Skip to main content

Droogleever Fortuyn-Leenmans, Margaretha (Kiek)

23 september 2012

 

* Den Haag 13 februari 1909 - † Roden 16 oktober 1998

Je bent wat de journalisten ‘tijdloze kopij’ noemen, maar ook, volgens mij, ‘vreetkopij’, want je hebt een waarlijk sprookjesachtig image: de stille, zwaarmoedige, bijna anonieme dichteres van de Drie Bundels in Een Kwart Eeuw, moeizaam bezig zielszieke mensen beter te maken.

Brief van Reve, 18 maart 1966 (geciteerd in: Maaike Meijer – M. Vasalis – Een biografie – Van Oorschot – 2011, p. 609

Graf M. Vasalis

M. Vasalis is het pseudoniem van Margaretha (Kiek) Droogleever Fortuyn-Leenmans. Vasalis (van de vazal) is een latinisering van de naam Leenmans. Margaretha, Kiek of Kiekie genoemd, was de jongste van twee dochters van de geschiedenisleraar Hal Leenmans en Louise Creutzberg. Haar ouders waren atheïstische socialisten, haar beide grootvaders en haar overgrootvader van vaderskant waren dominee. Met haar ouders had Kiek een liefdevolle relatie, haar zus Ank werd haar beste vriendin. Na het gymnasium bèta (ze zat o.a. in de klas met de latere fotograaf Cas Oorthuys), studeerde Kiek medicijnen en etnologie in Leiden. Ze werd lid van de Vereniging Vrouwelijke Studenten te Leiden, ontmoette er o.a. prinses Juliana, even oud als zij. In 1932 haalde ze haar doctoraal medicijnen. Als bijbaan - ze ontleedde er o.a. plakjes hersenweefsel - werkte ze voor de histoloog professor Bok. Er zijn honderden brieven bewaard gebleven die Kiek met haar ouders vanaf haar studietijd uitwisselde en ook veel correspondentie met anderen. Ze had van jongs af aan een rijk sociaal leven en stond bij familie en vrienden bekend om haar trouw en humor.

Kiek schreef al vroeg poëzie en proza, waarbij onder andere het thema klassenverschil aan de orde kwam. Ze was vaak ontevreden over haar literaire werk en gooide veel weg, zoals haar dagboeken die ze al op haar achttiende verscheurde.

Na het artsexamen stopte ze met het werk voor professor Bok en kwam ze ertoe meer te schrijven. Op haar 27e startte ze met de specialisatie tot zenuwarts bij professor Brouwer in Amsterdam. Tussen 1934 en 1936 werkte ze als arts-assistent in de prestigieuze inrichting voor psychiatrische patiënten in Santpoort – en vertrok ze voor negen maanden naar de Karoo in Zuid-Afrika om er verlichting te zoeken voor de reuma waaraan ze al geruime tijd leed. Haar eerste vijf gedichten waren net voor haar vertrek gepubliceerd in het blad Groot Nederland, dankzij Simon Vestdijk, aan wie ze deze ter beoordeling had toegestuurd. Menno ter Braak, die haar werk bewonderde, schreef direct een essay over haar gedicht Tijd. Tweeënhalf jaar later verschenen zeven gedichten van haar in het jongerentijdschrift Werk.

Bij terugkeer uit Zuid-Afrika kreeg Kiek een assistentschap bij de afdeling Neurologie en Psychiatrie in het Wilhelmina Gasthuis, waar ze haar toekomstige man Jan Droogleever Fortuyn leerde kennen; hij was er net als zij als zenuwarts in opleiding werkzaam.

Beeld voor DickyKiek Droogleever Fortuyn-Leenmans beviel vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog van hun dochter Lous. In het eerste oorlogsjaar verscheen haar eerste en enige novelle Onweer in het Boekenweekgeschenk ‘Drie novellen’, gebaseerd op haar Zuid-Afrika ervaringen. Haar eerste poëziebundel Parken en woestijnen kwam uit bij Uitgeverij Stols (in 1941 bekroond met de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs). Er braken door de oorlog onzekere tijden aan. Zij en haar man startten elk hun eigen praktijk als zenuwarts. Later werd hij puur neuroloog, zij (kinder)psychiater. De familie kreeg te maken met veel ziekte; de grootste tragiek was de dood van zoontje Dicky, die – nog maar anderhalf jaar oud – eind 1943 besmet raakte met polio.

