Skip to main content

Jacobs, Aletta

08 maart 2024

In 1636 was Anna Maria van Schurman de eerste vrouw die werd toegelaten aan een Nederlandse universiteit. Het zou echter nog lang duren voordat het gewoon werd dat vrouwen ook een studie konden volgen. De Groningse Aletta Jacobs brak eind negentiende eeuw voor veel vrouwen een lans. In 1870 werd ze als eerste vrouw toegelaten aan de HBS in Sappemeer. Een jaar later werd ze toegelaten aan de universiteit van Groningen. Jacobs werd een voorvechtster van vrouwenrechten en zette zich op meerdere vlakken in voor arbeidsemancipatie.

Aletta Jacobs (Foto Julius Oppenheim, 1924).

Arts

Aletta Jacobs werd op 6 februari 1854 geboren in Sappemeer en groeide op als achtste kind in een vrijzinnig Joods gezin met 11 kinderen. Al op jonge leeftijd had zij de ambitie om arts te worden, net als haar vader Abraham Jacobs en haar oudere broer Julius. Haar oudere zus Charlotte zou de eerste Nederlandse vrouwelijke apotheker worden. Aletta volgde haar zus en haalde in 1870 haar leerling-apotheker examen, maar het bleef haar droom om arts te worden. Dat jaar kreeg ze toestemming om als toehoorster lessen te volgen aan de HBS. Toelating aan de universiteit was echter niet mogelijk, tot ze een brief schreef aan de liberale minister Thorbecke om vrijstelling te krijgen van het toelatingsexamen, aangezien zij was opgeleid tot leerling-apotheker en een mannelijke student met dezelfde kwalificaties ook was toegelaten. Thorbecke gaf die toestemming en in april 1871 begon Jacobs aan een proeftijd van enkele maanden, waarna ze al snel officieel werd toegelaten. In 1878 slaagde ze voor haar artsexamen en op 8 maart 1879, nog maar 25 jaar oud, promoveerde ze aan de net opgerichte Universiteit van Amsterdam tot doctor in de medicijnen.

Jacobs vestigde zich als huisarts in Amsterdam aan de Herengracht. Daarnaast gaf ze gratis consulten aan armlastige vrouwen in de Jordaan. In 1881 richtte ze met haar latere echtgenoot Carel Gerritsen de Nieuw-Malthusiaanse Bond op, dat zich inzette voor een verantwoorde geboortebeperking en waar later ook de bekende arts Jan Rutgers zich bij aansloot. Een jaar later, in 1882, introduceerde Jacobs het pessarium in Nederland, gestimuleerd door de vele uitgeputte vrouwen in haar praktijk die opeenvolgende zwangerschappen hadden ondergaan. Ook zette ze zich in voor de slechte arbeidsomstandigheden van vrouwelijke winkelbediendes die rond 1886 doorgaans werkdagen maakte van vijftien uur, die ze met enkele korte pauzes vooral staand doorbrachten. De discussie rondom zitgelegenheid vulden tijdschriften en kranten, en leidde uiteindelijk in 1902 tot een wet waarin zitgelegenheid voor de winkeljuffrouw verplicht werd gesteld. In 1901 waren Jacobs en Gerritsen nauw betrokken bij de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB), die zich uitsprak voor gelijkstelling van de vrouw aan de man en daarmee ook algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen.

De Vrouw. Haar bouw en haar inwendige organen. De Vrouw. Haar bouw en haar inwendige organen.

Vrouwenkiesrecht

In 1883 besloot Jacobs zich verkiesbaar te stellen voor de Amsterdamse gemeenteraad, maar ze werd geweigerd. Ze liet zich niet uit het veld slaan en bleef vechten voor de rechten van vrouwen, niet alleen in Nederland, maar later ook internationaal. De nieuwe grondwet van 1887, waarin vastgelegd was dat alleen mannelijke ingezetenen van Nederland mochten stemmen en gekozen konden worden, leidde in 1894 tot de oprichting van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (VVK). Jacobs werd president van de Amsterdamse afdeling en in 1903 van het landelijke bestuur. In 1911 ondernam ze met Carrie Chapman Catt, president van de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht, een wereldreis om de ideeën van het vrouwenkiesrecht te verspreiden en krachten te bundelen. Nadat in 1916 in Amsterdam een grote demonstratie was gehouden voor het vrouwenkiesrecht, werd in 1917 de wet uiteindelijk aangepast en kregen vrouwen het recht van kiesbaarheid, het zogeheten passief kiesrecht. In 1918 werd de wet wederom aangepast en kregen vrouwen dezelfde politieke rechten als mannen. Dat jaar werd Suze Groeneweg als eerste vrouwelijke Tweede Kamerlid gekozen. In 1922 kwam de gelegenheid voor vrouwen om daadwerkelijk voor het eerst te stemmen bij landelijke verkiezingen.

