Skip to main content

Westerling, Raymond Paul Pierre

16 mei 2010

 

* Istanboel, 31 augustus 1919 – † Purmerend, 26 november 1987

 

Portret van ex-KNIL-kapitein Westerling uit 1969 (foto: ANP Historisch Archief)Indonesië is voor altijd verbonden met Nederland, zo leert de geschiedenis. Is het niet vanwege de oplaaiende discussie over de datum van oprichting van de republiek Indonesië, dan is het wel over personen die ooit een rol speelden in Nederlands Indië. Die personen variëren van Jan Pietersz Coen tot Van Heutsz of Westerling. Die laatste spreekt wellicht het meest tot de verbeelding omdat zijn daden nog wat dichterbij staan in de tijd.

 

Westerlings vroegste jaren

De wieg van Westerling stond niet in Nederland maar in de wijk Pera in Istanbul. Hij werd daar geboren op 31 augustus 1919. Het was een woelige tijd in Istanbul, maar Westerling kreeg daar als kind weinig van mee. Zijn vaders familie woonde al drie generaties in Istanbul en het gezin maakte deel uit van de grote Griekse gemeenschap in de stad. Vader Paul Rou Westerling was handelaar in antiek en curiosa en zijn moeder Sophie Moutzatzou was van Griekse afkomst. Westerling bezocht een Franstalige kostschool van de Jezuïeten alwaar hij goed Frans leerde spreken. Naast het Frans sprak Westerling vloeiend Grieks en Turks. De Nederlandse taal was hij daarentegen nauwelijks machtig.

Zijn dagen vulde hij met het verzamelen van slangen en hagedissen, lezen, trainen in worstelen en jiu jitsu en maken van lange tochten in de bergen. Na zijn schooltijd werkte Raymond Westerling als cargadoor in het bedrijf van zijn schoonbroer. Hij was niet van plan zijn vader op te volgen en meldde zich vlak na de Duitse inval in Polen bij het Nederlandse consulaat in Istanbul als vrijwilliger voor het Nederlandse leger. Hij was toen net 20 jaar oud. 

Militaire loopbaan

Na maandenlange omzwervingen, die hem onder meer in Zuid-Afrika, Canada en Egypte brachten, kwam Westerling in 1941 uiteindelijk aan in Groot-Brittannië. In Wolverhampton werd hij ingedeeld bij de pas gevormde Prinses Irene Brigade. Dit was voor Westerling een ontluisterende ervaring. In plaats van te vechten kreeg hij een leven in een kazerne. Later zei hij hierover: “Ik had er mij op voorbereid om de vijand met de bajonet te lijf te gaan, maar niet om aardappelen met een schillemesje te bewerken”. Om het kazerneleven te ontlopen, diende hij zich in juni 1942 aan voor de commando-opleiding in het Engelse leger.

Rond die tijd trad hij ook in het huwelijk met Marjorie Edna Lilian Sowter. In het leger ontpopte Westerling zich als een voorbeeldig rekruut. Hij werd al snel bevorderd tot sergeant-instructeur, belast met de opleiding in unarmed combat en toughness training. In september 1944 werd hij benoemd tot sergeant voor speciale diensten en ingelijfd door het Bureau Bijzondere Opdrachten, een organisatie die agenten opleidde voor geheime acties in bezet Nederland. Net als in de twee voorgaande jaren had hij echter de pech dat de voor hem geplande missies op het laatste moment werden afgeblazen. In oktober 1944 werd hij eindelijk operationeel. Westerling werd geplaatst bij de staf van prins Bernhard en ging in het bevrijde Brabant een compagnie Brabantse en Limburgse stoottroepen trainen. Met zijn rekruten ondernam hij geregeld clandestiene uitstapjes naar vijandelijk gebied waardoor hij eindelijk wat actie zag. Aan zijn periode als instructeur kwam echter op 10 maart 1945 abrupt een eind. Bij Breda werd hij die dag getroffen door de inslag van een Duitse V-1 raket. Westerling werd ernstig gewond overgebracht naar een Engels hospitaal. Toen hij eenmaal was hersteld, was de oorlog in Europa tot zijn spijt al afgelopen. 

