Skip to main content

Kunst & Cultuur


Geschreven: 17 juli 2002
Aangepast: 03 september 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* Workum, 18 oktober 1922 - † Workum, 29 september 2000

  

Als jongste uit een gezin van zeven kinderen, bewaarde Jopie Huisman aan zijn ouders en het gezin, waarin hij opgroeide, de beste herinneringen. Evenals aan Workum, waar zij woonden. De natuur van het Friese land gaf hem het gevoel in het paradijs te verkeren. Rijk was men niet, maar voor Jopie lag de rijkdom in die natuur. Op 14-jarige leeftijd ging hij naar de ambachtsschool, waar hij na twee jaar zijn diploma als huisschilder haalde. In 1942 werd hij opgepakt en op transport gesteld naar Duitsland om daar te werken voor de Wehrmacht. Hij vluchtte in 1943 en dook tot het einde van de oorlog onder in Workum. Hetgeen hij in die oorlogsjaren had meegemaakt, werd voor zijn verdere leven van grote betekenis. Tegenslag vormde ook nog het feit, dat er bij hem tbc werd geconstateerd.

Na allerlei losse baantjes, begon hij een handel in vodden en oud ijzer. In Herbayum begon hij, zoals hij zei, de kleinste groothandel van Nederland. Al schilderde hij voordien ook wel, zijn grote talent kwam tot ontplooiing door het gat waarin hij viel, toen zijn huwelijk stuk liep. Waar niemand meer aan hechtte en daarom was afgedankt, werd door hem op het doek gezet en veranderd in iets wat ontroerde. Hij beschouwde zijn schilderstalent als een gave. Iets dat hem blij en dankbaar maakte. In het Jopie Huisman Museum te Workum delen we in die ontroering.

Jopie Huisman Museum in WorkumJopie Huisman Museum in Workum

Jopie Huisman werd op woensdag 5 oktober onder grote belangstelling begraven. Vele Nederlandse beroemdheden waren op zijn begrafenis, onder anderen: Joop Braakhekke, Cor Boonstra, Peter van Straaten en Hans Wiegel. In de kerk leidde Freek de Jonge op verzoek van de overledene de bijeenkomst. De Jonge vond het 'wonderlijk met Jopie bijeen te zijn en dat hij 'stil, zelfs doodstil was'. Na de begrafenis was er geen 'koffie in de aula', maar werd er paling gegeten in het Jopie Huisman Museum onder genot van trekzakmuziek.

Grafmonument Jopie Huisman HerbaijumGrafmonument Jopie Huisman Herbaijum

Op zijn grafmonument treffen we zijn lijfspreuk aan: "hetgeen niet is, kan niet geteld worden". Jopie Huisman was een authentiek diep gelovig mens. Hij heeft, zoals hij zelf ergens zegt, de Bijbel opgevreten. Zijn lijfspreuk is een citaat uit het boek Prediker. In Prediker 1:15 staat: "…en het ontbrekende kan niet geteld worden". In dit verband had Jopie Huisman een heel bijzondere ervaring: eens werd hem een oud kabinet te koop aangeboden. Toen de deuren van het kabinet werden geopend, ontlokte de ontdekking van twee paar schoenen de eigenaresse de kreet: "verrek, daar staan moeders eerste en haar laatste schoenen". Huisman wilde het kabinet kopen mèt de schoenen, de vrouw wilde daar echter niets van weten. Toen hij haar voorstelde de schoenen te mogen lenen om er een tekening van te maken, veranderde zij van mening en kreeg Jopie Huisman alsnog die schoenen. Thuis vond hij in de neus van één van de schoenen een prop met daarop de spreuk: "Want hetgeen niet is, kan niet geteld worden". 
Detail schilderijDetail schilderij

 

Literatuur

  • 'Jopie Huisman, schilder van het mededogen', samenst. Joost Hesseling; Haarlem (1996)
  • Krantenartikelen rondom zijn overlijden 

