Skip to main content

Talma, Aritius Sybrandus (Syb)

21 juli 2008

 

* Angeren 17 februari 1864 - † Haarlem 12 juli 1916

 

Na de Latijnse school in Zutphen en Dordrecht bezocht Aritius Sybrandus (roepnaam Syb) Talma het Erasmiaans Gymnasium in Rotterdam. Hij rondde zijn studie theologie in 1887 af aan de Rijksuniversiteit in Utrecht. Met benoeming in het ambt van predikant in Heinenoord (1888), Vlissingen (1891) en Arnhem (1895) trad hij in de voetsporen van zijn vader ds. A.W.L. Talma. In die tijd leerde hij in Heinenoord de sociale nood in boeren- en arbeidersgezinnen kennen en in Vlissingen de slechte omstandigheden van de metaalbewerkers van de scheepswerf De Schelde. Hij kwam in contact met het christelijk werkliedenverbond Patrimonium waarvan hij in 1891 als niet-werknemer buitengewoon lid werd. Een voor een hervormd predikant gedurfd besluit. Hij deelde de mening van de Engelse ds. F.D. Maurice dat zelfwerkzaamheid voor de arbeider de aangewezen weg is om zijn menselijke waardigheid die hem door het snelle industrialisatieproces was ontnomen, terug te krijgen. Het middel daartoe was het streven naar erkenning van vakbonden en staatsbemoeiing om de zelfstandigheid te doen groeien. Op 20 januari 1888 trouwde Syb Talma met Margaretha van Schaardenburg. Zij kregen 4 dochters en 2 zoons.

Grafmonument Syb Talma (foto René ten Dam)Grafmonument Syb Talma (foto René ten Dam)

Zijn ideeën over coöperatie, vakvereniging en werkstaking beïnvloedde de meningsvorming binnen Patrimonium. Hij werd redactielid van het blad Patrimonium in 1898 en redacteur in 1900. Al spoedig speelde hij een leidende rol binnen de beweging. Alcoholbestrijding kreeg zijn aandacht, evenals hulp aan daklozen en prostituees. Door spreekbeurten op bijeenkomsten beïnvloedde hij ook de sociale meningsvorming buiten de arbeiderskring. In een aantal artikelen in Patrimonium stelde Talma dat de arbeiders en de patroon als vrije contractanten tegenover elkaar staan. Waar in de Bijbel over gehoorzaamheid van de dienstknechten wordt gesproken wordt naar zijn mening niet gedoeld op de vrije arbeider maar op slaven. En dat sluit een werkstaking door vrije arbeiders niet uit. Door Talma's gedrevenheid verwierf hij de bijnaam "De Leeuw van Patrimonium". In 1909 resulteerde zijn zorg voor de arbeiders in de oprichting van een vakbond, het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV).

Door in de eerste stemming de socialist P.J. Troelstra te verslaan was hij in 1901 in het district Tietjerkstradeel als Anti-Revolutionair kandidaat gekozen tot lid van de Tweede Kamer. Daar verkondigde hij o.a. zijn opvattingen over het christendom als grondslag voor praktische politiek. Toen hij in 1908 minister van Landbouw, Nijverheid en Handel werd, wilde hij zijn ideeën in de praktijk brengen. Hij bereidde wetten en wetswijzigingen voor op het gebied van arbeid, maar vooral op het terrein van de arbeidsvoorwaarden en sociale verzekeringen. Alles volgens het principe dat de overheid bescherming dient te geven aan arbeiders in het algemeen, maar aan jonge arbeiders, vrouwen en arbeiders in bedrijfstakken waar misstanden heersen in het bijzonder. Zijn succes was echter minimaal. Deels te wijten aan zijn nogal eigenzinnige en autoritaire aard, maar in hoofdzaak omdat hij veel tegenwerking ondervond van conservatieve geloofsgenoten van de ARP en CHU. Maar toen hij in 1913 zijn ministerschap neerlegde had hij toch bereikt dat er onder andere een Ziektewet was aangenomen, een Invaliditeitswet en een Ouderdomswet.

Talma werd in juni 1914 predikant van de Hervormde Gemeente in Bennebroek. Veel te vroeg overleed hij op 52-jarige leeftijd. Hij werd op het kerkhof van de Hervormde Kerk aan de Binnenweg 67 in Bennebroek ter aarde besteld (graf 32).

Vooraanzicht grafmonumentVooraanzicht grafmonument

In 1918 werd een, door de leden van het Christelijk Nationaal Vakverbond geschonken en door de beeldhouwer D. Wolbers ontworpen, grafmonument onthuld. Na een restauratie door mevr. H. Meulman-Helmbold in 1949 werd in een herdenkingsdienst door dr. M. Ruppert, toenmalig vice-president van de Raad van State, de twee op het monument knielende mannen als volgt beschreven:

Links de jonge arbeider, die uitdrukking geeft aan het geloof en vertrouwen, waarmede de Christelijke sociale actie na Talma's verscheiden wordt voortgezet.
Rechts symboliseert de oude arbeider met zijn gesloten ogen de herinnering, die voortleeft bij de arbeidende stand aan de Chrislijk-sociale strijder Talma.

Op de in de stèle aangebrachte plaat is een reliëfportret van ds. Talma aangebracht met vermelding van zijn geboorte- en overlijdensdata en de functies die hij in kerk- en openbaar bestuur heeft bekleed. Boven deze plaat staat een aanhaling uit Spreuken 10 en eronder de naam van Talma's vrouw Margaretha met haar geboorte- en overlijdensdatum.

Aan de voorzijde van de afsluitplaat van het graf is de naam van dochter Aleida gebeiteld met haar geboorte- en overlijdensdatum, resp. 2 december 1888 en 16 augustus 1952.

 

Talma werd vereeuwigd op een postzegel in 1936.Talma werd in 1936 vereeuwigd op een postzegel.

Borstbeeld in BergumBorstbeeld in Bergum

In 1936 werd hij postuum geëerd met de uitgave van een aan hem gewijde postzegel, terwijl in Bergum in 1963 een door L.H. Sondaar ontworpen borstbeeld in het plantsoen voor het gemeentehuis werd geplaatst.

 

Literatuur

  • M. Verkaik: Hervormde Kerk van Bennebroek. Wetenswaardigheden uit heden en verleden 1680-1980 (1980)
  • J.J. Kalma: Ds. A.S. Talma (1864-1916). Voor het volk om Christus' wil (1986)
  • J.T. Minderaa, 'Talma, Aritius Sybrandus (1864-1916)', in: Biografisch Woordenboek van Nederland.

 

Grafcoördinaten

  • N 52.19.370 E 4.36.095

 

Aangepast: 06 juli 2022

Nieuw op de website