Inzet in Nederlands-Indië

Zonder enige echte gevechtservaring meldde Westerling zich in juni 1945 voor de strijd in Nederlands-Indië. Hij ging over naar het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) waar hij werd benoemd tot reserve-tweede luitenant. Westerling werd geplaatst bij het Korps Insulinde, dat op Ceylon deel uitmaakte van Force 136, een organisatie voor het uitvoeren van onder meer commandoacties op vijandelijk gebied. Twee dagen na de Japanse overgave op 15 augustus werd door de leiders van de nationalistische beweging de Republiek Indonesië uitgeroepen. Voor de Nederlandse regering was dit een slag in het gezicht en ze besloot dan ook met militaire middelen de orde te herstellen in haar kolonie. Er waren weinig troepen beschikbaar, maar wat er was, werd uitgezonden. Zo ook Westerling. Hij werd samen met andere leden van het Korps Insulinde naar Sumatra gestuurd om daar hulp te verlenen aan krijgsgevangenen en geïnterneerden. Op 14 september werd Westerling boven het vliegveld van Medan gedropt ter versterking van de reeds eerder voor dit doel uitgezonden groep van reserveluitenant-ter-zee eerste klasse C.A.M. Brondgeest. Brondgeest droeg Westerling op een militair politiekorps te organiseren, bestaande uit Ambonezen, Menadonezen en Indo-Europeanen. Westerling maakte vooral in de maanden die daarop volgden ‘faam’. Tijdens nachtelijke acties maakte hij met zijn Ambonese ondergeschikten jacht op 'terroristen'.

Eind oktober waren de Britten in het gebied van Westerling aangekomen om de Japanners te ontwapen. Niet lang na hun komst lieten de Britten weten niet blij te zijn met de acties van Westerling en zijn politiekorps. Zij drongen aan op opheffing van de door hem opgezette inheemse politie en op zijn verwijdering uit Medan. Daarop werd Westerling in juni 1946 overgeplaatst naar Batavia. Het leek erop alsof de militaire carrière van Westerling daarmee was afgelopen. Zijn kennis en ervaring waren echter voor het KNIL van groot belang.

Kort daarop vroeg het KNIL Westerling om de leiding op zich te nemen van het Depot Speciale Troepen (DST), een commando-eenheid in oprichting. Met enthousiasme stortte hij zich op zijn nieuwe taak: de opleiding en instructie van het voornamelijk uit inheemse militairen bestaande Depot. Eerder dan hij verwachtte, werd een beroep gedaan op de commando's.

Westerling kreeg in december 1946 opdracht van luitenant-generaal S.H. Spoor, legercommandant in Nederlands-Indië, om naar Zuid-Celebes te gaan. Daar moest hij met 130 man het gebied rond Makassar zuiveren. Westerling moest de republikeinse terreur in Zuid-Celebes beëindigen en de rust herstellen. Op welke wijze moest Westerling zelf maar uitzoeken. Hij introduceerde een nieuwe aanpak, die er uit bestond verdachte kampongs tijdens de nachtelijke uren te omsingelen om ze bij het aanbreken van de dag te overvallen. Iedereen die in het bezit was van een wapen of verzet bood, werd onmiddellijk gedood. Hutten waarin wapens werden aangetroffen stak men in brand. Alle inwoners werden bijeengedreven waarna verdachte personen ('terroristen') uit de menigte werden gehaald. Deze werden 'veroordeeld' en ter plekke gefusilleerd. Na de terechtstellingen liet Westerling de bevolking een eed afleggen op de Koran. Daarbij liet hij hen zweren dat ze af zouden zien van terrorisme. Verder wees Westerling een nieuw kampongbestuur aan en riep hij een nieuw politieapparaat in het leven met het oog op toekomstige ordehandhaving. Bij de schuldvraag ging Westerling simpelweg af op zijn gevoel of hij raadpleegde een meegenomen lijst met namen van 'extremisten'. De methode die Westerling toepaste, kwam bekend te staan als die van het standrecht. Met zijn aanpak hoopte Westerling het vertrouwen van de bevolking in de Nederlanders terug te kunnen brengen. Of hij daarin slaagde, is niet bekend; wel dat de orde op Zuid-Celebes terugkeerde en het verzet de kop werd ingedrukt. Westerlings naam en reputatie waren gevestigd en zijn bijnaam ‘de Turk’, deed velen beven.

