Skip to main content

Utrecht - R.K. begraafplaats St. Barbara


Geschiedenis

Rond de eeuwwisseling van de achttiende en negentiende eeuw kregen de katholieken in Nederland weer de mogelijkheid hun geloof zonder restricties te belijden. Het voorrecht van de protestantse kerk werd in 1796 opgeheven. De katholieken van Utrecht moesten hun doden tot dan toe noodgedwongen begraven in en om protestantse kerken, zoals de Domkerk, Geertekerk en Nicolaïkerk. Die praktijk hield na 1796 niet onmiddellijk op.

De begrafenis van aartsbisschop mgr. H. van de Wetering in 1929 op de begraafplaats met in het midden mgr. P.A.W. Hopmans, bisschop van Breda (Beeldbank Utrechts Archief).In 1818 nam de pastoor van de latere Biltstraatparochie het initiatief tot het aanleggen van een begraafplaats voor katholieken achter de parochiekerk. De gemeente gaf toestemming en vanaf dat moment kon men de overledenen begraven op het nieuwe kerkhof achter de kerk buiten de Wittenvrouwenpoort. Deze begraafplaats lag destijds nog ruimschoots buiten de bebouwde kom. De begraafplaats werd in later jaren nog enkele malen uitgebreid maar rond de jaren zestig van de negentiende eeuw ontstond ruimtegebrek. Ook de omgeving was sterk veranderd door uitbreidingen van de stad. Noodgedwongen ging men dan ook op zoek naar een nieuwe lokatie.

Langs de Biltstraat, ten oosten van de stad, werd een geschikte plek gevonden. Vanaf 1 mei 1875 kon men de doden begraven op deze nieuwe, aan St. Barbara gewijde begraafplaats. De oude begraafplaats werd rond 1900 helemaal geruimd. Op de plek van het oude kerkhof werden een nieuwe kerk en een scholencomplex gebouwd.

St. Barbara op een luchtfoto uit 1979 (foto Utrechts Archief).St. Barbara op een luchtfoto uit 1979 (foto Utrechts Archief).

De martelares Barbara is patrones van de huidige begraafplaats. Zij is de beschermheilige van de stervenden en beschermster tegen een onvoorziene dood. Bij de aanleg van de begraafplaats werd de architect Alfred Tepe (1840-1920) betrokken. Hij maakte het ontwerp voor de aanleg van het terrein en een aantal gebouwen, zoals de directeurswoning en een lijken- en baarhuis. Deze gebouwen werden aan de rand van de begraafplaats gebouwd, direct bij de ingang.

Het door Tepe ontworpen complex van gebouwen met een woning, kantoor en wachtruimte.Het door Tepe ontworpen complex van gebouwen met een woning, kantoor en wachtruimte.

Het terrein werd verdeeld door middel van een rechtlijnig padenstelsel, omzoomd door beukenhagen en eiken en beuken. In 1880 kwam ook de centraal gelegen kapel, naar ontwerp van Tepe, gereed. De eenbeukige neo-gotische rouwkapel heeft een kruisvormige plattegrond met een vijfzijdig gesloten verhoogd koor. Centraal op de kapel is een dakruiter met spits geplaatst. In de kap zijn ook enkele dakkapellen aangebracht. De ruimte onder het verhoogde koor werd bestemd tot grafkelder voor aartsbisschoppen. De kelder heeft een kruisribgewelf met boven en rond de trap een fraaie schildering. Ook aan de zuidkant kwam een grafkelder met aparte ingang. Aanvankelijk was deze kelder bedoeld voor overleden priesters, maar is later bestemd voor de Zusters van de Liefde van Tilburg. Rondom de kapel zijn veel priesters en andere geestelijken van het aartsbisdom begraven. In de kapel wordt elke eerste maandag van de maand een eucharistieviering gehouden ter nagedachtenis aan alle overledenen die begraven zijn op St. Barbara.

In gebruik

In eerste instantie lag aan de zuidkant van de begraafplaats nog een forse waterpartij. Deze is later gedempt en ook hier werd nadien begraven. Hier werden onder meer grafvelden aangelegd voor andere geestelijke orden en voor Polen, waarover verderop meer.

Rond 1950 werd gedacht over het openen van een tweede begraafplaats omdat er nauwelijks nog ruimte beschikbaar was voor nieuwe graven. Een oplossing werd gevonden in een herindeling van de bestaande ruimte. Het probleem van ruimtegebrek bleef ook nadien een probleem. Begin van de eenentwintigste eeuw is daarom een vak aan de noordoostzijde geheel geruimd, opgehoogd en opnieuw ingericht.

Aan het begin van de jaren zestig bleek de verwaarlozing van de gebouwen te hebben toegeslagen. Er werd zelf gedacht om de kapel af te breken omdat een restauratie te duur zou zijn. De kapel was overigens rond de eeuwwisseling voorzien van gebrandschilderde ramen. In 1962 werd de kapel dan toch gedeeltelijk gerestaureerd. Het schip werd ingericht als ontvangstruimte, terwijl koor en transept als liturgische ruimte beschikbaar zijn gebleven. Pas in de jaren negentig volgde een volledige restauratie van de kapel.

De noordzijde van de kapel waar zich de ingang bevindt.De noordzijde van de kapel waar zich de ingang bevindt.

