Skip to main content

Nieuwegein - De oude kerkhoven van Jutphaas en Vreeswijk

08 november 2009

Nieuwegein is gevormd rond de dorpskernen van Jutphaas en Vreeswijk. Het is een nog jonge gemeente, ontstaan in de jaren zeventig van de vorige eeuw en bedoeld als groeikern voor het naburige Utrecht. In 1971 telde Nieuwegein 13.000 inwoners. Ruim dertig jaar later zijn dat er meer dan 60.000. De nieuwe generatie begraaft of cremeert zijn doden op het naoorlogse Noorderveld, gelegen bij een industrieterrein. Oude bewoners begraven hun doden vaak nog op een van de vier dorpskerkhoven die de stad rijk is.

NH begraafplaats in Vreeswijk

Soms bedriegt de schijn. Wat ogenschijnlijk een begraafplaats lijkt uit het begin van de twintigste eeuw is feitelijk een eeuwenoud kerkhof. Deze dodenakker behoorde aanvankelijk bij de - zo genoemde - Dijkveldse kerk, die in 1426 voor het eerst wordt vermeld. In 1585 werd de kerk verwoest door Spaanse troepen. Op dat moment werd de kerk al enkele jaren gebruikt voor de protestantse eredienst. Het kerkhof werd vanaf die tijd gebruikt door zowel protestanten als rooms-katholieken, waarbij de laatste het zuidelijk deel van het kerkhof in gebruik hadden. Het gedeelde gebruik van de begraafplaats zou duren tot 1869, toen de katholieken een eigen begraafplaats kregen in de achtertuin van villa Schoonzicht aan de Koninginnelaan. De huidige begraafplaats is omgeven door taxus- en esdoornhagen en heeft twee smeedijzeren toegangshekken, beiden aan de Gildenborglaan. In de noordoostelijke hoek staat het in 1929 uit bakstenen opgetrokken lijkenhuisje. De begraafplaats kent weinig opvallende grafmonumenten. Enkele graven hebben een sober hekwerk. De meeste grafmonumenten stammen uit de twintigste eeuw, waaronder enkele oudere zerken. Oudste zerk van de begraafplaats, gedateerd 1613Oudste zerk van de begraafplaats, gedateerd 1613

Slechts enkele grafmonumenten stammen nog uit de negentiende eeuw, waaronder het familiegraf van Bennink, dat stamt uit 1857. Vlak voor het lijkhuisje ligt de oudste grafzerk van de begraafplaats. Met enige moeite is het jaartal 1613 te lezen. De oudste zerk is eigenlijk ook meteen de fraaiste van de kleine dodenakker. Op het kerkhof ligt ook het graf van een slachtoffer van Market Garden, de luchtlandingsoperatie bij Arnhem in WO II. De Engelse korporaal Frederic Hooper sneuvelde bij Arnhem op 26 september 1944. Op 13 november spoelde zijn lichaam aan op de oever van de Lek in Vreeswijk.

Locatie: Gildenborglaan

St. Barbarakerkhof in Vreeswijk

Eind achttiende eeuw had de katholieke gemeenschap van Vreeswijk een schoolgebouw gewijd tot kerkgebouw. In 1806 werd het gebouw vergroot, maar aan het eind van de negentiende eeuw had de katholieke gemeenschap behoefte aan een grotere kerk. In 1868 had het kerkbestuur de villa Schoonzicht gekocht, met als doel een eigen begraafplaats aan te leggen. Hiervoor kreeg men in 1869 toestemming. In het begin van de twintigste eeuw werd de villa afgebroken en verrees naast de begraafplaats de Heilige Barbarakerk naar een ontwerp van Herman Kroes. Omdat het perceel niet gunstig gelegen was, kon het kerkgebouw niet worden georiënteerd en moest noodgedwongen met het koor op het zuiden worden gericht.  De begraafplaats is dus ouder dan de kerk. Waar veel katholieke begraafplaats een kruis in het grondpatroon hebben waardoor de begraafplaats in vier vakken is verdeeld, is de begraafplaats in Vreeswijk slechts rechthoekig van vorm met smalle paden tussen dubbele grafrijen.

 Overzicht St. Barbarakerkhof in 2006Overzicht St. Barbarakerkhof in 2006

Omgeven door een taxus- en beukenhaag ligt de begraafplaats ietwat hoger dan het omliggende maaiveld. Aan de noordzijde van de begraafplaats ligt een kleine calvarieberg, bestaande uit een heuveltje van misbaksels met daarop het kruis met corpus, geflankeerd door beelden van Maria en Johannes. Aan de zuidzijde van het kerkhof staat een kruisvormig gebouw dat gebruikt wordt als dienstgebouw. In een nis is een groot kruis aangebracht met daaromheen de tekst: 'Gedenk hen die u de weg wijzen en u het woord van God verkondigen' (Heb.: XIII-7). De tekst verwijst naar de drie priestergraven die ervoor liggen. In het midden het graf van pastoor J. van der Heijden, die veertig jaar pastoor was in Vreeswijk. Hij overleed in 1907, vlak voor de bouw van de kerk. Op de begraafplaats liggen enkele graven uit het begin van de twintigste eeuw, maar het merendeel is van een recentere datum.

