Skip to main content

Hoogland – Katholieke kerkhof

28 januari 2023

Het dorp Hoogland, gelegen bij Amersfoort, heeft nog niet zulke oude papieren. Wie op een kaart uit de negentiende eeuw zoekt naar Hoogland vindt geen dorp met die naam. Wel een gemeente, ingesteld in 1811, samengesteld uit de heerlijkheden Hoogland en Emiclaer. In de gemeente lagen buurtschappen als Zeldert, Coelhorst, Den Ham, Liendert en Langenoord. Met name Langenoord en Coelhorst zijn in dit verband van belang.

Overzicht van het kerkhof met de kerk op de achtergrond.Overzicht van het kerkhof met de kerk op de achtergrond.De bewoners van wat later Hoogland zou gaan heten, begroeven hun doden lange tijd in Leusden. Al vanaf pakweg de achtste eeuw was Leusden het kerkelijk centrum van de hele streek en voor doop, trouwen en begrafenissen was Leusden, nu meer specifiek Oud-Leusden, de locatie. Het wonen in en rond Hoogland vond vooral plaats op de wat hoger gelegen zandruggen in het land. De Eem maakt de verdere omgeving lange tijd onbewoonbaar door haar wispelturige gedrag, maar ook doordat de Zuiderzee zo nu en dan het water opstuwde.

Al in de dertiende eeuw was er sprake van een ridderhofstad Coelhorst. Met de toenemende bevolking werd de kerkgang naar Leusden een steeds groter bezwaar en dat zal de reden zijn dat er in het midden van de veertiende eeuw nabij Coelhorst een kapel werd gesticht. Vanaf dat moment werden in de kapel missen gehouden en kon hier ook gedoopt worden. Of er meteen begraven werd, is niet duidelijk. Wel is zeker dat er al voor 1580 bij en mogelijk ook in de kapel begraven werd.

Eigen kerk maar nog geen kerkhof

In 1696 kreeg Langenoord een eigen katholieke kerk, een zogenaamde schuilkerk op het erf van een van de boerderijen van Emiclaer. Hier op hofstede ‘de Langen Oord’ stond Maria Elisabeth Agnes Foeyt toe dat er een kerk en pastorie werden ingericht. De relatief afgelegen streek bleef rond de Reformatie voornamelijk katholiek en ook de adellijke families bleven katholiek. Slechts een klein deel van de inwoners van Hoogland ging behoren tot de protestanten. Die kerkten vanaf 1759 definitief in de kapel op Coelhorst. Coelhorst bleef vooralsnog de plek waar de gehele bevolking haar doden begroef, zowel het katholieke als het protestantse deel Vanuit andere kleine plaatsen rondom Amersfoort is bekend dat er ook lieden in de kerken van die stad begraven werden, waaronder rijke burgers uit Liendert.

Overzicht van de katholieke overledenen in Hoogland tussen 1803 1805 (archief Eemland).Overzicht van de katholieke overledenen in Hoogland tussen 1803 1805 (archief Eemland).

De schuilkerk op Langenoord werd in 1770 vernieuwd en nog eens in 1843. De pastoors op Langenoord hielden netjes bij wie er in de parochie overleed en vandaar dat we wat betreft de katholieken na kunnen gaan wie er allemaal leefden in Hoogland in de zeventiende en achttiende eeuw. Dat ook de pastoors op Coelhorst werden begraven, weten we van één pastoor zeker. Tegen de oostelijke muur van de kapel is een hardstenen zerk geplaatst voor Theodorus Mulder, overleden 25 januari 1798, pastoor op ’t Hoogland.

Vanaf 1818 konden de bewoners van Hoogland waarschijnlijk ook gebruik maken van de toen aangelegde katholieke begraafplaats van Amersfoort. De tocht vanaf Hoogland met een dode liep dan via de Bloemendalse poort dwars door de stad. Maar op Coelhorst werden families bij elkaar begraven en mogelijk had men daar vanouds rechten. In 1825 werd Bartholomeus Bernardus de Wijs, burgemeester van Hoogland hier ook begraven. Hij behoorde tot de oudkatholieke kerk in Amersfoort. Een steen waarop hij wordt herdacht is er nog steeds, maar dat is allang niet meer de originele grafsteen. Nadien zijn er nog talloze familieleden bijgezet in de grafkelder.

Zerk voor de burgemeester van het Hoogland Bernardinus de Wijs die stierf in 1825.Zerk voor de burgemeester van het Hoogland, Bernardinus de Wijs die stierf in 1825.

Kapel verkocht

Nadat de hervormde gemeenschap in 1843 op De Ham een eigen kerk hadden gebouwd werd de kapel in 1843 verkocht aan de familie Van Tuyll van Serooskerken. Sindsdien is de kapel ingericht als grafkapel voor de familie Van Tuyll van Serooskerken en later voor de familie Beelaerts van Blokland. Op het kerkhof bleven vooralsnog alle inwoners van ’t Hoogland hun laatste rustplaats vinden.

Daarmee had de gemeente Hoogland zelf nog geen begraafplaats. Met de komst van de Begrafeniswet van 1869 was de provincie echter genoodzaakt gemeenten te wijzen op de plicht een algemene begraafplaats aan te leggen. Hoogland voldeed aan het verzoek en in 1872 werd een klein perceel gekocht op een net wat hoger gelegen deel stuk grond nabij de Boelenhoef, een boerderij van de maalschap van Hoogland (een soort marke waar boeren gezamenlijk gebruik maakten van de grond rondom een dorp). In hoeverre deze kleine begraafplaats -  nu gelegen aan de Boelenhoefseweg -  gebruikt is, is niet bekend. Wel bekend is dat de begraafplaats tot circa 1920 in gebruik is geweest, later heeft er een gebouw gestaan, waarvan de resten nog zichtbaar zijn. Het enige wat nog rest van de begraafplaats is de doorgeschoten beukenhaag die vanaf de weg het perceel omringt.