Volgens eigen opgave zou het optreden van het DST ongeveer 800 mensen het leven hebben gekost. Indonesische autoriteiten beweren dat het er niet minder dan 40.000 waren. Andere schattingen laten het getal tussen de 1.800 en 2.000 doden liggen. Voor de legerleiding waren de acties van Westerling in ieder geval een groot succes. Tijdens de zuiveringsacties werd Westerling bevorderd tot reservekapitein. De acties op Zuid-Celebes duurden tot 21 februari 1947. 

Bejubeld en verguisd

Wat Westerling op Zuid-Celebes deed, was zeer controversieel. Hij paste methoden toe die de Gestapo niet zouden misstaan. Binnen het leger werd hij bejubeld als militair die uitvoerde wat anderen niet durfden, daarbuiten werd hij verguisd als oorlogsmisdadiger. Ondanks zijn aanpak gaf de legerleiding in Batavia Westerling carte blanche om zijn DST verder te versterken. Daarbij kreeg hij wel de beperkende voorschriften om zijn manschappen beter in de hand te houden, geweldsexcessen te voorkomen en het standrecht niet meer toe te passen. Hierna groeide het aantal manschappen van het DST onder Westerlings leiding uit tot ongeveer 800. Ondertussen was het DST nog wel samengevoegd met de 1e Parachutisten Compagnie en hernoemd tot het Korps Speciale Troepen (KST). Perioden van training wisselde Westerling af met intensieve zuiveringsacties, nu op Java en Sumatra. De wijze waarop het Korps te werk ging, riep echter steeds meer weerstand op. Westerling voerde feitelijk een vorm van contraterreur met alle excessen van dien. Hij bleek niet in staat de toenemende kritiek op de excessieve gewelddaden van zijn ondergeschikten te ontzenuwen. De legertop kon zich daarna niet langer afzijdig houden en stelde Westerlings positie als commandant ter discussie. Dit leidde ertoe dat Westerling in augustus 1948 van zijn commando werd ontheven. Ondanks waardering voor zijn successen te velde, achtte Spoor hem als leidinggevend officier mislukt. Het leger achtte Westerling nog steeds waardevol en gaf hem de functie van hoofdinstructeur van het Korps. Westerling bedankte hier echter voor. Op 16 november 1948 droeg hij het commando van het Korps over aan zijn opvolger. In januari 1949 werd hem groot verlof verleend. Dit betekende het einde van zijn militaire carrière.

Privé was ondertussen Westerlings huwelijk met Marjorie op de klippen gelopen. Het echtpaar had geen kinderen gekregen en was nog voor 1949 gescheiden. Op 25 maart 1949 trad hij in het huwelijk met Fernande Yvonne Fournier. Uit dit huwelijk werden een zoon en twee dochters geboren. 