Locatie: Koninginnelaan 3

Algemene begraafplaats Kerkveld in Jutphaas

Het Kerkveld is de oudste kern van het dorp Jutphaas. De oudste vermelding van een kerk is in 1217 van de Nicolaaskerk, maar het is mogelijk dat deze stenen kerk een of meerdere voorgangers heeft gehad. De kerk stond op een terpachtige verhoging in het terrein en is in 1820 afgebroken na de bouw van een nieuw kerkgebouw aan de Nedereindseweg. Het enige dat resteert van het oude kerkgebouw is een deel van de oude kerktoren, later gebruikt als baarhuisje.

 Restanten van de voormalige kerktoren, later baarhuisje.In 1820 werd de kerk afgebroken, wat restte was een deel van de toren.

De begraafplaats is in ieder geval al 800 jaar in gebruik, maar wellicht al veel langer. Bij opgravingen zijn tufstenen grafkisten uit de twaalfde of dertiende eeuw teruggevonden. In het laatste kwart van de negentiende eeuw is de begraafplaats aan de zuidzijde uitgebreid door het talud aan die zijde te verhogen. Het kerkhof volgt de oorspronkelijke oriëntatie van de kerk en is dus oost-west georiënteerd.  Tussen 1400 en 1800 werden de bewoners van naburig gelegen ridderhofsteden en buitenplaatsen aan de Nedereindseweg in grafkelders in de kerk bijgezet. Ter hoogte van het voormalige koor van de kerk liggen in een grafveld een groot aantal zerken van deze voorname families met namen als Rijnhuizen, De Malapert, Van Plettenburg en De Geer. Deels zijn deze grafkelders nog aanwezig en enkele van de grafzerken van Naamse steen in dit grafveld zijn afkomstig uit de kerk. De grootste zerk meet ongeveer 4 bij 2 meter en is voor J. Proeys. De naastgelegen zerk voor de Heer van Plettenburg, Nicolas Malapert, overleden op 6 november 1616, meet ongeveer 3 bij 1 ½ meter.

 Zerk voor J. Proeys, gedateerd 1450Zerk voor J. Proeys, gedateerd 1450.

Vooraan het grafveld liggen enkele stenen die oorspronkelijk de ingangen van de grafkelders hebben afgedekt. Net zoals bij de grote zerken is het niet waarschijnlijk dat deze stenen nog op hun oorspronkelijke plek liggen. De oudste zerken worden geflankeerd door zerken uit de negentiende eeuw die zijn afgezet met een eenvoudig hekwerk.

In 1829 werd de begraafplaats door de gemeente aangekocht en tot Algemeen Burgerlijke begraafplaats voor de gemeente Jutphaas omgevormd. De begraafplaats kreeg toen een eenvoudige negentiende-eeuwse parkaanleg met grindpaden waarbij lage buxushagen de grafvelden afperken. Eind negentiende eeuw is het kerkhof aan de zuidzijde uitgebreid met een ophoging. Het kerkhof is omgeven door een esdoornhaag, daaromheen loopt een smal pad met grind.

Bakstenen monument met vijf oorlogsslachtoffers.Bakstenen monument met vijf oorlogsslachtoffers.

In de zuidwesthoek van de begraafplaats ligt een vijftal verzetsstrijders uit Jutphaas begraven onder een bakstenen grafmonument. Op 7 mei 1945, twee dagen na de capitulatie, werden vijf verzetsmensen gefusilleerd. Dit naar aanleiding van een incident waarbij een dronken Duitse soldaat dreigde met zijn wapen op de bevolking te schieten. Hij werd neergeschoten door een verzetsman. Vier van de vijf gefusilleerde verzetsmensen liggen hier begraven: Theo Hanselaar, Aard Kros, Jan Streefkerk en Willem Spies. Frans Luiten, het vijfde slachtoffer, werd begraven op de katholieke begraafplaats van Jutphaas. Bij de vier mannen ligt nog een oorlogsslachtoffer begraven. Verzetsman Johan van Ee werd gedeporteerd naar Duitsland en kwam in november 1944 om het leven. De namen van deze mannen en vijf anderen, waaronder een Poolse piloot, worden herdacht op het oorlogsmonument aan de Nedereindseweg.

De hoofdingang bestaat uit een smeedijzeren toegangshek met aan weerszijden een pijler. Op de pijlers ijzeren doods- en vergankelijkheidsymbolen als een zeis, fakkel, gevleugelde zandloper en een vlinder.

