Skip to main content

Grafpoëzie


Geschreven: 05 februari 2019
Aangepast: 07 februari 2019
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

Bij het grafmonument voor Berend Dijk te Ter Apel

Stèle Ter ApelEen zerk in een kruidentuin van een klooster? De geschiedenis van het klooster in Ter Apel begint wanneer een pastoor van Garrelsweer zijn bezit in Westerwolde schenkt aan de Orde van het Heilige Kruis (Ordo Sanctae Crucis). Wel verbond hij er de voorwaarde aan dat er op die plek een klooster moest worden gesticht. In 1465 benoemde het Generaal Kapittel van de Kruisheren het klooster St. Gertrudis in het Duitse Bentlage tot moederklooster. Van daaruit werden enkele priesters en lekenbroeders naar Apell, zoals het werd genoemd, gezonden om er een klooster te stichten. Het klooster zou de naam krijgen Huis van het Nieuwe Licht (Domus Novae Lucis). Tussen 1465 en 1561 is er gewerkt aan de bouw en uitbreiding van het klooster met de nodige bijgebouwen.

De reformatie betekende in 1593 het einde van het katholieke kloosterbestaan. Het hield ook de neergang in van de kloostergebouwen in Ter Apel. Een deel werd gesloopt omdat de onderhoudskosten te hoog waren geworden. De resterende ruimte voldeed als kerk en woonruimte voor de kerkelijke gemeente van reformatorische signatuur. Tussen 1930 en 1933 werd op initiatief van de stad Groningen, eigenaar van het klooster en het gebied eromheen, een conservering en restauratie uitgevoerd. De drie in stand gebleven gevels met de in 2001 klaar gekomen westgevel omsluiten de  kloosterhof, waarin een kruidentuin werd aangelegd. Het was de ruimte die jarenlang dienst had gedaan als begraafplaats van het dorp Ter Apel. De zerk herinnert daar aan. Maar is het wel een zerk?

Nadere beschouwing maakt duidelijk dat het een stèle is, die men neergelegd heeft tussen de kruiden van de kruidentuin. Enerzijds is het de herinnering aan de periode dat zich hier zeer lange tijd een begraafplaats heeft bevonden. Anderzijds legt het door het hernieuwd aanleggen van een kruidentuin de verbinding met kruidentuinen van kloosters. Deze kruidentuinen leverden kruiden tegen allerlei ongemakken, kwalen en ziekten. Onderbouwing van de werking van deze kruiden vindt men bijvoorbeeld in de werken van de in haar tijd zeer beroemde abdis en mystica Hildegard van Bingen (1098-1179). Was het opzet om juist deze stèle hier neer te leggen tussen al die  geneeskrachtige planten? Het is immers de stèle die op het graf heeft gestaan van de genees- en heelkundige Berend Dijk. Geboren te Veendam op 24 februari 1800 overleed hij op 29 april 1870 in Ter Apel. Zijn echtgenote Frouwke Addens, die op 3 augustus 1879 overleed, was drogiste. Dijk was een gewaardeerd en bemind arts, zoals we lezen in het grafdicht. 

Hij stierf, bemind van elk,
die op zijn bijstand hoopte.
’t Gemis van dezen vriend,
die tot erkent’nis noopte
Is elk bekend!
Toch meer treurt nu de gade,
die met haar eenigst kind
Den Vader diep betreurt
en haren huwelijks vrind!
’t Was Godes wil.
Zijn assche ruste zacht
ook onder ’t lijk gesteente.
Hij was een edel man!
Treurt niet bij dit gebeente.
Hij ging naar hooger sfeer.


Geschreven: 14 december 2018
Aangepast: 14 december 2018
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

Grafmonument Jan Heres TammesEen stèle voorzien van symboliek en een grafdicht hebben de nabestaanden laten plaatsen op het graf van Jan Heres Tammes op de zeer verzorgde begraafplaats van Veele (gemeente Westerwolde). De landbouwer Jan Heres Tammes was 82 jaar toen hij overleed op 21 maart 1909. Zijn echtgenote Engeltje Bruins Velthuis was al overleden in 1898.