Westerling als Ratu Adil

Nu Westerlings militaire loopbaan voorbij was, betekende dat niet dat hij terug ging naar Europa. Hij vestigde zich met zijn gezin in de buurt van Bandung en begon een transportonderneming met oude, van het KNIL overgenomen legertrucks. Hij bleef contacten onderhouden met verschillende KNIL-officieren, onderofficieren en manschappen van het KST. Ook de politici van de Westjavaanse deelstaat Pasundan waren voor Westerling geen vreemden. Ondertussen was de politieke situatie in Indonesië nog lang niet stabiel. Communistische en religieuze opstanden tegen de centrale regering dreigden het land te verscheuren. Westerling wilde niet dat de deelstaat Pasundan zou worden opgeheven en hij richtte een privélegertje op. Naar aanleiding van een Javaanse legende riep hij zichzelf uit tot Ratu Adil, de rechtvaardige vorst. Parallel met de legende was dat de vorst afkomstig zou zijn uit Istanbul, net als Westerling. Hij noemde zijn leger dan ook het Legioen van de Rechtvaardige Vorst, ofwel Angketan Perang Ratu Adil, afgekort APRA. Zijn legioen telde ongeveer 400 man onder wie zo’n 125 militairen die waren gedeserteerd uit Westerlings Korps Speciale Troepen. De rest bestond uit weggelopen ondernemingswachters, ex-politiemannen en anderen die Westerling wilden steunen. In hoeverre hij steun kreeg van de West-Javaanse bevolking is niet te achterhalen.

In de loop van 1949 deed het gerucht de ronde dat Westerling leiding gaf aan een omvangrijke legermacht onder de naam APRA. Zowel aan Nederlandse als aan Indonesische zijde werd geloof gehecht aan de geruchten. Hierdoor werd Westerling nu beschouwd als een machtsfactor van betekenis. Het doel van Westerling was om met zijn APRA, gesteund door deelstaattroepen, de centrale regering uit te schakelen en de steden Jakarta en Bandung aan te vallen. Voor zijn plannen zocht hij steun bij de Nederlandse legerleiding, maar van die kant kon hij wel op sympathie rekenen, maar niet op daadwerkelijke steun.

Ondertussen had de Nederlandse regering in december 1949 de Indonesische onafhankelijkheid erkend. Daarmee werd het er niet rustiger op in Indonesië. Westerling stuurde op 5 januari 1950 een ultimatum aan de regering in Jakarta. Hij eiste waarborgen voor het voortbestaan van Pasundan en erkenning voor zijn leger. Enkele weken van opgeklopte spanning volgden waarin toezeggingen uitbleven. Daarop begon hij op 23 januari 1950, nog geen maand na de soevereiniteitsoverdracht, een aanval op Bandung. Aan die aanval namen behalve de bovengenoemde APRA-leden ook circa 300 KNIL-militairen deel. Het doel van de coup was het Indonesische leger uit te schakelen, het bewind van president Soekarno omver te werpen en de regering te vervangen door een nieuwe. Die nieuwe regering zou het bestaan van de deelstaten moeten respecteren. Westerling zelf, was met slechts een tiental mannen naar Jakarta vertrokken om die regering gevangen te nemen.

De hele actie liep uit op een fiasco door de amateuristische opzet en het uitblijven van steun. Bovendien waren de Indonesische autoriteiten al in een vroeg stadium op de hoogte gebracht van Westerlings plannen door de Amerikaanse CIA. Westerling kreeg tijdens de actie niet de gehoopte steun en de operatie liep vast. Ondertussen had APRA de zuidelijke stadswijken van Bandung bezet. Bij de gevechten vonden tientallen Indonesische soldaten de dood. In Jakarta verging het Westerling zelf niet veel beter. Zijn eenheid werd in een vuurgevecht uiteen geslagen en Westerling vluchtte. Hij kon niet anders doen dan onderduiken. Een maand lang trok hij van het ene naar het andere onderduikadres om uit handen van de Indonesische autoriteiten te blijven.

Veel van Westerlings manschappen werden opgepakt of gedood door het Indonesische leger. De meeste deserteurs kwamen in handen van de nog op Java achtergebleven Nederlandse troepen. De Nederlandse militaire autoriteiten besloten de soldaten zelf te berechten wegens desertie. Zo bleven zij uit handen van Indonesië. Ze werden gedetineerd op het eilandje Onrust. 