Het echtpaar had het razend druk, slaagde er ook nog in taken voor het verzet uit te voeren, Joodse vrienden te helpen, een onderduikertje in huis op te nemen en een uitgebreid sociaal leven te hebben o.a. met bekende schrijvers als Victor van Vriesland en Bertus Aafjes.

In 1947 verscheen Vasalis’ tweede poëziebundel De vogel Phoenix, waarmee ze wederom enorm succes boekte. Vier jaar later verhuisde ze met haar gezin met inmiddels drie kinderen (Lous, Hal en Maria) naar Groningen, waar haar man hoogleraar neurologie werd. Zij kreeg een baan als kinderpsychiater aan het Medisch Opvoedkundig Bureau in Assen, later in Groningen. Vanaf 1964 woonde ze met haar gezin in Roden.

M. Vasalis werd bekend als dichter, maar ze bleef met tussenpozen tot haar zeventigste als psychiater werken. Daarnaast schreef ze essays en vertaalde ze werk van anderen. Haar eigen gedichten werden in vele talen vertaald. Belangrijk gegeven in haar poëzie waren haar herinneringen en verlangen naar levendige en nieuwe indrukken. Ze gaf om jeugd, om het nieuwe en pure, om verliefd zijn op iemand, op de natuur, op het leven; kers-verse herinneringen noemde ze haar inspiratiebron. Ze toonde in haar poëzie ook een verlangen naar het mystieke en de dood. Bij haar nieuwe uitgever Geert van Oorschot verscheen haar derde bundel: Vergezichten en gezichten (1954) en postuum De oude kustlijn (2002). Van Oorschot, met wie ze een hecht contact kreeg, kocht de rechten op uitgave van haar eerdere bundels af van Stols. Vasalis maakte een duidelijke scheiding tussen haar dichterlijke loopbaan en haar carrière als kinderpsychiater.

Vasalis is blijven schrijven, maar tijdens haar leven kwamen er geen nieuwe publicaties na 1954 op één enkel gedicht na Is het vandaag of gistren, vraagt mijn moeder, dat in Tirade 200 werd opgenomen, waarin ze vaker publiceerde. Ze liet haar proza vaak onafgemaakt of ongepubliceerd, had een enorme zelfkritiek en kondigde in haar dagboek in 1975 zelfs de dood van M. Vasalis aan. Ze liet een niet voltooide biografie na waarin ze het leven van haar ouders schetste. Vasalis werkte wel tot op haar laatste ziekbed door aan haar gedichten, al vond ze zelf al vele jaren dat haar scheppingskracht tot schrijven afnam. Ze correspondeerde met vele collega-schrijvers en -dichters onder wie Gerard Reve, met wie ze het goed kon vinden en met wie ze over haar mystieke ervaringen schreef. Ze achtte zijn oordeel hoog en diende ook hem van advies. Met de uit Zuid-Afrika afkomstige dichter Elisabeth Eybers voelde ze zich sterk verwant, ze had een innige vriendschap met haar. Ze schreef persoonlijke gedichten voor Eybers in het Afrikaans, een taal die ze had geleerd tijdens haar lange verblijf in Zuid-Afrika. Ook met de dichters Judith Herzberg en Fritzi ten Harmsen van der Beek was ze zeer bevriend.

Het werk van Vasalis is bekroond met de Constantijn Huygensprijs in 1974 en de P.C. Hooftprijs in 1982. In haar dankwoord bij de uitreiking van de Huygensprijs zei ze als toelichting op haar lange periode van dichterlijk zwijgen: ‘Wat mij in en na de oorlog overkomen is komt hierop neer: een enorme relativering van mijn eigen lot, mijn eigen geluk of ongeluk, mijn meningen, oordelen, mijn kennis en mijn commentaar. (…) Ik moest voortdurend tot de conclusie komen dat mijn commentaar volstrekt overbodig was en dat het geen zin had mijn lucifertje bij de brand af te strijken.’ In 1983 na de in ontvangstneming van de P.C. Hooftprijs zei ze dat ze met haar gedichten zo dicht mogelijk wilde komen bij de belevenissen, beelden, vormen en klanken in ons, die zelf geen spraak hebben.