Een prachtige symbolische voorstelling siert het monument. Een eik met een stevige tak vol eikenblad aan de linkerzijde begroet de opkomende zon, die met haar stralen land en omgeving in het volle licht zet. De tak aan de rechterzijde is afgebroken, de zon is niet meer te zien en de aarde is donker. Symbolen van licht en duister, leven en dood. Mogelijk wilden de nabestaanden in deze voorstelling van de eik ook laten zien waar de eik als symbool voor stond: voor mannelijke kracht, macht, vruchtbaarheid en een lang leven.

Het grafdicht laat ook die tegenstelling van licht en duister zien.

Nog zweeft ons in
’t beminnelijk licht
Uw dierbre beelte-
nis voor ’t gezicht.
Al rust uw stof in
’t duister graf,
Nog leeft uw mensch
heid hier op aard.

Het is nog niet zo eenvoudig om te duiden wat de dichter heeft bedoeld met de eerste twee regels. We komen de uitdrukking ’t beminnelijk licht wel tegen in 19e eeuwse literatuur en oude preken. Personen komen dan in dat aangename licht te staan, dat laat zien hoe ze de achting van allen waard zijn door de wijze waarop zij zich toonden in handel en wandel. 

Wil de dichter vertolken hoe de nabestaanden de dierbare overledene voor ogen hebben als één, die door de wijze waarop hij in het leven stond de achting en waardering van allen verdiende? De laatste regels bevestigen het in elk geval. Jan Heres Tammes mag dan overleden en begraven zijn, maar prijsgegeven worden aan het duister van de vergetelheid zal hij zeker niet.

 


Geschreven: 06 november 2018
Aangepast: 14 december 2018
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

{seog:disable}Bij de grafzerk van Jacobje Folkersma-Dekker.

Grafmonument voor Jacobje Folkersma-Dekker  te SchildwoldeJacobje, geboren op een boerderij aan Het Achterdiep te Sappemeer op 25 juni 1828, trouwde op 11 november 1854 met de weduwnaar Gerriet Jacobus Folkersma, landbouwer te Schildwolde. Zij was toen 26 jaar en Gerriet 37 jaar.
Op 15 februari 1901 overleed Jacobje. Haar grafzerk, voorzien van veel doodssymboliek, getuigt van de welstand van de familie. Zo uitbundig als de zerk is bewerkt met doodssymboliek, zo ingetogen is het grafdicht.

Met diepen smart in het hart,
Staan wij bij moeders graf
In hope lei’ zij ’t leven af.
Dat lenigt onze smart.

In de derde versregel lichtten de kinderen van Jacobje Dekker een tipje op van de sluier voor wat betreft haar geloof, wanneer zij spreken over haar hoop bij het sterven. Voor haar was de dood het einde niet. Met name in de brieven van de apostel Paulus in het Nieuwe Testament is de hoop een telkens weerkerend thema. Zo spreekt Paulus over de hoop op de levende God, over de hoop op Christus, over de hoop op de bevrijding uit de slavernij van de vergankelijkheid en over de hoop op het eeuwige leven. In die hoop is zij heengegaan.


Geschreven: 30 september 2018
Aangepast: 30 september 2018
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Als bloemen bij het graf

 

Grafzerk voor dominee Jacobus HondiusDominee Jacobus Hondius heeft 57 jaar zijn dienstwerk verricht als predikant op Den Burg, Texel. Beroepen op 23 maart 1728, werd hij er op 13 juni 1728 als predikant bevestigd. Hij overleed op 1 mei 1785 op 80-jarige leeftijd, nog volop aan het werk. Toch zal die leeftijd van invloed zijn geweest  bij de werkzaamheden in zijn laatste levensjaren. Het rouwbord spreekt van oud en afgeleefd. Hondius is niettemin een gewaardeerde dominee geweest. Op de zerk, die zijn graf afsloot lezen we:

Schoon d’aard het sterf’lijk deel ontfing
Zij altoos s Mans hoedaanigheeden
Van Godsvrugt Vreede, minnlijkheeden
Bij t Nageslacht in Zeegening.