Terug naar Europa

Aankomst van Westerling in Brussel op 24 augustus 1950 (foto: ANP Historisch Archief)Toen duidelijk werd dat verder verblijf van Westerling in Indonesië ernstige gevolgen zou kunnen hebben, besloot de Nederlandse legerleiding hem in het geheim te evacueren. Met behulp van een Catalina watervliegtuig van de Koninklijke Marine, die overigens door de legerleiding niet was ingelicht over het doel van de hulp, kon hij op 22 februari het land verlaten. Westerling werd gedropt voor de kust van Malakka en wist zo naar Singapore te ontkomen. Ondanks zijn toezegging direct door te reizen naar Amsterdam, besloot hij in Singapore te blijven. Vier dagen later werd hij door de Britten wegens illegale grensoverschrijding gearresteerd. Daar zat hij vervolgens zes maanden gevangen. Na zijn uitwijzing uit Singapore werd hij op 21 augustus 1950 op het vliegtuig naar Amsterdam gezet. In Nederland werden ondertussen op politiek niveau stappen ondernomen om Westerling te berechten voor zijn optreden in Indonesië. Tot ieders verbazing landde Westerling op 24 augustus niet in Amsterdam, maar in Brussel. Tijdens een tussenstop in Egypte hadden de plaatselijke autoriteiten hem uit het vliegtuig gehaald en hem overgezet op een vlucht naar Brussel. Van de Belgische autoriteiten kreeg Westerling een verblijfsvergunning waarop hij zich in Brussel vestigde. Zijn vrouw verliet daarop Indonesië en reisde naar Nederland. Hun drie kinderen volgden later.

Met de vestiging van Westerling in Brussel waren de Indonesische avonturen nog niet voorbij. Hij werd al snel benaderd door vertegenwoordigers van de Republiek der Zuid-Molukken en de Stichting 'Door de Eeuwen Trouw' (DDET). Zij zochten contact met Westerling voor het uitvoeren van een militaire actie op Ambon of Ceram. Ondanks dat hij de Belgische autoriteiten had moeten beloven zich verder te onthouden van politieke activiteiten ging Westerling in op het verzoek. Hij reisde ervoor naar Frankrijk, Tanger en Marokko, maar het plan liep uit op een mislukking. De hele onderneming stortte in en Westerling was weer terug bij af. Ondanks het vooruitzicht gearresteerd te worden, kwam hij in de loop van 1952 toch naar Nederland. 

Terug in Nederland

Westerling reisde naar Nederland om zijn gezin te bezoeken. Hij dook onder op een landgoed in Hummelo. Daar werd hij op 16 april 1952 ontdekt en gearresteerd. Op dezelfde dag werd Westerling ook weer vrijgelaten, ondanks protesten van Indonesië. Door activiteiten van medestanders kwam hij daarna regelmatig in contact met justitie en werd hij nog vele malen verhoord. Uiteindelijk werd de zaak Westerling op 5 januari 1955 door het Openbaar Ministerie geseponeerd.

Westerling, inmiddels 35 jaar oud, had grote moeite daarna in de burgermaatschappij te aarden. Als militair had hij een intense tijd beleefd die nooit meer geëvenaard zou worden. Hij maakte allerlei plannen en goede voornemens maar daar kwam weinig van terecht. Hij stortte zich in een kort politiek avontuur door zich te verbinden met de Nederlandse Volksunie en de Nederlands Conservatieve Partij. Daarna deed hij in 1958 een poging om operazanger te worden. Westerling kreeg voor de zanglessen zelfs een beurs van het ministerie van Onderwijs. Hij werd echter te snel voor het voetlicht gebracht en de negatieve kritiek op zijn optreden maakte dat hij niet weer optrad.

In 1965 was hij gescheiden van Fournier, waarop hij een relatie kreeg met Adriana Martina Vleesch Dubois. Hij trouwde met haar in juli 1971. Met haar kreeg hij ook nog een dochter. Samen met zijn vrouw dreef Westerling enkele jaren een Indisch antiquariaat in Amsterdam. Ook startte hij ondernemingen als een drukkerij en een fabriekje van lampenkappen. Ze brachten Westerling weinig succes en langzamerhand begon hij ook fysiek problemen te krijgen. De in de oorlog opgelopen verwondingen bezorgden hem veel last. 