Melancholie en droefheid zijn kenmerkende gegevens in haar gedichten. Haar contacten met de patiënten in Santpoort in wie ze zich goed kon inleven en met wie ze grote empathie had, hebben invloed gehad op haar literaire uitingen.

Een aantal Vijftigers, onder wie Rudy Kousbroek, heeft kritiek geleverd op de ‘oude’ dichters, ook op M. Vasalis. De invloedrijke Vijftiger Rodenko, die Vasalis in 1950 beschouwde als een ‘definitief afgesloten tijdperk’, komt daarop terug door haar later een meester en wegbereider als Nijhoff te noemen. Een andere criticus van haar was Charlotte Mutsaers.

In 2006 zijn haar Verzamelde gedichten verschenen. Vasalis is een van de meest gelezen dichters in Nederland, haar bundels hebben vele herdrukken gekregen en werden allemaal bestsellers. Er is over haar en haar poëzie veel geschreven, onder andere door Guus Middag: ‘Dichteres zweeg 30 jaar, maar vestigde wel een traditie’ (Het Parool, 23 november 1983). En: ‘Onverschrokken en rechtstreeks. De wijze Vasalis en de ambitieuze Van Oorschot schreven elkaar zo’n 35 jaar’ (NRC Handelsblad, 4 september 2009).

Er is een lesbrief over Vasalis opgesteld in opdracht van de projectgroep Vasalis in de gemeente Noordenveld. Het doel is om leerlingen van het primair en voortgezet onderwijs kennis te laten maken met het werk van dichteres M. Vasalis. Vanuit het thema ‘ik droomde dat’ schrijven de leerlingen gedichten en geven ze deze vorm. De beeldende werkvormen zijn direct geïnspireerd op het Vasalis-gedenkteken op het landgoed Mensinge in Roden. Op de 100e geboortedag van Vasalis in 2009 werd een gedenkteken voor haar onthuld op Landgoed Mensinge. In dit kunstwerk van Erick de Lyon staan de eerste regels van haar gedicht Tijd. De lesbrief is uitgegeven op 13 februari 2012 en bedoeld voor de groepen 7 en 8 van het primair onderwijs en klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs. Zie hiervoor de site vasalis.nl.

NaamplaatMargaretha Droogleever Fortuyn-Leenmans/Vasalis woonde tot haar overlijden in de witte villa De Zulthe in Roden – een voormalig kinderherstellingsoord – nu in gebruik als B&B. In de zomer van dat jaar was pancreaskanker bij haar vastgesteld. Op haar sterfbed werkte ze nog aan haar gedichten en had ze contact met vele vrienden en relaties.

Na haar overlijden werd zij op de Amstelveense begraafplaats Zorgvlied in het graf verenigd met haar in de oorlog jong gestorven zoontje Dicky Droogleever Fortuyn (16 april 1942-10 oktober 1943). Tijdens de begrafenis waren alleen familie en naaste vrienden aanwezig. (Wijknaam: 2.2. De Boschtuyn, Grafnummer: C-I-0320)

Jan Droogleever Fortuyn (12 april 1906-10 januari 1999) stierf binnen drie maanden na Kiek. Nadat hij gecremeerd werd in Dieren, werd zijn as bijgezet in het graf van zijn vrouw en zoontje.

Het beeld van Dicky met vogel is gemaakt door Fransje Carbasius.

Voor M. Vasalis is een tegel gelegd bij het Schrijversmonument De Gebroken Kolom elders op Zorgvlied.

 

Literatuur

  • M. Vasalis – Een biografie – Maaike Meijer – Van Oorschot – 2011
  • Léon Hanssen – Een misverstand om in te geloven – De poëzie van M. Vasalis – Athenaeum – Polak & Van Gennep – Amsterdam – 2006
  • Ik heb mezelf nog van geen ding bevrijd – Beschouwingen over het werk van M. Vasalis – P.C. Hooftprijs – BZZTôH – 1983 (samengesteld door Dirk Kroon) 

Internet

 

Deze bijdrage is eerder verschenen op De Mirandabuurt, Amsterdam

 

Aangepast: 08 februari 2020

Nieuw op de website


Kollum – Protestants kerkhof

16 maart 2024
~Fryslân

Jacobs, Aletta

07 maart 2024
~Maatschappij

Als bloemen bij het graf - Rolde

07 maart 2024
~Als bloemen bij het graf

Lobith - Katholieke kerkhof

12 februari 2024
~Gelderland