Een eigen kerkhof

In 1881 werd op Langenoord begonnen met de bouw van een nieuwe kerk. Dit was mogelijk doordat Jan Rijkse zijn hoeve Nieuw Cattenbroek en de bijbehorende grond schonk aan de kerk. Pastoor Pieck kon daarop opdracht geven aan architect Tepe om een nieuwe kerk te ontwerpen. De kerk werd in mei 1883 ingewijd. De kerk lag een stukje ten zuiden van de oude kerk en had nu een deugdelijke oriëntering. Op het stuk grond tussen de oude en nieuwe kerk werd daarna begonnen met de aanleg van een eigen kerkhof. Op 11 juli 1884 kon, met instemming van de Aartsbisschop de kerk worden ingewijd en de volgende dag al vond de eerste begrafenis plaats. Het ging om Mietje Schimmel, vrouw van Piet Hilhorst, die  in het kraambed was overleden.

De aanleg van het kerkhof zal weinig om het lijf hebben gehad. Vanzelfsprekend kende de begraafplaats verschillende klassen, maar die indeling is vandaag de dag niet meer te herkennen. Wel bestaat het oude middenpad nog, waar aan het eind een calvarie gestaan moet hebben. Links van de ingang werd een lijkenhuisje gebouwd, mogelijk ook naar ontwerp van Tepe. De graven lagen alle aaneengesloten zonder paden ertussen. Voor de familie Wittert van Hoogland is later een grafkelder aangelegd.

Het lijkenhuisje dat links van de ingang staat oogt origineel en is vermoedelijk van de hand van architect Tepe.Het lijkenhuisje dat links van de ingang staat oogt origineel en is vermoedelijk van de hand van architect Tepe.

In 1908 werd aan de kerkzijde en rond het toenmalige kerkhof een lage schansmuur gemetseld met daarop een smeedijzeren hekwerk. Het hekwerk is vervaardigd door Van Riessen. Helaas is het oorspronkelijke hekwerk in 2015 vervangen door een nietszeggend modern hekwerk. Eerder al, in de jaren tachtig van de twintigste eeuw, kreeg het kerkhof een grote opknapbeurt. Tussendoor werd ernaartoe gewerkt dat steeds meer graven aan paden kwamen te liggen, alhoewel op sommige locaties te zien is dat dat niet overal lukte.

Het oude toegangshek was in 2009 nog aanwezig maar is later verkocht als oud ijzer.Het oude toegangshek was in 2009 nog aanwezig maar is later verkocht als oud ijzer.

Uitbreiding

In de jaren tachtig werd ook duidelijk dat het groeiende aantal inwoners van Hoogland meer benodigde ruimte op de begraafplaats betekende. Aan de oostzijde lag nog een stuk grond van pakweg 1.300 m2 braak. Dit gedeelte lag begin jaren negentig klaar voor gebruik en daartoe was ook het priestergraf verplaatst naar de noordzijde van de begraafplaats. Het nieuwe gedeelte werd op moderne wijze ingericht met de graven kop aan kop langs brede paden. Ook werd later een klein veld ingericht voor het verstrooien van as en er verscheen een modulaire urnenmuur van betonelementen. Met de uitbreiding erbij kwam het oppervlak van het kerkhof op ruim 4.500 m2.

Het priestergraf is de laatste rustplaats voor bouwpastoor H.J. Pieck (overleden 1901) en de achtereenvolgende pastoors: F. Koster (overleden 1919), Th.M. Oldenhof (overleden 1924), W.S.J. de Jong (overleden 1947), J.A.H. Hendriks (overleden 1959), J.J. de Groot (overleden 1961) en Ch.P.G. Schaepman (overleden 1983). In het priestergraf zijn ook een aantal andere pastoors begraven die of uit Hoogland kwamen of hier hun laatste dagen doorbrachten. De locatie voor het priestergraf is niet het oorspronkelijke, want bij de uitbreiding is het graf verplaatst naar de zijkant. Helaas zijn de namen op de granieten zerk slecht leesbaar. Erachter is een gietijzeren kruis te vinden dat geflankeerd wordt door twee heiligenbeelden, geplaatst op een bakstenen rand.

Kruis geflankeerd door twee heiligen met centraal het priestergraf.Kruis geflankeerd door twee heiligen met centraal het priestergraf.

 

Literatuur

  • Kok, Peter; 100 jaar Martinuskerk. Een wis hooi achter de weezeboom, Hoogland 1983
  • Kroeze, Riet en Henrica de Vries (eindred.); … Hoogland, beelden die voorbijgaan…, Hoogland 1993
  • Leeuwenberg, Huib; De kapel van Coelhorst. Geschiedenis van het monument van Hoogland-West, Hoogland 2002
  • Poots, H.J.; ’t Hoogh Landt, Hoogland 1981
  • Hoogland-West, themanummer van De Bewaarsman, tijdschrift van de Historische Kring Hoogland, 7e jrg, no 2, april 2001

 

Aangepast: 15 februari 2024

Nieuw op de website