Cultfiguur

In de jaren zeventig groeide Westerling uit tot een begrip. Hij werd bezocht door oud-strijders en andere bewonderaars. Bij regelmatig terugkerende discussies over het Nederlandse optreden in Indonesië viel steevastEen van de trouwe vrienden en ondergeschikten van kapitein Westerling de voormalige judoka-karatekampioen John Bluming salueert bij het graf van zijn voormalige commandant in het toenmalige Nederlands-Indie. (foto: ANP Historisch Archief) de naam van Westerling. Zijn reputatie leidde er ondermeer toe dat hij halverwege de jaren zestig adviezen gaf aan de inlichtingendienst van het Amerikaanse leger over hun inzet in Vietnam. Zijn hang naar avontuur werd een aantal keren bijna bevredigd, maar operaties waarvoor hij zou worden ingezet, werden telkens op het laatste moment afgeblazen. Al met al is Westerling een van de meest besproken militairen uit de recente Nederlandse geschiedenis. Zijn naam wordt zelfs vandaag nog in menig discussie naar voren gebracht. Ondanks zijn tekortkomingen als commandant was hij een succesvol instructeur en opleider. Zijn individualistische en vrijmoedige optreden maakte samen met zijn krachtige persoonlijk dat hij mensen achter zich kreeg en zeker indruk maakte.

Westerling is niet heel erg oud geworden. Zijn slechte fysieke en psychische gesteldheid bezorgden hem uiteindelijk zoveel last dat hij op 26 november 1987 een acute hartstilstand kreeg. Hij was toen net enkele maanden geleden 68 jaar geworden. Hij overleed in zijn woonplaats Purmerend, maar werd begraven in Amsterdam. Op 1 december werd Westerling onder massale belangstelling op De Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam begraven. Oud-strijders onder wie Westerlings trouwe vriend en ondergeschikte de voormalige judoka-karatekampioen John Bluming, salueerden bij de groeve. Op verzoek van de nabestaanden werd een graf gekozen op een goed zichtbare plek. 

Westerlings grafmonument

Detail grafmonument

Op het graf van Westerling, gelegen op een hoek, langs een breed pad staat op het hoofdeind een eenvoudige steen. De witte kleur van het dooraderde marmer valt op zich niet op, maar de afbeelding en tekst zijn duidelijk over wie hier begraven ligt. Het graf is omrand met binnenin grind. Aan de voorzijde is een plantvak opgenomen dat goed bijgehouden wordt. Verder staat een potplant op het graf en naar gelang het jaargetijde staat er een krans, kaarsjes of bloemen. De tekst is veelzeggend:

 

hier rust mijn lieve

man, vader en opa

vriend van velen

oud kapitein

raymond paul pierre

westerling

geb. 31-8-1919 – overl. 26-11-1987

voormalig commandant

van het k.s.t.

 

rakjat memberi beliau

gelar ratu adil

rechtvaardige vorst

 

Boven de Indische tekst is het korpsembleem van de commandotroepen opgenomen met het Latijnse motto “Nunc Aut Nunquam”, watGrafmonument Westerling zoveel betekent als “Nu of nooit”. Het KST van Westerling is een van de zogenaamde stamonderdelen van het huidige Korps Commandotroepen.

Het zwart van de letters begint inmiddels wat te verweren, maar de tekst is nog goed leesbaar. Regelmatig wordt er nog over Westerling geschreven, soms positief, vaak negatief. In die zin blijft hij besproken, iets wat hij waarschijnlijk wel op prijs had gesteld.

 

Literatuur

  • Moor, J.A. de; Westerling, Raymond Paul Pierre (1919-1987), in: Biografisch Woordenboek van Nederland 4, Den Haag 1994
  • Prillevitz, Paul; Het graf van de Ratu Adil, in: NRC van 21 juli 2008
  • Archief De Nieuwe Ooster.

 Internet

 

 

Aangepast: 22 november 2021