 

Internet

 


Geschreven: 15 juli 2002
Aangepast: 29 september 2020
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* Groningen, 23 maart 1839 - † Groningen 3 oktober 1926

 

Ooit schreef de journalist en schrijver Ab Visser over de schilder Otto Eerelman: "Zijn populariteit was zo groot, dat wij als kinderen dachten, dat hij als kunstenaar onmiddellijk na Rembrandt kwam, om op oudere leeftijd tot de ontdekking te komen, dat men buiten de Herepoort zo goed als nergens van hem gehoord had." Die grote populariteit had Eerelman te danken aan zijn vaardigheid dat te schilderen wat Groningers geliefd was: paarden en andere huisdieren. Vooral paarden. 

Eerelman, tijd- en plaatsgenoot van H.W. Mesdag, diens broer Taco Mesdag en Jozef Israëls, studeerde van 1860 tot 1863 aan de Academie Minerva, van 1864 tot 1865 aan de beroemde Koninklijke Academie te Antwerpen en in 1865 op het atelier van Laurens Alma Tadema. Eerelman keerde, na een korte tijd in Parijs te hebben gewerkt, terug naar Groningen om tussen 1867 en 1874 te werken aan de Academie Minerva. In 1874 besloot hij zich geheel te wijden aan de schilderkunst en verhuisde hij naar Brussel. Langere tijd verbleef hij in Den Haag (1875-1902) en kreeg daar regelmatig koninklijke opdrachten. In paleis Het Loo bevinden zich werken van hem. Uiteindelijk, met Arnhem als tussenstation, vestigde hij zich in de stad Groningen, alom gerespecteerd en gevierd. Enkele jaren was hij voorzitter van Pictura, het Kunstlievend Genootschap, dat in 1838 de naam Pictura kreeg. Met dit genootschap hadden Taco en Hendrik Willem Mesdag, evenals Jozef Israëls banden.

Op zijn 80ste eerde men Eerelman door het geven van zijn naam aan een straat in de stad en werd hij geridderd. De opdracht van het gemeentebestuur tot het maken van een schilderij leidde tot dat werk, dat bijna elke Groninger kent: De paardenkeuring op de Grote Markt op de 28ste augustus. Dit schilderij bevindt zich in het Groninger Grafmonument Eerelmanstadhuis aan de Grote Markt. Een schilderij, dat weergeeft hoe Groningen in die periode de 28ste augustus vierde. De feestdag, die herinnert aan het ontzet van de stad Groningen op 28 augustus 1672 en nog jaarlijks wordt gevierd. Bernhard van Galen, bisschop van Münster, ook wel spottend Bommen Berend genoemd, leed na vijf weken met zijn troepen uiteindelijk de nederlaag. De stad, die door Rabenhaupt moedig werd verdedigd, kon worden ontzet. Uiteraard treffen we op het schilderij van Eerelman bekende Groningers aan, maar de paarden stelen de show.

Otto Eerelman overleed op 3 oktober 1926 en ligt begraven op de Zuiderbegraafplaats te Groningen in een familiegraf met het eenvoudige opschrift: rustplaats familie Otto Eerelman.

 

Literatuur

  • Groningen Gids voor cultuur en landschap; Bedum (1994)
  • Nieuwe Groninger Encyclopedie; Groningen (1999)

 

 


Geschreven: 15 juli 2002
Aangepast: 02 januari 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* Nijmegen 28 september 1880 – † Elp 27 januari 1947

 

Het korte verblijf van de schilder Van Gogh in Drenthe en de restauratie van het pand waar hij enige maanden verbleef, zou je bijna doen vergeten dat Drenthe zelf ook een aantal schilders heeft voortgebracht. We zouden ze vertolkers van d' Olde Lantschap, Drenthe, kunnen noemen. Een voorbeeld daarvan is Roessingh. Tijdgenoot, stadgenoot en broeder in de kunst was Reinhart Dozy.