genderen Stort diende de gemeente van 1924 tot 1929. Bij het lezen van de namen zien we, dat een aantal namen zeer veelvuldig voorkomt: Kuiper, Bos, De Boer, De Haan en De Vries. 

Oorlog

Graf H. KanningEen tweetal graven herinneren aan de donkere tijd van de Tweede Wereldoorlog: het grafmonument van K.E. Kuiper, die voor het vaderland viel op 18 april 1941 en dat van H. Kanning, voorzien van een plaquette van zijn spoorwegcollega's uit Zeeland. Hij kwam op 22 juli 1942 tijdens zijn dienst om door oorlogshandelingen.

 

Houten Cassette

Houten cassette Cassette met plattegrondEen bijzonder kleinood is de oude houten cassette, waarin de graven van de overledenen werden bijgehouden. Waarschijnlijk is deze gemaakt ten tijde van het in gebruik nemen van het kerkhof. Het scharnierend deel van de cassette is dan het middenpad, waarlangs aan de zijpaden de graven zijn gesitueerd.

 

Tenslotte

Herinneringsplaquette aan Ds. BögeholtzVormt een kerkhof op zichzelf al een stuk geschiedenis van de mensen die er hun laatste rustplaats vonden, de Lutherse begraafplaats van Nieuwe Pekela is tevens geschiedschrijving van een Lutherse gemeente in een gebied met een bewogen geschiedenis. Een plek om te gedenken en een plek om te koesteren.

Onlangs is er een plaquette geplaatst op de plek waar zich het graf bevond van Ds. Bögeholtz, die zich zo heeft ingezet voor de stichting van deze begraafplaats.

in plaats van memento moriOp zondag 23 mei 2004 werd na een dienst in de Lutherse kerk te Nieuwe Pekela het fraaie hekwerk in gebruik genomen, dat op een waardige wijze de beslotenheid van het kerkhof aangeeft. Niet het memento mori (gedenk te sterven), maar het sola fide - sola gratia (alleen door geloof - alleen door genade) bekronen het hekwerk, dat zo getuigt van Luthers' gedachtengoed.

 

 

Literatuur

  • Twee eeuwen Lutheranisme in Pekela, ds. J. Hallewas
  • 'Jakob Hendrik Bögeholtz' in:Documentatieblad Luth.Kerkgesch., J.H. Poppen 

Bron

  • Gesprekken met dhr. Kars Kuiper, beheerder begraafplaats

 

 


Geschreven: 08 november 2003
Aangepast: 08 januari 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen

 

 

toegangshekDe wegen in het landschap lijken wel te meanderen als het Reitdiep, dat oorspronkelijk de benedenloop was van de Hunze en de Drentsche Aa. Ten noorden van dit Reitdiep, tussen Schouwerzijl en Mensingeweer, ligt het wierdedorp Groot Maarslag en wie de weg vervolgt vanaf dit dorp richting Mensingeweer zal al spoedig een bord tegenkomen, dat verwijst naar wat overbleef van Klein Maarslag: het kerkhof.

Bij de ingang van het kerkhof lezen we op een bij het hek geplaatst bord:

Klein Maarslag lag op een strategisch punt bij de noordelijke uitmonding van de Hunze, welke waterweg tot 1361 de stad Groningen met de zee verbond. De voormalige kerk op de wierde, waarvan de plattegrond is aangegeven dateert vermoedelijk uit de 12e eeuw en bevatte veel tufsteen. De kerk was iets groter dan die van Mensingeweer, waarmee het kerspel sinds 1682 verenigd was. In 1755 was het kerspel Maarslag nog groter dan het kerspel Mensingeweer. De kerk is in 1811 afgebroken. Er werd toen een galg of klokkestoel geplaatst. Deze was in 1843 nog aanwezig. Op de bewoner van het huisje bij de begraafplaats heeft lang de plicht gerust stalling te bieden aan het paard van de predikant en voor de predikant zelf een plaats te reserveren bij de haard.

De rust en stilte, die we nu aantreffen, doet niet vermoeden dat tijdens de tachtigjarige oorlog Maarslag toneel is geweest van hevige strijd. Hier namen op 26 maart 1584 de Friezen wraak op een gehouden Spaanse strooptocht. Er werd veel verwoest en ook de kerk ging in vlammen op. Heel goed zichtbaar is, dat het kerkhof op een wierde ligt. De weg ernaar toe leidt duidelijk omhoog. Een eenvoudig hekwerk geeft toegang tot de door bomen en hagen omheinde ruimte.


Geschreven: 26 oktober 2002
Aangepast: 08 januari 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen

 

Gelegen naast de zuidelijke rondweg van de stad Groningen aan een zijweg van de Hereweg, die voert naar het zwembad de Papiermolen, ligt de rooms-katholieke begraafplaats van Groningen. Kantoorpanden aan de Hereweg onttrekken de begraafplaats aan het gezicht.

rkgedenksteenDoor een groot hekwerk binnengekomen, wordt de aandacht getrokken door een imposante klokkestoel, zoals men die op verschillende begraafplaatsen kan tegenkomen, midden op een groot groen gazon. Onder dit gazon bevinden zich de stoffelijke resten van diegenen, die begraven lagen in en om de oude Broerkerk, op de fundamenten waarvan de St. Martinus verrees, die op haar beurt plaats moest maken voor de bouw van de Universiteitsbibliotheek. De plek wordt gemarkeerd door een gedenksteen. De zerken uit de Broerkerk hebben een plek gekregen in de kelder van het Academiegebouw in Groningen.


Geschreven: 01 september 2002
Aangepast: 14 juni 2024
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Groningen

Ooit meende men het haven- en industriegebied van Delfzijl zo te moeten uitbreiden, dat er geen plaats meer was voor een aantal dorpen. Een van de dorpen die moest wijken was Oterdum, dat in z'n bloeitijd zo'n 200 inwoners telde. Dorp met kerk en kerkhof waren gebouwd tegen de dijk. De kerk zelf stak boven de dijk uit. Soms raasde de storm terwijl de kerkdienst bezig was. En het schijnt gebeurd te zijn dat de dominee op de kansel, uitkijkend over zee, zag dat een schip in nood was. Midden in de preek riep hij uit: "Het is goed dat we hier zijn, broeders, want daarginds vergaat een schip." Geen reden voor het kerkvolk het gebouw te verlaten en zich te wijden aan reddingswerkzaamheden. Ze wisten: de resten spoelen straks vanzelf wel aan en dan eerst is er werk aan de winkel. Want jutten deden ze stuk voor stuk.