Ook andere gebouwen op de begraafplaats werden meegenomen in een omvangrijk vernieuwings- en herstelprogramma. In 1994 was de kapel gereed en waren de voorzieningen geheel aan de eisen van de tijd aangepast. Een jaar later werd op de begraafplaats, in het verlengde van de dienstgebouwen vervolgens een geheel nieuwe aula gebouwd die in 1996 gereed was. De ruimten in de aula worden nu onder andere gebruikt voor kleine exposities. In 1994 werd een klein deel van de begraafplaats aangewend om een urnenhof aan te leggen. De vraag daarnaar bleek groot en de urnenkelders waren al snel uitgegeven.

De dienstgebouwen, kapel, de aanleg van de begraafplaats en enkele bijzondere grafmonumenten zijn in 2001 geplaatst op de lijst van rijkswege beschermde monumenten. 

Grafkelders, grafmonumenten

Onder de kapel liggen twee grafkelders waarvan in één een aantal aartsbisschoppen bijgezet zijn. Ook rondom de kapel liggen nog eens drie aartsbisschoppen begraven, evenals meer dan veertig pastoors uit Utrecht en omgeving en enige tientallen leken die in het bisdom of landelijk een rol hebben gespeeld. Een opvallend graf kreeg de aartsbisschop Henricus van de Wetering. Hij is ten voeten uit afgebeeld op een mozaïek dat Charles Eyck maakte als grafmonument.

Het door Charles Eyk gemaakte monument voor aartsbisschop Van de Wetering neemt bij de kapel een prominente plaats in.Het door Charles Eyck gemaakte monument voor aartsbisschop Van de Wetering neemt bij de kapel een prominente plaats in.

Naast genoemde graven voor gewijden kent de begraafplaats ook een grote verscheidenheid aan graven voor de andere gelovigen. Ondanks hun geloof hebben ze toch verschillende achtergronden. Die zijn het meest te herkennen in de verschillende afdelingen die de begraafplaats kent. Zo vinden we direct achter de ingang een fors erehof voor gevallen Nederlandse militairen. Deze hof werd ingericht in 1964. Alle graven hier vallen onder de Oorlogsgravenstichting. Ook elders op de begraafplaats liggen oorlogsslachtoffers, maar dan in particuliere graven.

Achter de kapel ligt ook een strook met graven van een groot aantal Poolse mannen. Zij vochten in de Tweede Wereldoorlog overal in Europa samen met de geallieerden tegen de Duitsers. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog konden deze Poolse soldaten niet zonder meer terugkeren naar hun vaderland, omdat dit was bezet door de Sovjet-Unie. Bij terugkeer zouden ze gestraft worden. Velen bleven in Nederland en op St. Barbara werd een gedeelte gereserveerd voor hen die hier stierven. Door de jaren heen zijn ze hier naast elkaar begraven. In 1994 waren alle beschikbare graven op het Poolse grafvak bezet en sindsdien is men overgegaan tot dubbel begraven.

Naast de grafkelder onder de kapel hebben de Zusters van Liefde van Tilburg ook elders op de begraafplaats een klein gedeelte voor zusters. Het zijn er in totaal 56, die allemaal in Utrecht gewerkt hebben.

Een opvallend gedeelte van de begraafplaats vinden we aan de westzijde, niet ver van de kapel. Grote, opvallende grafmonumenten op graven voor Roma. Uitgebreid, kleurrijk en met respect worden de doden herdacht. De begraafplaats heeft ook een aparte kinderhof voor kinderen niet ouder dan twaalf jaar. De graftekens zijn klein, maar de monumenten en de vele herinneringen aan de kinderen vallen hier op.

Op St. Barbara liggen tal van graven van bekende Nederlanders, maar ook graven van minder bekenden met een niet minder fraaie vormgeving. Tussen de bekende Nederlanders vinden we onder andere het graf van de familie Dreesmann, evenals het graf van beeldhouwer Pieter d'Hont, t.v. presentator Herman Wigbold, tekenaar Dick Bruna en Huub Bals, oprichter van het International Film Festival Rotterdam. 

Recente ontwikkelingen

In het voorjaar van 2024 is aan de zuidzijde van de begraafplaats een nieuwe urnenhof in gebruik genomen. Hier kunnen urnen worden bijgezet in een muur, maar ook in individuele urnengraven. St. Barbara loopt hiermee vooruit op het in 2024 eveneens te openen crematorium op de begraafplaats. Dit crematorium aan de oostzijde van de begraafplaats bestaat uit een bakstenen gebouw met verschillende dakvlakken. In de architectuur is getracht aansluiting te vinden bij de oudere gebouwen op de begraafplaats en bij de ligging tegen de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Samen met monumentenzorg Utrecht is de lokatie van het gebouw bepaald.

Het in het voorjaar van 2024 opgeleverde crematorium.Het in het voorjaar van 2024 opgeleverde crematorium.

 

Literatuur

  • Gewijde aarde, De R.K. begraafplaats St. Barbara aan de Prinsesselaan in Utrecht; Schaik, Ton H.M. van; 2000
  • Stichtse Monumenten Reeks: Begraafplaatsen; Maes, Edwin; 1996; blz. 54-55 

Bron

  • Redengevende omschrijvingen van het van rijkswege beschermde monument 

Internet

Aangepast: 11 mei 2024