Locatie: Kerkveld 56

R.K. Kerkhof bij de St. Nicolaaskerk

Nadat de St. Nicolaaskerk aan het Kerkveld in 1585 was overgegaan naar de protestanten bleven de katholieken samenkomen in herenhuizen. In 1680 werd een schuilkerk met het uiterlijk van een boerderij in gebruik genomen, maar het zou tot 1853 duren voordat de katholieken weer openlijk hun geloof konden belijden. In Jutphaas zou het echter nog enige decennia duren voordat de schuilkerk verruild kon worden voor een echte kerk. De pastoor van Jutphaas, G.W. van Heukelum zou hierbij een belangrijke rol spelen. Van Heukelum was aanvankelijk kapelaan van de Utrechtse St. Catharinakerk en werd aangesteld als conservator van het Aartsbisschoppelijk Museum in Utrecht. Dit museum werd opgericht om de door Van Heukelum verzamelde collectie middeleeuwse kunst te kunnen herbergen. In 1869 richtte Van Heukelum met enkele geestverwanten het St. Bernulphusgilde op. Deze vereniging probeerde bij de geestelijkheid belangstelling te wekken voor de neogotische stroming binnen het katholicisme. In 1873 werd Van Heukelum op eigen verzoek pastoor te Jutphaas en met hulp van zijn vrienden van het St. Bernulphusgilde had Van Heukelum de mogelijkheid naar eigen inzicht een kerk te bouwen en in te richten. Al in 1875 kon de door Alfred Tepe ontworpen kerk worden ingewijd. Op 5 juli 1910 zou Van Heukelum worden begraven in het priestergraf op het door hem ontworpen kerkhof.

Priestergraf.Priestergraf met ondermeer bouwpastoor Van Heukelum.

Het kerkhof werd in 1874 aangelegd, een jaar na de bouwaanvraag. Het rechthoekig terrein wordt aan twee zijden ingesloten door een muur en geeft hierdoor de indruk van een kloosterhof. In het midden van de noordmuur is een lijkhuisje gebouwd. In de oostelijke muur bevinden, zich naast de genoemde grafkelder van Van Heukelum, tal van gedenkstenen. Boven de hooggelegen houten deur naar de grafkelder is een natuurstenen plaquette geplaatst met opschrift: 'Mgr. Geraldus Wilhelmus / van Heukelum / Pastoor der parochie van 6 mrt 1873 tot 30 juni 1910 / Stichter der St. Nicolaaskerk op Zwanenburg'.

Het kerkhof is aangelegd met een kruis als grondpatroon. Op de kruising van de paden staat een dodenlantaarn. Een dodenlantaarn is tegenwoordig een bijzonderheid op een begraafplaats of kerkhof, maar in vroeger jaren werd een dodenlantaarn gezien als bittere noodzaak.

DodenlantaarnDodenlantaarn centraal op het kerkhof.

Door een licht te schijnen over de begraafplaats kregen dieven en andere gespuis niet de mogelijkheid om rond te snuffelen of graven te schenden. De dodenlantaarn had ook een symbolische betekenis. Enerzijds diende het licht om de duivel en zijn demonen te weren van het kerkhof, anderzijds stond het licht in de lantaarn symbool voor het licht van het geloof. De dood was niet het einde, maar een nieuw begin. Door een dodenlantaarn op het kerkhof te plaatsen maakten Van Heukelum en zijn gilde een verwijzing naar de middeleeuwen en de eeuwenoude traditie van het waken over de doden.

Locatie: Mgr. Van Heukelumstraat 7

Eenvoud

Hoewel de katholieke begraafplaatsen iets minder eenvormige graven kennen als de gemeentelijke en protestantse dodenakkers van Nieuwegein, valt op dat alle vier de kerkhoven een sober en terughoudend karakter hebben. Geen grotesque grafmonumenten en een weinig opvallende aanleg. Op zowel Kerkveld als op de protestantse begraafplaats in Vreeswijk staat een afgebroken zuil als meest opvallende grafmonument. Op het katholieke kerkhof van Jutphaas staan tal van kruizen als grafteken, iets wat bijna niet te zien is op de katholieke begraafplaats in Vreeswijk. Het zijn met name de oudere graftekens die opvallen op de begraafplaatsen, met als hoogtepunt de enorme eeuwenoude zerken op Kerkveld, toch al de meest opvallende begraafplaats door zijn geschiedenis en ligging. De soberheid die de begraafplaatsen uitstralen is misschien wel een weerslag van de mensen die er begraven liggen: eenvoudige en hardwerkende arbeiders die geen belang hebben bij een protserige grafcultuur. Eenvoud in de dood.

 

Bronnen

  • Redengevende omschrijving van de begraafplaats Kerkveld
  • Slachtofferregister Oorlogsgravenstichting

Literatuur

  • Ton Fafianie, Rafael Rijntjes, Manon van der Wiel, Monumenten-inventarisatie provincie Utrecht: Nieuwegein - Geschiedenis en architectuur, Zeist 2002
  • Edwin Maes, 'Gerard van Heukelum (1834-1910) kunstkenner en pastoor' in: Utrechtse biografieën - Tussen de Lek en de Hollandse IJssel, Utrecht 2003

 Internet

 

 

 

Aangepast: 10 januari 2022

Nieuw op de website


Kollum – Protestants kerkhof

16 maart 2024
~Fryslân

Jacobs, Aletta

07 maart 2024
~Maatschappij

Als bloemen bij het graf - Rolde

07 maart 2024
~Als bloemen bij het graf

Lobith - Katholieke kerkhof

12 februari 2024
~Gelderland