International Congress of Women 1915 (LSE Library)International Congress of Women 1915. Aletta Jacobs is de zesde persoon van rechts
(LSE Library).

Privé

Aletta Jacobs had vanaf 1884 een vrij huwelijk met Carel Victor Gerritsen. Beiden hadden principiële bezwaren tegen de belofte van gehoorzaamheid die de vrouw aan de man moest afleggen, maar toch trouwden ze in 1892 voor de wet. Ruim een jaar later werd een zoon geboren, die slechts een dag leefde.

Gerritsen was handelaar, maar zette zich daarnaast ook politiek in.  Na eerder lid te zijn geweest van de gemeenteraad in Amersfoort en Amsterdam, werd hij in 1893 voor het eerst gekozen voor de Tweede Kamer. In 1899 werd Gerritsen wethouder van onder meer armenzorg in Amsterdam en tot zijn vroege dood in 1905 was hij lid van Provinciale Staten van Noord-Holland. Evenals Jacobs was Gerritsen groot voorstander van crematie en na zijn dood werd hij gecremeerd in Hamburg, aangezien in Nederland crematie nog niet mogelijk was en bovendien niet toegestaan.

Na de dood van Gerritsen bleef Jacobs politiek actief. Zo was ze van 1921 tot 1927 lid van het hoofdbestuur van de VDB. Daarnaast bleef ze veel reizen en bezocht tal van congressen. Jacobs genoot veel aanzien en is van groot belang geweest voor de ontwikkeling van rechten voor vrouwen in Nederland, maar ook daarbuiten.

Haar dood

Aletta Jacobs overleed op 10 augustus 1929 tijdens een vakantie in een hotel in Baarn. Ze werd op 14 augustus gecremeerd in Driehuis-Westerveld, waar sinds 1914 een crematorium in gebruik was. Vanwege de publieke belangstelling voor de uitvaart zetten de NS een extra trein in op het traject Amsterdam-Haarlem-Driehuis-Westerveld. Hoe geliefd en gewaardeerd Aletta Jacobs was, bleek wel bij de uitvaart. De aula was te klein voor alle aanwezigen en velen moesten buiten wachten. In de aula spraken vertegenwoordigers van onder meer de vereniging van staatsburgeressen, de nationale vereniging voor vrouwenarbeid, het comité voor vrouwenarbeid in Indië, het comité voor verbetering van de huwelijkswetgeving, de vrouwelijke artsenvereniging en de wereldbond voor vrouwenkiesrecht.

De uitvaart van Aletta Jacobs (zonder geluid).

Na de crematie werd haar urn met as bijgezet in het columbarium van de familie Broese van Groenou op hun landgoed in Loenen. Jacobs had al haar broers en zusters overleefd en vond geborgenheid bij de Broese van Groenou’s die haar idealen deelden. Hoe dicht Aletta Jacobs bij de familie stond, blijkt wel uit het feit dat een van de kinderen in de familie in 1921 bij de geboorte naar Aletta werd vernoemd.

Het monument

Op 11 juni 1931 werden de urnen van Gerritsen en Jacobs overgebracht naar het columbarium van Driehuis-Westerveld en bijgezet in een urnenmonument ontworpen door de beeldhouwster Gra Rueb. Het monument bevindt zich tegen een van de wanden van Columbarium II, ontworpen door Dudok. Het monument is opgebouwd uit zandsteen en keramische tegels met in de centrale nis een reliëf van een knielende man en vrouw op een wereldbol, terwijl zij een brandende fakkel vasthouden. In kleine nissen aan weerszijden van de grote nis bevinden zich de urnen voor Gerritsen en Jacobs. Boven de urn van Gerritsen een reliëf in keramiek van een uil, symbool van wijsheid, en boven de urn van Jacobs een esculaap, een beroepssymbool van artsen met een slang die zich rond een staf slingert. De slang die zijn huid kan afwerpen staat symbool voor genezing.

Monument Driehuis WesterveldMonument Driehuis Westerveld.

Begin deze eeuw bleek het monument schade opgelopen te hebben en nadat geld was ingezameld in 2011 werd het onder leiding van het Aletta-instituut gerestaureerd.

Literatuur

Internet

Aangepast: 09 maart 2024